Nieuwe instructie Fedasil over transitie van materiële opvang naar financiële OCMW-steun

Sinds 1 augustus 2024 is er een nieuwe versie van de instructie 'Transitie van materiële hulp naar maatschappelijke begeleiding: maatregelen voor bewoners van collectieve opvangstructuren en begeleiding in de transitiefase'. Ze vervangt de vorige versie van 3 april 2020. Ook enkele bijlagen bij de instructie kregen een update. We verwerkten de wijzigingen op de pagina's.

Toepassingsgebied

  • Bewoners in de genoemde collectieve centra die een verblijf van meer dan drie maanden bekomen, namelijk:
    • een erkenning als vluchteling
    • een toekenning van subsidiaire bescherming
    • een regularisatie (ten gronde) op basis van medische of humanitaire redenen (artikel 9ter of 9bis Verblijfswet)
    • een toekenning van een A, E/ EU of F kaart op basis van gezinshereniging
  • Bewoners die worden opgevangen in het kader van het hervestigingsprogramma en die minimum 3 tot 8 weken in collectieve opvang hebben verbleven. Sinds 1 augustus 2024 is de verblijfsduur voor deze doelgroep opgetrokken van 6 naar 8 weken in een collectief opvangcentrum. 
  • De instructie is niet van toepassing op niet-begeleide minderjarigen. Voor hen is nog steeds de specifieke instructie van 11 maart 2024 van toepassing.
  • De instructie is sinds 1 augustus 2024 evenmin van toepassing op gezinnen waarbinnen één of meerdere kinderen (en niet de ouder(s)) één van bovenstaande machtigingen van verblijf kregen. Voor deze situaties blijft de instructie 'Transitie naar maatschappelijke dienstverlening: begeleide minderjarigen met een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden of de Belgische nationaliteit' van toepassing van 18 oktober 2021.

Keuze tussen twee opties

Ten laatste de derde werkdag na het bekomen van de machtiging tot verblijf moet de sociaal assistent een gesprek hebben met de bewoner en hem of haar de keuze voorleggen om:

  • ofwel de opvang op zeer korte termijn te verlaten indien de bewoner een eigen oplossing heeft. In dit geval ontvangt de bewoner maaltijdcheques en zal de sociaal assistent hiervoor een bestelling plaatsen (“hulp bij vervroegd vertrek”)
  • ofwel opvang en begeleiding te krijgen in een Lokaal Opvanginitiatief (LOI), of in geval van een specifieke kwetsbaarheid in opvangplaatsen van de NGO’s Vluchtelingenwerk Vlaanderen of Ciré (“transitie in de individuele opvang”)

Binnen de drie werkdagen na dit eerste gesprek moet de bewoner zijn of haar keuze meedelen.

1. Hulp bij vervroegd vertrek

Wanneer de bewoner terecht kan bij vrienden of familie en het centrum snel kan verlaten, zal het centrum maaltijdcheques toekennen voor een periode van vier maanden. Sinds 1 augustus 2024 geldt deze vorm van steun voor 4 maanden in plaats van 2 en hierdoor ontvangt men een éénmalig bedrag van 1680 euro per volwassene (4 maal 420 euro) en 720 euro per minderjarig kind (4 maal 180 euro). De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) heeft toegezegd dat deze maaltijdcheques geen impact hebben op de toekomstige toekenning van financiële steun of de steun die de persoon bij wie de bewoner zal verblijven ontvangt.

Binnen de drie werkdagen nadat de bewoner de cheques ontvangen heeft, moet hij of zij de opvang verlaten en wordt de materiële steun stopgezet. De sociaal assistent heeft de taak de bewoner te informeren over de verdere stappen die hij of zij moet ondernemen (documenten CGVS, contact OCMW, ziekenfonds, enz.)

Wanneer de bewoner deze optie kiest, wordt hij achteraf niet terug opgenomen in het opvangnetwerk. De keuze is dus definitief.

2. Transitie in de individuele opvang

Wanneer de bewoner ervoor kiest om de overgangsperiode in individuele opvang door te brengen, wordt hiervoor een aanvraag door de sociaal assistent ingediend bij Fedasil. De sociaal assistent moet aangeven wat de taal is waarin de kinderen onderwijs volgen, of er medische problemen zijn en of er een arbeidscontract is. Met deze zaken moet Fedasil rekening houden, tenzij de bewoner zelf aangeeft dat deze aspecten niet van doorslaggevend belang zijn. Fedasil houdt enkel rekening met het arbeidscontract als de bewoner zijn of haar bijdragen aan Fedasil regelmatig heeft betaald.

De aspecten taal, medische problematiek en arbeidscontract zijn imperatief. Dit betekent dat als Fedasil geen plaats vindt die aan deze criteria voldoet, de verhuis niet zal doorgaan en de transitie zal plaatsvinden vanuit het bestaande centrum. Andere bezorgdheden kunnen ook opgenomen worden in de aanvraag maar daar kan Fedasil niet steeds rekening mee houden.

Vanaf 1 april van elk jaar moet de sociaal assistent in de aanvraag ook aangeven waar de kinderen school volgen en indien de ouders wensen dat hun kinderen hun schooljaar daar kunnen afwerken. Fedasil gaat dan op zoek naar een LOI in de buurt van de school. Indien de ouders dit zelf niet doorslaggevend vinden, wordt er rekening gehouden met de taal, tenzij de ouders expliciet een voorkeur hebben voor een andere taalregio.

