Fraudebepalingen in Verblijfswet aangepast
De Wet diverse bepalingen inzake asiel en migratie van 4 mei 2016 past ook de fraudebepalingen van de Verblijfswet aan. De wijzigingen gelden vanaf 7 juli 2016. Enerzijds worden verschillende fraudebepalingen opgeheven, anderzijds wordt een nieuwe algemene titel IIIquinquies ‘Fraude’ ingevoegd. De belangrijkste wijziging is dat fraude niet meer van doorslaggevend belang moet zijn voor het verblijfsrecht om het verblijf te weigeren of in te trekken, het volstaat voortaan dat de fraude heeft bijgedragen tot het verkrijgen of de erkenning van het verblijf.
Algemene fraudebepaling
Er wordt een nieuw artikel 74/20 ingevoegd in de Verblijfswet (Vw) dat een algemene fraudebepaling bevat:
De minister of zijn gemachtigde (DVZ) kan een machtiging of toelating tot verblijf weigeren of intrekken wanneer de betrokkene voor het verkrijgen van de machtiging of toelating:
- valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten heeft gebruikt
- fraude heeft gepleegd of
- andere onwettige middelen heeft gebruikt die bijdragen tot het verkrijgen van het verblijf
Voor het nemen van een dergelijke beslissing moet de minister of zijn gemachtigde rekening houden met:
- de aard en de hechtheid van de gezinsband van de betrokkene
- de duur van zijn verblijf in België
- het bestaan van familiebanden of culturele of sociale banden met het land van herkomst
De minister of zijn gemachtigde geeft in geval van intrekking of weigering van verblijf aan de betrokkene een bevel om het grondgebied te verlaten.
Deze nieuwe wetsbepaling geeft ook de mogelijkheid aan de minister of zijn gemachtigde om specifieke controles uit te voeren als er gegronde vermoedens zijn van fraude of van het gebruik van andere onwettige middelen.
Het nieuwe artikel 74/21 Vw bepaalt dat de minister of zijn gemachtigde de machtiging of toelating tot verblijf kan weigeren of beëindigen om dezelfde hierboven vermelden redenen en voorwaarden ten aanzien van:
- familieleden van derdelanders die hun verblijf bekwamen op basis van gezinshereniging met die derdelander én,
- indien het verblijfsrecht van de referentiepersoon omwille van fraude wordt geweigerd of ingetrokken.
Bron: Art. 35 en 36 Wet diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de Verblijfswet en Opvangwet, 4 mei 2016, inwerkingtreding 7 juli 2016.
Bijzondere fraudebepalingen voor Unieburgers en hun familieleden
De bijzondere fraudebepalingen voor Unieburgers en hun familieleden zoals voorzien in de artikelen 42 septies en 43 Vw worden ook gewijzigd.
Opdat de minister of zijn gemachtigde (DVZ) een einde kan maken aan het verblijf van een Unieburger of een familielid van een Unieburger, of de binnenkomst en het verblijf kan weigeren omwille van fraude, moet de fraude niet meer van “doorslaggevend belang” zijn. Het volstaat voortaan dat de fraude ”heeft bijgedragen tot het verkrijgen of de erkenning van het verblijf”.
Bron: Art. 23 en 24 Wet houdende diverse bepalingen inzake asiel en migratie en tot wijziging van de Verblijfswet en Opvangwet, 4 mei 2016, inwerkingtreding 7 juli 2016.