Werkloosheid
In het kort
Om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering moet elke vreemdeling (niet-Belg) in het bijzonder voldoen aan:
- de verblijfswetgeving en
- de wetgeving over de tewerkstelling van vreemdelingen
Daarnaast gelden uiteraard ook de algemene voorwaarden die gelden voor deze uitkering.
Voorwaarden
Algemeen geldt dat je eerst een bepaalde tijd gewerkt moet hebben om recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen. Het aantal arbeidsdagen dat je moet bewijzen is afhankelijk van de leeftijdscategorie waarin je valt.
Wie jonger is dan 36 jaar moet het volgende bewijzen:
- ofwel 312 dagen gedurende de 21 maanden voorafgaand aan je aanvraag
- ofwel 468 dagen gedurende de 33 maanden voorafgaand aan je aanvraag
- ofwel 624 arbeidsdagen gedurende de 42 maanden voorafgaand aan je aanvraag
Wie 36 tot 49 jaar oud is, moet het volgende bewijzen:
- ofwel 468 dagen gedurende de 33 maanden voorafgaand aan je aanvraag
- ofwel 624 arbeidsdagen gedurende de 42 maanden voorafgaand aan je aanvraag
- ofwel 234 dagen tijdens de 33 maanden + 1.560 dagen tijdens de 10 jaar die voorafgaan aan deze 33 maanden
- ofwel 312 dagen tijdens de 33 maanden + voor elke dag die ontbreekt om tot 468 dagen te komen, 8 dagen tijdens de 10 jaar die deze 33 maanden voorafgaan
Vanaf de leeftijd van 50 jaar moet je het volgende bewijzen:
- ofwel 624 dagen gedurende de 42 maanden voorafgaand aan je aanvraag
- ofwel 312 dagen tijdens de 42 maanden die je aanvraag voorafgaan en 1560 dagen tijdens de 10 jaar die deze 42 maanden voorafgaan
- ofwel 416 dagen tijdens de 42 maanden + voor elke dag die ontbreekt om tot 624 dagen te komen, 8 dagen tijdens de 10 jaar die deze 42 maanden voorafgaan
Voor deeltijds werk en voor bepaalde andere situaties bestaan er specifieke regels. Lees meer over de bevoegde diensten.
Je arbeidsdagen verricht als werknemer, waarop inhoudingen voor de sociale zekerheid, sector werkloosheid werden verricht, tellen mee. De periodes van tijdelijke werkloosheid, onbetaalde afwezigheid, etc. komen niet in aanmerking. Sommige dagen worden wel gelijkgesteld met arbeidsdagen: bijvoorbeeld door het ziekenfonds vergoede ziektedagen en door vakantiegeld gedekte dagen.
Bepaalde buitenlandse arbeidsdagen tellen mee op voorwaarde dat:
- Je na je buitenlandse arbeid eerst nog drie maanden in België gewerkt hebt in loondienst
- Je werkte in Europese of bepaalde naburige landen
Deze voorwaarden gelden niet wanneer je deelneemt aan het Belgisch stelsel van Overzeese Sociale Zekerheid (minstens de Algemene Regeling). De dagen gedekt door dit stelsel, waar ook ter wereld gepresteerd, komen in aanmerking om rechten te openen. Indien je erna nog minstens 1 dag werkt met onderwerping aan de Belgische sociale zekerheid, tellen de buitenlandse arbeidsdagen mee.
Lees meer over de Overzeese Sociale Zekerheid.
Drie maanden werken in België
De algemene regel is dat je buitenlandse arbeid gevolgd moet worden door een tewerkstelling in België van minimum drie maanden:
- via één of meerdere periodes van tewerkstelling, ongeacht of deze periodes elkaar zonder onderbreking opvolgen
- bij één of meerdere werkgevers
Uitzondering:
- Na de buitenlandse tewerkstelling in Bosnië, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Montenegro is een Belgische tewerkstelling van zes maanden vereist binnen een periode van twaalf maanden. Een tewerkstelling die voorbestemd was om minstens 6 maanden te duren maar vóór het bereiken van die 6 maanden beëindigd wordt zonder fout van de werknemer, wordt geacht aan de vereiste van 6 maanden te voldoen.
