Intrekking van de arbeidskaart

De intrekkingsgronden verschillen afhankelijk van het gewest.

Vlaams gewest

De toelating tot arbeid wordt ingetrokken als:

  • voor de aanvraag gebruikgemaakt is van bedrieglijke praktijken, onvolledige, onjuiste of vervalste verklaringen, of als onrechtmatig verkregen gegevens werden bezorgd of onrechtmatig aanpassingen werden verricht;
  • de onderneming of de gastentiteit is opgericht of opereert met als belangrijkste doel de binnenkomst van buitenlandse werknemers te vergemakkelijken, of geen economische of maatschappelijke activiteiten uitvoert;
  • de tewerkstelling strijdig is met de openbare orde of openbare veiligheid, met de wetten en reglementen, of met de internationale overeenkomsten en akkoorden over de indienstneming en tewerkstelling van werknemers van buitenlandse nationaliteit;
  • de werkgever of de gastentiteit de wettelijke en reglementaire verplichtingen voor de tewerkstelling van werknemers niet nakomt, met inbegrip van de loon- en andere arbeidsvoorwaarden die gelden voor de werknemers;
  • de werkgever, de gastentiteit of de werknemer zich niet houdt aan de bijzondere voorwaarden, vermeld in artikel 10.

De toelating tot arbeid kan worden ingetrokken als:

  • tegen de werkgever of de gastentiteit een sanctie uitgesproken is op grond van een van de volgende bepalingen: artikel 12/1, § 1, artikel 12/3, § 1, of artikel 12/4 van de wet van 30 april 1999, artikel 13/5, artikel 13/6, § 2, § 4, of § 5, van het decreet van 30 april 2004 houdende sociaalrechtelijk toezicht, artikel 22 van het decreet van 15 oktober 2021 over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen of artikel 175/1, § 1, artikel 181, § 1, of artikel 181/1 van het Sociaal Strafwetboek;
  • de werkgever, de gastentiteit of diens bestuurders in staat van faillissement of van kennelijk onvermogen verkeren, het voorwerp uitmaken van een procedure tot faillietverklaring, of de voorbije vijf jaar failliet zijn verklaard, of een gerechtelijke reorganisatie hebben aangevraagd of verkregen;
  • de werkgever of de gastentiteit zich niet houdt aan de verplichtingen die zijn opgelegd door fiscale, sociaalrechtelijke of vennootschapsrechtelijke wetgeving;
  • de werkgever of de gastentiteit onvoldoende economische of maatschappelijke activiteiten uitoefent die de tewerkstelling van buitenlandse werknemers verantwoordt.

Brussels Hoofdstedelijk gewest

Tijdens de volledige geldigheidsduur van de toelating kan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onder de beschikbare gegevens de informatie raadplegen met betrekking tot:

  • de arbeidsrelatie, in het geval van een toelating tot arbeid
  • de economische activiteiten van de werkgever
  • de naleving door houders van een toelating tot arbeid van de voorwaarden waaronder de toelating werd verleend
  • het verblijfsstatuut van de werknemer.

De toelating tot arbeid kan worden ingetrokken wanneer niet langer is voldaan aan een van de volgende toekenningsvoorwaarden: 

  • de arbeidsvoorwaarden van de werknemer voldoen aan alle wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de arbeidsrelatie, inclusief, indien van toepassing, de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn binnen het bevoegde paritair comité. Met uitzondering van de aanvragen voor au pair-jongeren, stagiairs of vrijwilligers in het kader van het Europees vrijwilligerswerk, mag de voorziene bezoldiging nooit minder bedragen dan het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen 
  • behalve in geval van detachering van de werknemer, is de werkgever een onderneming die op het ogenblik van de indiening van de aanvraag een effectieve economische of sociale activiteit uitoefent op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
    • in elk geval kan een werkgever in staat van faillissement  niet worden beschouwd als een werkgever die een effectieve activiteit uitoefent 
    • Wanneer de werkgever een nieuwe onderneming is die nog niet begonnen is met haar economische of sociale activiteiten, moet deze aantonen dat het met het oog op het begin van zijn activiteiten nodig is om de vacature in te vullen waarvoor een toelating tot arbeid wordt aangevraagd
  • de werkgever is in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag niet het voorwerp geweest van een definitieve strafrechtelijke of administratieve sanctie in verband met de verplichtingen die voortvloeien uit zijn hoedanigheid van werkgever. Als de werkgever een rechtspersoon is, wordt deze voorwaarde beoordeeld voor elk van de bestuurders en voor elk van de rechtspersonen waarvan de bestuurder bestuurder is of is geweest. 
  • de werkgever heeft in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag een buitenlandse werknemer tewerkgesteld van wie de toelating tot arbeid is ingetrokken om redenen die aan de werkgever zijn toe te schrijven. Als de werkgever een rechtspersoon is, wordt deze voorwaarde beoordeeld voor elk van de bestuurders en voor elk van de rechtspersonen waarvan de bestuurder bestuurder is of is geweest;
  • de werkgever heeft niet voldaan aan zijn sociale of fiscale betalingsverplichtingen binnen de bij of krachtens de wet vastgestelde termijnen, tenzij de betrokken schulden worden betwist in het kader van de beschikbare rechtsmiddelen of indien door de bevoegde autoriteit een aanzuiveringsplan is toegekend dat wordt nageleefd;
  • uit de vaststellingen ter plaatse blijkt dat de configuratie van de werkplaats de uitoefening van het beoogde beroep onmogelijk of uiterst moeilijk maakt
  • los van het bestaan van een sanctie, bestaat er een reeks aanwijzingen dat de werkgever in de loop van de laatste drie jaar de wetgeving heeft overtreden betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, de wetgeving betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers, de wetgeving betreffende de detachering van werknemers of enige andere wettelijke of reglementaire verplichting die voortvloeit uit zijn hoedanigheid van werkgever. Als de werkgever een rechtspersoon is, wordt deze voorwaarde beoordeeld voor elk van de bestuurders en voor elk van de rechtspersonen waarvan de bestuurder bestuurder is of is geweest.

Bovendien kan de arbeidskaart worden ingetrokken wanneer op basis van een reeks aanwijzingen blijkt dat de werkgever het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of, in geval van een beroepsprocedure, de Minister opzettelijk heeft misleid bij het indienen of onderzoeken van de aanvraag.

Hierbij wordt rekening gehouden met de ernst van de niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden en met de vraag of deze kan worden toegeschreven aan de houder of, indien van toepassing, aan zijn werkgever. Alvorens de toelating in te trekken, worden de houder van de toelating en, indien van toepassing, de werkgever uitgenodigd om hun opmerkingen binnen 10 werkdagen schriftelijk in te dienen, om te beoordelen of er uitzonderlijke en legitieme omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat niet langer aan een van de voorwaarden voor het verlenen van de toelating wordt voldaan. Als dit niet het geval is, wordt de toelating onmiddellijk ingetrokken.