Rechten van mensen zonder wettig verblijf

In het kort

Iedereen op het Belgische grondgebied wordt geacht de Belgische wetten te kennen en te respecteren. Ook mensen zonder wettig verblijf hebben dezelfde plichten als andere inwoners van het land.

Mensen zonder wettig verblijf hebben een zeer beperkte toegang tot rechten en diensten in België. Veel rechten worden alleen maar toegekend aan mensen die een geldig verblijfsdocument hebben.

Zonder wettig verblijf zijn, betekent echter niet dat men helemaal geen rechten heeft. De Grondwet en bepaalde internationale verdragen garanderen ook rechten aan mensen zonder wettig verblijf, zoals bv. het recht op gezondheidszorg, onderwijs voor minderjarige, het recht om te huwen, enz.   

Rechten

Iemand zonder wettig verblijf mag een woning of appartement huren en kan een huurcontract afsluiten.

Iemand zonder wettig verblijf mag inwonen bij een derde, die kan hiervoor niet worden gestraft.

Lees meer over het recht op huisvesting van mensen zonder wettig verblijf.

Eenieder in België heeft een fundamenteel recht op gezondheidszorg dat voorzien is in artikel 23 van de Grondwet.

Ook mensen zonder wettig verblijf hebben recht op medische zorgen. Voor hen is er een specifiek systeem uitgewerkt volgens de regeling van dringende medische hulp.

Dringend medische hulp is, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, niet beperkt tot acute spoedhulp, maar omvat alle noodzakelijk geachte preventieve, curatieve en nazorgen die zowel ambulant als door hospitalisatie worden verstrekt. 

Lees meer over dringende medische hulp.

Het niet hebben van een verblijfsrecht vormt geen beletsel om een gezinsleven op te bouwen of te beëindigen.

Iemand zonder wettig verblijf kan in België huwen, een huwelijkscontract aangaan, een verklaring van wettelijke samenwoning afleggen, een kind erkennen, uit de echt scheiden, enz.

Wanneer men hiervoor een procedure bij de gemeente moet opstarten (bv. in geval van huwelijk of wettelijk samenwonen) en de ambtenaar van de burgerlijke stand vaststelt dat iemand zonder wettig verblijf is, moet de ambtenaar de Dienst Vreemdelingenzaken hiervan in kennis stellen. De Dienst Vreemdelingenzaken zal vervolgens een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) aan de betrokkene afleveren.

Tijdens het onderzoek van de procedure zal dit BGV opgeschort worden, zowel in geval van huwelijk als bij wettelijke samenwoning.

Het gegeven dat een bepaalde procedure werd opgestart, geeft echter niet automatisch een recht om in België te mogen verblijven. Afhankelijk van de procedure waarin men zich bevindt, zullen telkens nog verdere stappen moeten gezet worden om ook een eventueel verblijfsrecht te bekomen.

Iemand zonder wettig verblijf kan in België niet legaal werken, noch als zelfstandige, noch in dienstverband.

De enige uitzonderingen hierop zijn wanneer een leerling zonder wettig verblijf een opleiding deeltijds leren en werken volgt of in het kader van zijn opleiding stage moet lopen.

Toch zijn veel mensen zonder wettig verblijf aan het werk, vaak omdat ze een job hadden op een ogenblik dat ze over een geldige verblijfsvergunning beschikten en zijn blijven werken na het verlies van hun verblijfsrecht.

In dit geval ontvangen zij vaak nog steeds een loon, loonbrieven, vakantiegeld,…. en werken zij dus wel officieel, maar illegaal (zonder de juiste toelating).

Andere mensen zonder wettig verblijf werken in het zwart (geen afhouding sociale lasten en geen belastingen) of voeren sluikwerk uit: ze werken op dezelfde wijze als een zelfstandige, maar zonder verblijfsstatuut.

Het hebben van een job en/of arbeidscontract creëert geen recht op verblijf. Ook een statuut als zelfstandige of actieve vennoot is niet voldoende om een verblijfsrecht te kunnen bekomen.

Lees meer over de tewerkstelling van mensen zonder wettig verblijf

Mensen zonder wettig verblijf kunnen geen vrijwilligerswerk uitvoeren wanneer er sprake is van een ondergeschikt verband.

Vrijwilligerswerk is enkel toegestaan voor personen:

  • die in het bezit zijn van een wettig verblijfsdocument;
  • die recht hebben op opvang, met uitzondering van gezinnen zonder wettig verblijf met een minderjarig kind.

Uit de wet van 3 juli 2005 over de rechten van vrijwilligers volgt echter wel dat van vrijwilligerswerk ‘zonder ondergeschikt verband’ niemand is uitgesloten, zodat iemand zonder wettig verblijf in principe vrijwilligerswerk zou kunnen uitvoeren indien dit niet in ondergeschikt verband gebeurt.

Volgens de verklaring van een voormalige minister van tewerkstelling is er een ondergeschikt verband wanneer een werkgever de vrijwilliger bevelen kan geven over de uitoefening en de organisatie van het werk, waarbij er wel een zekere vrijheid in de uitoefening van de job kan bestaan.