- Na de buitenlandse tewerkstelling is geen Belgische tewerkstelling meer nodig in de volgende situaties
- De buitenlandse arbeid is niet nodig om de rechten te (her)openen. Bijvoorbeeld: Je hebt niet langer dan (ongeveer) 15 jaar in het buitenland gewerkt, maar daarvoor heb je lang genoeg in België gewerkt om recht te hebben op uitkeringen.
- Je werkte als gedetacheerde werknemer. Deze arbeidsdagen zijn gelijk aan Belgische arbeidsdagen.
- Je werkte in een ander EER-land of Zwitserland, met behoud van je gewone verblijfplaats in België (grensarbeider of tijdelijk verblijf in het ander land)
Arbeidsprestaties in Europese of bepaalde naburige landen
Er komen nog slechts een beperkt aantal landen in aanmerking voor het meetellen van buitenlandse arbeidsprestaties. Jouw nationaliteit bepaalt welke landen meetellen.
Buitenlandse arbeidsdagen tellen mee, als zij, in België en/of in het land waar ze werden vervuld, zouden worden beschouwd als arbeidsdagen in loondienst die het recht op werkloosheidsuitkeringen openen, in de volgende situaties waarin telkens specifieke voorwaarden vervuld moeten zijn:
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in de EU:
- Je arbeidsprestaties tellen mee, ongeacht je nationaliteit
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in het Verenigd Koninkrijk:
- Je arbeidsprestaties tellen mee, ongeacht je nationaliteit
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in Zwitserland:
Je bent Belg, Unieburger, Zwitser, erkend
of staatloze
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in Ijsland, Liechtenstein of Noorwegen:
- Je bent Belg, EER-onderdaan, erkend vluchteling of staatloze
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in Bosnië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of Montenegro:
- Je arbeidsprestaties tellen mee, ongeacht je nationaliteit
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in Turkije:
- Je bent Belg, Unieburger, Turk, erkend vluchteling of staatloze
Buitenlandse arbeidsdagen tellen ook mee, als zij zouden worden beschouwd als arbeidsdagen in loondienst die het recht op werkloosheidsuitkeringen openen volgens het recht van het land waar ze werden vervuld. Deze dagen worden steeds in rekening gebracht, in volgende situaties waarin telkens specifieke voorwaarden moeten vervuld zijn:
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in Algerije:
- Je bent Belg, Unieburger of Algerijn
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in San Marino:
- Je bent Belg, Unieburger of onderdaan van San Marino
- Je hebt buitenlandse arbeidsprestaties verricht in Tunesië
- Je bent Belg, Tunesiër, erkend vluchteling of staatloze
Een voorwaarde om werkloosheidsuitkeringen te kunnen ontvangen, is dat je voldoet aan de verblijfswetgeving. Je moet zowel op het moment van de aanvraag als op het moment van de toekenning van uitkeringen voldoen aan deze voorwaarde.
De RVA aanvaardt als wettig verblijf alle elektronische vreemdelingenkaarten en papieren verblijfsdocumenten die de houder ervan toestaan in België te werken. In eerste instantie wordt daarvoor rekening gehouden met de vermelding betreffende de toegang tot de arbeidsmarkt op het verblijfsdocument.
Op het moment van de toekenning van uitkeringen moet je ook nog mogen werken volgens de wetgeving die betrekking heeft op de tewerkstelling van vreemde werknemers.
- Als je een gecombineerde vergunning nodig hebt om te mogen werken en je gecombineerde vergunning vervalt, heb je geen recht op een werkloosheidsuitkering.
