Geen BGV meer bij beslissing waartegen automatisch schorsend beroep openstaat

Geactualiseerd in oktober 2017

Als Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een beslissing neemt waartegen een automatisch schorsend beroep mogelijk is, mag die beslissing niet gepaard gaan met een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) als het BGV zou steunen op dezelfde feiten die geleid hebben tot de beslissing waartegen het schorsend beroep openstaat. Dat zegt de Raad van State in een cassatie-arrest van 11 mei 2017 (RvS nr. 238.170).

Dit betekent dat de betrokken vreemdeling nog steeds een bijlage 35 moet ontvangen wanneer hij beroep instelt. Ook zullen de bijlagen 20 en 21 in principe niet meer gepaard gaan met een BGV. Uit de praktijk blijkt dat DVZ deze rechtspraak volgt.

Automatisch schorsende beroepen

Artikel 39/79 van de Verblijfswet (Vw) somt een aantal beslissingen op waartegen een automatisch schorsend beroep openstaat. Het gaat onder meer om:

  • de weigering en beëindiging van een verblijf op basis van gezinshereniging
  • de weigering en beëindiging van verblijf van Unieburgers die zich beroepen op het vrij personenverkeer
  • de weigering van een verblijf aan een buitenlands student.

Het automatisch schorsend karakter van het beroep betekent dat tijdens de beroepstermijn (= tot 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing) en tijdens de termijn van de behandeling van het beroep geen enkele uitwijzingsbeslissing gedwongen uitgevoerd mag worden. Maar het houdt ook in dat er tijdens deze periode geen uitwijzingsbeslissing genomen mag worden “wegens feiten die aanleiding hebben gegeven tot de beslissing waartegen dat beroep is ingediend” (art. 39/79 §1, eerste lid Vw).

Praktijk DVZ

Het verbod om een uitwijzingsbeslissing te nemen stond haaks op het beleid van DVZ om gelijktijdig met beslissingen tot weigering of beëindiging van verblijf (opgesomd in art. 39/79 §1, tweede lid Vw) een BGV af te geven. Dat beleid was gebaseerd op artikel 7 Vw dat de minister of zijn gemachtigde verplicht een BGV af te leveren aan een vreemdeling in onwettig verblijf.

De RvS neemt afstand van die zienswijze en stelt dat deze vreemdelingen niet onwettig op het grondgebied verblijven, omdat artikel 39/79 Vw niet toelaat om een uitwijzingsbeslissing te nemen tijdens de beroepstermijn. Het verblijf kan bijgevolg niet onwettig zijn.

Gevolgen?

  • Uit de praktijk blijkt dat DVZ het standpunt van de Raad van State volgt en geen uitwijzingsbevel meer koppelt aan o.m. de bijlagen 20 en 21. Een eventueel BGV wordt pas afgeleverd indien geen beroep ingediend werd binnen de beroepstermijn of, indien wel beroep aangetekend werd, nadat het beroep verworpen werd door de RvV.
  • DVZ moet nog steeds een bijlage 35 afleveren tijdens de beroepsprocedure. De bijlage 35 is een maandelijks verblijfsdocument dat verlengd wordt zolang de automatisch schorsende beroepsprocedure duurt. Artikel 111 van het Verblijfsbesluit voorziet dat en moet gerijmd worden met de geest van art. 39/79 Verblijfswet, zoals geïnterpreteerd door de Raad van State. RvS arrest nr. 238.170 van 11 mei 2017 herhaalt ook dat een verblijf tijdens de termijn om een automatisch schorsend beroep in te dienen en tijdens de termijn van het ingediende automatisch schorsende beroep (met bijlage 35) geen onwettig verblijf is (zie ook RvS 25 november 2014, nr. 229.317). Ook het Hof van Cassatie bevestigt dat (HvC 26 april 2017, nr. P.17.0375.F/1).
  • Mogelijk moet daardoor ook de omzendbrief van 30 augustus 2013 over de bijlage 35 herbekeken worden. In deze omzendbrief (die nog van kracht is) vraagt DVZ aan gemeenten om vreemdelingen te schrappen uit het vreemdelingenregister of bevolkingsregister zodra DVZ een negatieve verblijfsbeslissing neemt, ook als er nog een schorsend beroep mogelijk is (met bijlage 35). Volgens DVZ schorst dat beroep de negatieve verblijfsbeslissing immers niet, het zorgt er enkel voor dat een uitwijzingsbeslissing (tijdelijk) niet gedwongen uitgevoerd kan worden. Deze instructie van DVZ in de omzendbrief van 30 augustus 2013 is moeilijk te verzoenen met de recente rechtspraak van de RvS en het HvC.