Wat is een schijnhuwelijk?
Definitie (artikel 146bis Burgerlijk Wetboek)
Een schijnhuwelijk is een huwelijk waarbij:
ondanks de gegeven formele toestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet gericht is op het totstandbrengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel.
Geen vrijgeleide voor ambtenaren of het parket om huwelijken te weigeren
De strijd tegen schijnhuwelijken mag er niet toe leiden dat elk gemengd huwelijk automatisch als verdacht bestempeld wordt (omzendbrief over de strijd tegen schijnhuwelijken en schijnsamenwoningen van 6 september 2013).
Het recht om te huwen is een fundamenteel mensenrecht. Het is niet verbonden aan de verblijfstoestand van de betrokken partijen. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de aangifte en de voltrekking van het huwelijk dus niet weigeren alleen op grond van het feit dat een vreemdeling onwettig op het grondgebied verblijft.
Een schijnhuwelijk mag niet verward worden met:
- een gedwongen huwelijk (ook verboden)
- een gearrangeerd huwelijk (niet verboden)
- een verstandshuwelijk (niet verboden)
Welke factoren wijzen op een schijnhuwelijk?
De omzendbrief over de strijd tegen schijnhuwelijken en schijnsamenwoningen van 6 september 2013 van de minister van Justitie geeft een niet-limitatief overzicht van een aantal factoren die gecombineerd 'een ernstige aanduiding kunnen vormen dat een schijnhuwelijk wordt beoogd'.
- partijen verstaan mekaar niet, of kunnen enkel op een gebrekkige wijze met elkaar communiceren, of doen beroep op een tolk
- partijen hebben elkaar vóór de huwelijkssluiting nooit eerder ontmoet
- één van de partijen woont duurzaam samen met iemand anders
- partijen kennen elkaars naam of nationaliteit niet
- één van de aanstaande echtgenoten weet niet waar de andere werkt
- manifest uiteenlopende verklaringen omtrent de omstandigheden van de ontmoeting
- een som geld wordt beloofd bij het aangaan van het huwelijk
- het uitoefenen van prostitutie door één van beiden
- het optreden van een tussenpersoon
- een groot leeftijdsverschil
- één van de partijen heeft het recht op gezinshereniging door huwelijk of wettelijke samenwoning al geopend voor één of meerdere andere personen
- één van de partijen heeft al één of meer pogingen gedaan om een schijnhuwelijk of een schijn-wettelijke samenwoning te sluiten
- één van de partijen is niet geslaagd in alle wettelijke mogelijkheden om zich in België te vestigen;
Volgens de Minister van Justitie moeten dus meerdere indicatoren aanwezig zijn voor er sprake kan zijn van een mogelijk schijnhuwelijk. Eén enkel element is onvoldoende.
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan zich onder meer baseren op:
- nagetrokken verklaringen of getuigenissen van de partijen zelf of van derden
- geschriften van de partijen zelf of van derden
- onderzoeken door politiediensten
Meer info
Wetgeving
- Artikel 146bis Burgerlijk Wetboek
- Wet van 2 juni 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, …, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de Verblijfswet van 15 december 1980, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen
Omzenbrieven en instructies
- Omzendbrief van 1 oktober 1999 van het college van parketten-generaal over schijnhuwelijken
- Omzendbrief van 6 september 2013 bij de wet van 2 juni 2013 met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen
Europese Commissie