Of er een ondergeschikt verband bestaat, is een feitenkwestie en niet geheel duidelijk.

Op vlak van onderwijs is er een onderscheid naargelang de leeftijd van de persoon zonder wettig verblijf. Kinderen zonder wettig verblijf hebben het recht om naar school te gaan. Lees meer over het recht op onderwijs voor kinderen zonder wettig verblijf

Eens je meerderjarig bent heb je echter niet zomaar recht op onderwijs. Lees meer over het recht op onderwijs voor volwassenen zonder wettig verblijf

Kinderen en jongeren zonder wettig verblijf, hun ouders en opvoedingsverantwoordelijken hebben recht op jeugdhulp. Het Decreet Integrale Jeugdhulp stelt hieraan geen voorwaarden met betrekking tot nationaliteit of wettelijk verblijf.

Integrale jeugdhulp bestaat uit rechtstreeks toegankelijke en niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Kinderen, jongeren en hun ouders kunnen onmiddellijk terug bij rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Deze vindt je onder meer bij Kind en Gezin, de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) en het Jongeren Adviescentrum (JAC). Om beroep te doen op niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp moet een jeugdhulpaanbieder je aanmelden bij de Intersectorale Toegangspoort (ITP). Dit is onder meer het geval voor een tijdelijk of langdurig verblijf in voorzieningen voor kinderen of jongeren die geen thuis hebben of niet thuis kunnen blijven, zoals bijvoorbeeld jonge en/of kwetsbare niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (nbmv).

Alle minderjarige kinderen en jongeren vallen onder het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp. Wie voor de minderjarigheid beroep deed op rechtstreeks of niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp kan vragen deze voort te zetten tot de leeftijd van 25 jaar. Voortgezette jeugdhulp wordt toegekend op basis van een weloverwogen beslissing die rekening houdt met de situatie en het perspectief van de jongvolwassene (en zijn context) en met het ondersteuningsplan dat een jongere een half jaar voor de meerderjarigheid opstelde. Dit bevat concrete acties en doelen die de jongere wil bereiken. Voor een jongere in onwettig verblijf zal in dat kader rekening gehouden worden aan de toekomstmogelijkheden in functie van het verblijfsrecht.

Voor het openen van een bankrekening is in principe een geldig verblijfsdocument vereist, zodat mensen zonder wettig verblijf geen bankrekening kunnen openen.

Wie over een identiteitsbewijs en (tijdelijk) verblijfsrecht beschikt, kan soms moeilijkheden ondervinden om een bankrekening te openen omdat de bank in principe vrij kan beslissen wie zij als klant aanvaardt. Weigert de bank een rekening te openen, dan kan men een basisbankdienst aanvragen.

Het komt vaak voor dat iemand een bankrekening opende op het ogenblik dat hij nog een verblijfsrecht had. Eens de bank vaststelt dat er geen verblijfsrecht meer is, zal de bank de rekening blokkeren en mogelijks afsluiten. Het recupereren van de tegoeden op de rekening kan in dit geval voor heel wat moeilijkheden zorgen.

Sociale rechtshulp

Sommige Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) hebben een gespecialiseerde vreemdelingendienst. Ze geven advies over de verblijfssituatie en kunnen ook helpen met bepaalde verblijfsprocedures, zoals bv. het indienen van een humanitaire (art. 9bis Vw.) of medische (artikel 9ter Vw.) regularisatieaanvraag.

De dienstverlening is gratis.

Juridische rechtshulp

Mensen zonder wettig verblijf kunnen procederen voor de rechtbank, zowel als eisende als verwerende partij, kunnen zich burgerlijke partij stellen, enz.

Iedereen, inclusief mensen zonder wettig verblijf, kunnen zich voor een eerste oriënterend juridisch advies richten tot de georganiseerde juridische eerstelijnsbijstand, die wordt georganiseerd door de Commissie voor Juridische Bijstand in elk gerechtelijk arrondissement.

Op vaste momenten zetelen advocaten in een Justitiehuis, OCMW of Sociaal huis om gratis juridische vragen te beantwoorden. Deze bijstand is beperkt tot het geven van praktische inlichtingen, juridische informatie, een eerste advies of doorverwijzing naar een gespecialiseerde instantie of advocaat.

Indien er nood is aan een uitgebreid advies of een behandeling van een dossier, kan in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand beroep gedaan worden op een pro deo advocaat.

Ook mensen zonder wettig verblijf hebben recht op een pro deo advocaat indien ze vallen onder bepaalde vastgelegde inkomensgrenzen of zij tot een bepaalde categorie behoren (bv. minderjarigen, gedetineerden,…).

Om een pro deo advocaat te bekomen, moet men ofwel persoonlijk langsgaan naar een zitting van het Bureau voor Rechtsbijstand in de regio waar men verblijft, ofwel rechtstreeks een pro deo advocaat naar keuze contacteren.