Termijnen en verlenging van het BGV
In het kort
Het bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) vermeldt de termijn waarbinnen je gevolg moet geven aan het bevel. Deze termijn loopt vanaf de kennisgeving van het bevel.
De toegekende termijn kan verschillen naargelang de situatie:
- een termijn van 30 dagen of
- een termijn van meer dan 7 dagen maar minder dan 30 dagen
- een termijn van minder dan 7 dagen of zelfs 0 dagen
Als een BGV een termijn van minder dan 30 dagen omvat, moet DVZ dat in het BGV motiveren.
Belangrijk ook is de medewerkingsplicht die geldt vanaf betekening van het BGV. Weigeren kan gevolgen hebben op verschillende vlakken zoals in sommige gevallen een of meerdere preventieve of minder dwingende maatregelen voor vasthouding opgelegd krijgen.
Termijn van 30 dagen
De toegekende termijn om het grondgebied te verlaten bedraagt in principe steeds 30 dagen behalve in de wettelijk bepaalde gevallen waarvoor een kortere termijn geldt en die verderop besproken worden.
Ook voor Unieburgers en hun familie geldt er steeds een termijn van minstens 30 dagen, behalve in dringende gevallen.
Termijn van meer dan 7 dagen maar minder dan 30 dagen
De toegekende termijn om het grondgebied te verlaten bedraagt meer dan 7 dagen maar minder dan 30 dagen als je overeenkomstig artikel 6 Vw niet gemachtigd bent om langer dan drie maanden te verblijven, zoals bijvoorbeeld:
- asielzoekers
- ontvankelijk verklaarde aanvragers van medische regularisatie
- personen met een verstreken visum kort verblijf
Termijn van minder dan 7 dagen of zelfs 0 dagen
De toegekende termijn om het grondgebied te verlaten bedraagt minder dan 7 dagen of zelfs 0 dagen ingeval van:
- een risico op onderduiken,
- een niet gerespecteerde preventieve maatregel,
- een bedreiging voor de openbare orde en nationale veiligheid,
- beëindiging of intrekking van het verblijf omwille van fraude, gebruik van valse documenten of informatie of
- een niet-ontvankelijk verklaarde asielaanvraag of een kennelijk ongegrond beschouwde asielaanvraag
Een BGV met een termijn van 0 dagen houdt in dat je het grondgebied onmiddellijk moet verlaten. Zo niet loop je het risico opgesloten te worden met het oog op repatriëring.
'Risico op onderduiken' wordt in de Verblijfswet gedefinieerd als 'het feit dat er redenen bestaan om aan te nemen dat een vreemdeling die het voorwerp uitmaakt van een verwijderingsprocedure, een procedure voor toekenning van internationale bescherming of een procedure tot vaststelling van of tot overdracht naar de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming, met het oog op de criteria die opgesomd worden in §2 zal onderduiken'.
Het risico op onderduiken moet actueel en reëel zijn. Het wordt na een individueel onderzoek en op basis van een of meer onderstaande objectieve criteria vastgesteld rekening houdend met alle omstandigheden eigen aan het geval. De wettelijk gedefinieerde objectieve criteria zijn:
- De betrokkene heeft na onwettige binnenkomst of tijdens zijn onwettig verblijf geen verblijfsaanvraag ingediend, of heeft zijn asielaanvraag niet binnen de wettelijk bepaalde termijn gedaan.
- De betrokkene heeft in het kader van zijn procedure voor asiel, verblijf, verwijdering of terugdrijving valse of misleidende informatie of vervalste documenten gebruikt, of heeft fraude gepleegd of andere onwettige middelen gebruikt.
- De betrokkene werkt niet mee of heeft niet meegewerkt in het kader van zijn betrekkingen met de overheden die belast zijn met de uitvoering van en/of het toezicht op de naleving van de reglementering inzake de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen
- De betrokkene heeft duidelijk gemaakt dat hij zich niet aan een van volgende maatregelen wil houden of heeft zich reeds niet aan een van deze maatregelen gehouden:
- een overdrachts-, terugdrijvings- of verwijderingsmaatregel
- een niet opgeheven of opgeschort inreisverbod
- een minder dwingende maatregel dan een vrijheid berovende maatregel die erop gericht is om zijn overdracht, terugdrijving of zijn verwijdering te garanderen, ongeacht of het om een vrijheid beperkende maatregel of een andere maatregel gaat
- een vrijheid beperkende maatregel die erop gericht is om de openbare orde of de nationale veiligheid te garanderen
- een door een andere lidstaat genomen maatregel die gelijkwaardig is aan de vier eerder genoemde maatregelen
- De betrokkene maakt het voorwerp uit van een inreisverbod voor België en/of voor een andere lidstaat dat niet werd opgeheven of opgeschort.