- Als het gewest je toelating tot arbeid intrekt, maar je behoudt je verblijfsrecht, heb je recht op werkloosheidsuitkeringen tot 60 dagen na het intrekken van de toelating tot arbeid op voorwaarde dat je een geldige A-kaart of bijlage 51 voorlegt.
- Als je werkgever je arbeidsovereenkomst beëindigt vooraleer je gecombineerde vergunning verstrijkt, heb je recht op een werkloosheidsuitkering tot 60 dagen na het beëindigen van je arbeidsovereenkomst.
Uitzondering:
- Als je een gecombineerde vergunning van onbepaalde duur aanvroeg, behoud je het recht op werkloosheidsuitkering ook na het verstrijken van de termijn van 60 dagen, op voorwaarde dat je nog een wettelijk verblijf hebt.
Je moet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en ingeschreven zijn bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling (VDAB, Actiris, Forem, ADG).
Heb je een gecombineerde vergunning, dan heb je geen toegang tot de volledige arbeidsmarkt. De gecombineerde vergunning geldt immers maar ten aanzien van één specifieke werkgever. De RVA is hier echter soepel in onder twee voorwaarden:
- de gecombineerde vergunning neemt vroegtijdig een einde
- je hebt een bijlage 51
In dat geval kent de RVA je toch een werkloosheidsuitkering toe op voorwaarde dat je bent ingeschreven bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling.
Naast bovenstaande voorwaarden moet je ook voldoen aan de algemene voorwaarden voor werkloosheidsuitkering:
- Onvrijwillig werkloos zijn.
- Geen loon hebben en niet werken. Voor onbezoldigd vrijwilligerswerk moet je toestemming vragen.
- Arbeidsgeschikt zijn.
- Ingeschreven zijn als werkzoekende.
- Voldoen aan de controleverplichtingen.
- Hoofdverblijfplaats in België hebben en daar effectief verblijven.
- Niet meer leerplichtig zijn en de wettelijke pensioenleeftijd nog niet bereikt hebben.
- Geen studies met volledig leerplan volgen (behoudens vrijstellingen).
- …
Bijzondere uitkeringen voor jongeren
De inschakelingspremie is een uitkering die jongeren na een bepaalde termijn, na het einde van hun studies kunnen ontvangen als zij nog geen werk hebben gevonden.
Je moet studies gevolgd hebben in België. Studies in het buitenland kunnen in beperkte mate het recht openen op de inschakelingsuitkering. Je mag niet meer leerplichtig zijn en moet jonger zijn dan 25 jaar. Je moet een termijn van 310 dagen (beroepsinschakelingstijd) doorlopen hebben, ongeacht je leeftijd. Daarop bestaat een uitzondering als je een alternerende opleiding hebt volbracht.
De startbonus (voor jongeren met woonplaats in het Vlaams gewest) of jongerenpremie (voor jongeren met woonplaats in het Brussels hoofdstedelijk gewest) is een premie voor jongeren die:
- onderwijs met een beperkt leerplan volgen
- een erkende opleiding in het kader van de deeltijdse leerplicht combineren met een praktijkopleiding
Je moet nog deeltijds leerplichtig zijn en jonger dan 18 jaar oud zijn wanneer je de alternerende opleiding start.
Lees meer:
- Vlaanderen: Startbonus
- Brussel: Jongerenpremie
Meer info
Wetgeving
- Artikel 61 van de EG verordening 883/2004
- Artikel 37, § 2 werkloosheidsbesluit van 25 november 1991
- Artikel 3 van het koninklijk besluit van 11 september 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit werkloosheidsreglementering van 25 november 1991
- Besluitwet van 28 december 1944
- Ministerieel Besluit van 25 september 2018 betreffende de start- en stagebonus
- Besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2018 betreffende de start- en stagebonus
- Artikel 4 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juni 2018 betreffende de premies om de alternerende opleiding te stimuleren
Extern