Hof van Cassatie - C.23.0101.N - 11-04-2024

Samenvatting

Krachtens artikel 15, § 3, eerste lid, WBN kan de procureur des Konings een negatief advies uitbrengen inzake de verkrijging van de Belgische nationaliteit wanneer er een beletsel is wegens gewichtige feiten eigen aan de persoon, die hij in de motivering van zijn advies dient te omschrijven.

Artikel 1, § 2, eerste lid, 4°, a, WBN verwijst voor de bedoelde ‘gewichtige feiten eigen aan de persoon’ onder meer naar de gevallen in artikel 23 WBN.

Krachtens artikel 23, § 1, eerste lid, 2°, WBN kunnen bepaalde Belgen van hun nationaliteit vervallen worden verklaard indien zij ernstig tekortkomen aan hun verplichtingen als Belgische burger.

Uit voormelde bepalingen in hun onderlinge samenhang volgt dat ernstige tekortkomingen aan verplichtingen die gelden voor een Belgische burger ook ten aanzien van een kandidaat-Belg kunnen gelden als gewichtige feiten eigen aan de persoon die de verkrijging van de Belgische nationaliteit beletten.

De appelrechters die oordelen dat de nader bepaalde strafzaken en inzonderheid de strafrechtelijke veroordeling van de eiser bij arrest van 17 september 2021 van het hof van beroep te Antwerpen tot een werkstraf wegens opzettelijke slagen en verwondingen kunnen gelden als ‘ernstige tekortkomingen aan de verplichtingen als Belgisch burger’ in de zin van artikel 23, § 1, eerste lid, 2°, WBN, waarnaar artikel 1, § 2, eerste lid, 4°, WBN verwijst, en zodoende gelden als gewichtige feiten eigen aan de persoon die de verkrijging van de Belgische nationaliteit door de eiser beletten, verantwoorden hun beslissing naar recht.

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.