- De betrokkene heeft onmiddellijk na het voorwerp te hebben uitgemaakt van een beslissing tot weigering van binnenkomst of verblijf of een beslissing die een einde heeft gemaakt aan zijn verblijf, of onmiddellijk na het voorwerp te hebben uitgemaakt van een terugdrijvings- of verwijderingsmaatregel, een nieuwe verblijfs- of asielaanvraag ingediend.
- Terwijl hij in verband met dat punt ondervraagd werd, heeft betrokkene verborgen dat hij zijn vingerafdrukken al heeft gegeven in een andere Dublin-lidstaat, na een asielaanvraag te hebben ingediend.
- De betrokkene heeft in België of in een of meerdere andere lidstaten meerdere asiel- en/of verblijfsaanvragen ingediend die aanleiding hebben gegeven tot een negatieve beslissing of die niet tot de afgifte van een verblijfstitel hebben geleid.
- Terwijl hij in verband met dat punt ondervraagd werd, heeft betrokkene verborgen dat hij vroeger al een asielaanvraag heeft ingediend in een andere Dublin-lidstaat.
- De betrokkene heeft verklaard of uit zijn dossier blijkt dat hij voor andere doeleinden dan de doeleinden waarvoor hij een asiel- of verblijfsaanvraag heeft ingediend naar België gekomen is.
- De betrokkene maakt het voorwerp uit van een geldboete omdat hij een kennelijk onrechtmatig beroep heeft ingediend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Om het risico op onderduiken te vermijden, kan je verplicht worden preventieve maatregelen te vervullen:
- je op regelmatige basis aanmelden bij de gemeente of DVZ. Het bevel vermeldt de plaats waar en het tijdstip waarop je je moet aanmelden.
- een financiële waarborg bij de Deposito- en Consignatiekas storten. Je stort het bedrag ten laatste op de dag na de betekening van de uitwijzingsbeslissing. Als de termijn voor het vrijwillig vertrek verstreken is en je het BGV niet opvolgde, dan komt de som toe aan de Staat, tenzij je beroep hebt ingesteld tegen het BGV. Als dat wel het geval is, moet je het bewijs dat je het grondgebied verlaten hebt en je rekeningnummer doorgeven.
- kopieën van je identiteitsdocumenten overhandigen
De opgelegde preventieve maatregelen staan vermeld in het BGV. De gemeente informeert je erover.
Verlenging van de termijn BGV
In welke gevallen?
De minister of DVZ verlengt de termijn van het BGV wanneer het bewijs levert dat je onmogelijk vrijwillig kan terugkeren binnen de toegekende termijn om het grondgebied te verlaten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wegens:
- je fysieke of mentale toestand (bijvoorbeeld zwangerschap),
- het ontbreken van vervoermiddelen of
- het ontbreken van identificatie.
Om dit te beoordelen zal DVZ rekening houden met de inspanningen die je leverde in het kader van je medewerkingsplicht.
De minister of DVZ kan, maar is hier niet toe verplicht, de termijn van het BGV verlengen indien nodig en rekening houdend met de omstandigheden eigen aan de situatie zoals:
- de duur van het verblijf,
- het bestaan van schoolgaande kinderen,
- het afronden van de organisatie van vrijwillig vertrek of
- het bestaan van familiale of sociale banden.
Aanvraag tot verlenging
Voor een (eventuele) verlenging van de termijn van je BGV dien je, naargelang wie het BGV afleverde, een aanvraag in bij:
- de minister of,
- bij DVZ via de gemeente.
De aanvraag gebeurt per gewone brief.
- In dringende gevallen stuur je je aanvraag per aangetekende brief rechtstreeks aan DVZ ter attentie van het bureau dat je BGV afleverde.
- Asielzoekers dienen hun aanvraag in via de opvangstructuur.
Je voegt documenten toe waaruit de onmogelijkheid van de vrijwillige terugkeer blijkt of de specifieke individuele omstandigheden, bijvoorbeeld:
- een bewijs dat de vrijwillige terugkeer onmogelijk is, zoals een attest van een organisatie van vrijwillige terugkeer (Fedasil, IOM, Caritas International, een lokale terugkeerpartner),
- een bewijs van ziekte,
- een bewijs van zwangerschap.
In geval van zwangerschap kan je een verlenging van de toegekende termijn bekomen vanaf twee maanden vóór de vermoedelijke bevallingsdatum tot twee maanden na de bevalling.
De minister of DVZ deelt je de verlenging van de termijn van je BGV schriftelijk mee.
Meer info
Wetgeving
Documenten