Rechtbank van eerste aanleg Nijvel - 27-06-2008

Samenvatting

Hoewel rechters in het algemeen niet gebonden zijn door een omzendbrief, stelt deze rechtbank vast dat de minister van Justitie, door te eisen dat de vreemdeling op het moment van het afleggen van een nationaliteitsverklaring in het bezit moet zijn van een van de documenten opgesomd in de omzendbrief van 25 mei 2007, zichzelf niet alleen tegenspreekt, maar bovendien een voorwaarde toevoegt aan de wet. De wet stelt enkel als voorwaarde dat de aanvrager moet toegelaten of gemachtigd zijn om voor een langere termijn dan drie maanden in het Rijk te verblijven.