Raad van State - 253.238 - 17-03-2022

Samenvatting

Betrokkene diende een aanvraag in om machtiging tot verblijf op grond van medische redenen conform artikel 9ter Vw. Ter staving van zijn identiteit legde hij een uittreksel uit zijn geboorteakte voor, evenals zijn rijbewijs. De Dienst Vreemdelingenzaken verklaarde de aanvraag echter onontvankelijk wegens gebrek aan identiteitsbewijs.
 
De RvV verwierp zijn beroep en was van oordeel dat betrokkene zijn identiteit inderdaad niet afdoende had aangetoond conform de bepalingen van artikel 9ter Vw. Op de voorgelegde geboorteakte stond immers geen foto, zodat de fysieke band tussen de houder ervan en betrokkene niet kon worden vastgesteld. Een rijbewijs bewijst volgens de RvV de identiteit niet, aangezien de doelstelling van een rijbewijs verschilt van de doelstelling van een internationaal paspoort, een gelijkwaardige verblijfsvergunning of een nationale identiteitskaart. Een rijbewijs kan dus niet gelijkgesteld worden met identiteitsbewijs. Ook de foto op het rijbewijs volstond volgens de RvV niet omdat de identiteit van betrokkene niet met zekerheid kon worden vastgesteld en hierdoor ook de band tussen beide documenten niet kan worden gegarandeerd, zelfs niet wanneer bepaalde gegevens erin met elkaar overeenstemmen.
 
De RvS verwijst vooreerst naar de bepalingen van artikel 9ter Vw. Deze stellen dat een vreemdeling die een medische regularisatieaanvraag indient, zijn identiteit moet kunnen aantonen aan de hand van een identiteitsdocument of een ander bewijselement dat zijn volledige naam, geboorteplaats en -datum en zijn nationaliteit bevat.
 
Daarnaast mag de identiteit ook bewezen worden aan de hand van alternatieve bewijselementen die samen de identiteit aantonen, op voorwaarde dat deze documenten uitgereikt werden door de bevoegde overheid (art. 9ter, §1, 2° Vw), niet opgesteld werden op basis van loutere verklaringen (§1, 4°) en minstens één ervan toelaat de fysieke band tussen de houder ervan en de betrokkene vast te stellen (§1, 3°).
 
De RvS oordeelt dat de RvV artikel 9ter Vw miskent met zijn stelling dat betrokkene zijn identiteit niet conform artikel 9ter Vw heeft aangetoond. De RvV was immers niet van oordeel dat de voorgelegde geboorteakte en het rijbewijs niet voldeden aan de voorwaarden voorzien in §1, 2° en 4° en bovendien stelde de RvV vast dat er een foto op het rijbewijs stond waardoor de fysieke band kon worden vastgesteld (§1, 3°). In tegenstelling tot wat de RvV meende, is het niet vereist dat ook de geboorteakte een foto bevatte, aangezien er al een foto op het rijbewijs stond. Volgens artikel 9ter Vw is het immers voldoende dat één van de alternatieve bewijsmiddelen voldoet aan de in §1, 3° gestelde voorwaarde. De RvS vernietigt dan ook het arrest van de RvV.

Meer info