Hof van beroep Brussel - 31-07-2013

Samenvatting

Een Belgische koppel doet beroep op een Oekraïense draagmoeder om een kind te krijgen. Het kind wordt geboren in Oekraïne en de namen van het Belgische koppel staan op de Oekraïense geboorteakte vermeld als vader en moeder van het kind. 
De Belgische Staat stelt het afsluiten van een contract van draagmoederschap onrechtmatig is. Dit is echter alleen maar een argument tegen de erkenning van de moederschap zoals die blijkt uit de Oekraïense geboorteakte en niet tegen de erkenning van het vaderschap. Er zijn immers verschillende feitelijke elementen die aannemelijk maken dat de verzoeker de biologische vader is van het kind. 
De vaderschapsband staat vast naar Oekraïens recht. De erkenning van de biologische vader lijkt de Belgische juridische orde niet ernstig te schenden. Het Belgische recht laat ook toe dat een biologische vader een kind erkent conform artikel 329bis BW. 
Op basis van de schijn in feite en in rechte moeten verzoeker en kind een gezinsleven kunnen leiden in België zonder het resultaat van de procedure ten gronde af te moeten wachten. 
Het belang van de Belgische Staat om te wachten op een beslissing ten gronde die uitspraak doet over vragen van openbare orde met betrekking tot het beroep op een draagmoeder in Oekraïne weegt niet op tegen de belangen van het kind en de vader om snel herenigd te worden. Gezien de dringende situatie onomkeerbare schade kan teweegbrengen aan de vroege hechting van het kind. 
Het risico dat een andere vader het vaderschap en de hoede over het kind wil opeisen en dat ook wettelijk kan doen in Oekraïne of in België is miniem, zelfs onbestaande. Het risico dat een moeder, andere dan de verzoekster, het moederschap en de hoede over het kind wil opeisen is ook verwaarloosbaar. 
De ambassade moet een laissez-passer of een ander administratief document afleveren zodat het kind naar België kan komen, vergezeld van de verzoeker. Dit kan zonder voorgaande erkenning van de Oekraïense geboorteakte.