Retributie voor afgifte verblijfsdocument
Gemeentelijke retributie
Sinds 2017 kunnen gemeenten een retributie van hoogstens 50 euro vragen voor de vernieuwing, verlenging of vervanging van een elektronische verblijfskaart A.
De gemeenten mogen de retributie maximaal 1 keer per jaar innen.
De gemeenten bepalen autonoom of ze al dan niet een retributie invoeren, of ze voorzien in eventuele vrijstellingen, en het bedrag.
Voor wie?
- gezinsmigranten van een derdelander
- hun A kaart is maximaal 1 jaar geldig en kan jaarlijks worden vernieuwd
- erkende vluchtelingen
- hun A kaart is meteen 5 jaar geldig te tellen vanaf indiening van hun asielaanvraag
- personen met subsidiaire bescherming
- hun A kaart is eerst 1 jaar, en daarna 2 jaar geldig
- vreemdelingen met een medische regularisatie artikel 9ter Vw
- hun A kaart is minstens 1 jaar geldig en kan jaarlijks worden vernieuwd
- arbeidsmigranten
- hun A kaart is maximaal 1 jaar geldig en kan jaarlijks worden vernieuwd
- langdurig ingezetenen in een ander EU-land met tweede verblijf in België
- hun A kaart is 1 jaar geldig en kan jaarlijks worden vernieuwd
- niet-begeleide minderjarige vreemdelingen
- hun A kaart is 1 jaar geldig en kan jaarlijks worden vernieuwd
- derdelands studenten
- hun A kaart is geldig tot 31 oktober van het aflopende schooljaar en kan jaarlijks worden vernieuwd
- personen die een humanitaire regularisatie op basis van artikel 9bis Vw kregen
- hun A kaart is maximaal 1 jaar geldig en kan jaarlijks worden vernieuwd
- en slachtoffers van mensenhandel of mensensmokkel
- hun A kaart is 6 maanden geldig en kan telkens worden vernieuwd
Meer info
Wetgeving
- Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953
- Koninklijk Besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2 § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953