Hof van Cassatie - P.17.0375.F - 26-04-2017

Samenvatting

Artikel 25/2 van de Wet van 17 mei 2006 stelt : “De beperkte detentie, het elektronisch toezicht en de voorwaardelijke invrijheidstelling worden niet toegekend wanneer op grond van een advies van de Dienst Vreemdelingenzaken blijkt dat de veroordeelde niet toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf in het Rijk.”
 
Uit de voorbereidende werken bij dit artikel blijkt dat de wetgever de bedoeling had te vermijden dat deze strafuitvoeringsmodaliteiten toegekend zouden worden aan veroordeelden die niet op het grondgebied mogen verblijven. De wetgever achtte de re-integratie van personen zonder wettig verblijf niet mogelijk.
 
De bijlage 35 vermeldt: "de betrokkene is niet toegelaten of gemachtigd tot verblijf maar mag op het grondgebied verblijven in afwachting van een beslissing van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen". Dit doel van sociale re-integratie door de toekenning van bepaalde strafuitvoeringsmodaliteiten, is niet onmogelijk voor vreemdelingen met een bijlage 35.