Raad van State - 229.606 - 18-12-2014

Samenvatting

Het door de Ligue des Droits de l’Homme aangevochten samenwerkingsprotocol tussen de Dienst Vreemdelingenzaken, Fedasil en de Dienst Voogdij voorziet in een uitbreiding van de bevoegdheden van de politie. Zo is de politie op basis van het protocol niet meer verplicht contact op te nemen met de Dienst Voogdij wanneer zij een jongere aantrof die verklaarde een niet-begeleide minderjarige vreemdeling te zijn en moet de politie ter plaatse in een ziekenhuis dat een samenwerkingsovereenkomst heeft met de Dienst Voogdij zo snel mogelijk een leeftijdstest laten uitvoeren bij twijfel over de leeftijd van de jongere, hetgeen duidelijke uitbreidingen van artikel 6, §1 en §2, 1° van Titel VIII, Hoofdstuk 6 van de Programmawet 24/12/2002. Tevens voorziet het protocol in een oproeping, waarbij een opgeroepen niet-begeleide minderjarige vreemdeling zich binnen de 48 uur dient aan te melden ter registratie en identificatie. Indien de betrokken persoon tweemaal niet op deze oproeping ingaat, wordt hij automatisch als meerderjarig bestempeld. Dit is een duidelijke toevoeging aan de bestaande regelgeving die nergens voorziet in een dergelijk vermoeden van meerderjarigheid.
 
De Raad van State stelt op basis van het bovenstaande vast dat het bestreden protocol een reglementair besluit is. Het heeft immers een verplicht, onpersoonlijk en algemeen karakter heeft en is van toepassing op een onbepaald aantal gevallen die rechtstreeks betrekking hebben op een bepaalde categorie van burgers, met name iedereen in België die verklaard een niet-begeleide minderjarige vreemdeling te zijn en geen asiel heeft aangevraagd. Gezien het bestreden protocol een reglementair karakter heeft, diende het in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd te worden. Bovendien diende, gezien het reglementair karakter van het protocol, voorafgaand advies te worden ingewonnen bij de afdeling Wetgeving van de Raad van State. Bijgevolg wordt het protocol vernietigd.