In het aanvraagformulier kan de sociaal assistent tot slot bepaalde criteria van kwetsbaarheid aanduiden. Op basis daarvan kan Fedasil beslissen om een toewijzing aan één van de NGO’s te doen.

Binnen maximum vijf werkdagen na de aanvraag stuurt Fedasil een beslissing, die binnen één werkdag moet betekend worden aan de bewoner. Binnen maximum drie werkdagen moet de bewoner verhuizen naar de toegewezen individuele opvang. Vanaf dan kan er enkel nog opvang genoten worden op die plaats. Indien de bewoner medicatie moet nemen, moet het centrum een voorraad meegeven voor vijf dagen. De nieuwe opvangstructuur moet ook op de hoogte gebracht worden van eventuele medische afspraken. De sociale en medische dossiers moeten eveneens overgedragen worden.

Wanneer er geen geschikte individuele opvang werd gevonden, zal de transitieperiode in het bestaande centrum aanvangen vanaf de beslissing van Fedasil. Bij deze beslissing van ‘onmogelijkheid om individuele plaats toe te wijzen', kan je alsnog de procedure ‘hulp bij vervroegd vertrek’ starten en alsnog vrijwillig de opvang verlaten met de regeling met maaltijdcheques. Sinds 1 augustus 2024 is het uitgekeerde bedrag in dat geval wel pro rata berekend aan de hand van de vertrektermijn: 

Wie kiest voor overplaatsing naar een individuele opvangplaats maar een weigering ontvangt wegens plaatsgebrek, mag de transitieperiode in het bestaande collectieve opvangcentrum doorbrengen. Wens je op een later tijdstip alsnog gebruik te maken van de regel 'vervroegd vertrek' uit het collectieve opvangcentrum, dan ontvang je sinds 1 augustus 2024 alsnog maaltijdcheques in functie van de nog resterende vertrekperiode: 

  • Vertrek je tijdens de eerste 2 maanden transitieperiode en vraag je geen uitstel van vertrek, dan ontvang je nog 2 maanden aan cheques: 840 euro per volwassene en 360 euro per kind.
  • Vertrek je pas na 3 maanden (initiële transitie + uitstel van 1 maand), dan ontvang je nog 1 maand aan cheques: 420 euro per volwassene en 180 euro per kind. 

Indien je de toewijzing naar de individuele plaats weigert, kan je geen gebruik meer maken van de procedure ‘hulp bij vervroegd vertrek’ en moet je het opvangcentrum verlaten. Indien de toewijzing naar de individuele plaats op een vergissing berust (bv. bewoner in een rolstoel, toegewezen aan een verdieping zonder lift) dan neemt de opvangstructuur contact op met de regio. Als deze vergissing wordt bevestigd, dan annuleert men de toewijzing en behandelt de regio de transfer aanvraag opnieuw.

Termijn van transitie en uitstel van vertrek uit de opvang

De termijn voor transitie blijft ook in deze instructie twee maanden. Na deze termijn eindigt dus het recht op materiële opvang. Deze termijn gaat in op:

  • de datum van de toekenning van de individuele plaats
  • de vaststelling van de onmogelijkheid tot toekenning van de individuele plaats (de negatieve beslissing over de transfer): de transitie vindt plaats in de bestaande collectieve opvang
  • de betekening van de machtiging tot verblijf wanneer de bewoner reeds in de individuele opvang verblijft: de transitie vindt plaats in dezelfde individuele opvang.

Voor bewoners in het kader van het hervestigingsprogramma bedraagt de termijn zes maanden vanaf de toewijzing aan de individuele opvang.

Tijdens de transitiefase moet de sociaal assistent van de individuele opvang de bewoner bijstaan in het bekomen van de verblijfsdocumenten, de zoektocht naar een woning (vb. het voorzien van tickets voor openbaar vervoer) en de installatie in de nieuwe woning (ziekenfonds, contact OCMW, verhuis, …).

Wanneer de transitie niet lukt binnen de voorziene termijn kan een aanvraag tot uitstel van vertrek ingediend worden met een specifiek formulier. Dit moet ten laatste 5 werkdagen voor de twee maanden afgelopen zijn aangevraagd worden. Fedasil zal doorgaans één maand uitstel toestaan, tenzij er een specifieke reden is om meteen meer dan één maand toe te staan. De aanvraag moet anders geformuleerd worden naargelang het om een eerste, tweede of derde aanvraag uitstel gaat:

  • bij de eerste aanvraag tot uitstel moet weergegeven worden welke eerste stappen ondernomen zijn in het kader van de zoektocht naar huisvesting
  • bij de tweede aanvraag tot uitstel moet er op gedetailleerde wijze aangetoond worden dat de bewoner effectief gezocht heeft naar een woning (lijst van gecontacteerde eigenaars, data van afspraken, enz.). De tweede aanvraag mag ingediend worden tot de laatste dag van het eerste toegekende uitstel.
  • een derde aanvraag tot uitstel wordt alleen toegekend bij uitzonderlijke omstandigheden gelinkt aan de menselijke waardigheid. Deze aanvraag moet vergezeld zijn van bewijzen die aantonen dat een transitie naar steun van het OCMW niet mogelijk was. Deze aanvraag mag eveneens ingediend worden tot de laatste dag van het tweede toegekende uitstel.
Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen en AgII