EHRM legt voorlopige maatregelen op: België moet asielzoekers voorzien van opvang en materiële bijstand

Update 22-8-2023

De Belgische Staat moet de uitspraak van de arbeidsrechtbank van Brussel uitvoeren en de verzoeker van internationale bescherming (VIB) onderdak en materiële bijstand verlenen om in zijn basisbehoeften te voorzien. Dat beslist het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) op 31 oktober 2022. Op 15 november 2022 legt het EHRM in een andere vergelijkbare zaak van verschillende VIB opnieuw voorlopige maatregelen op. Op 18 juli 2023 veroordeelde het EHRM België ook ten gronde in deze zaak.

Fedasil biedt geen opvang aan ondanks herhaaldelijke vraag om opvang en veroordeling arbeidsrechtbank Brussel

Een Guinese verzoeker om internationale bescherming (VIB) vraagt op 15 juli 2022 internationale bescherming. Fedasil wijst hem geen plaats in een opvangvoorziening toe en de man komt op straat terecht. De man dient een beroep in bij de arbeidsrechtbank. Op 22 juli 2022 oordeelt de arbeidsrechtbank dat de verzoeker opvang moet krijgen in een opvangcentrum, een hotel of een andere geschikte voorziening. Fedasil geeft geen gevolg aan de uitspraak van de rechtbank en gaat niet in op verschillende verzoeken om hem toch opvang te geven.

Verzoek om voorlopige maatregel aan het EHRM

De VIB vraagt een voorlopige maatregel aan het EHRM. Hij wil dat het EHRM de Belgische Staat verplicht het rechterlijk bevel van de arbeidsrechtbank uit te voeren. Hij verwijst in zijn aanvraag naar de toenemende koude, vochtigheid en naar het feit dat hij kampt met honger en gezondheidsproblemen. Hij verwijst ook naar de schurftepidemie onder de op straat levende VIB, een situatie die nog verergert door het gebrek aan sanitaire voorzieningen. Hij voert ook aan dat hij geen arts vindt om zijn medische problemen snel te laten onderzoeken. Verzoeker is dan ook van mening dat verschillende van zijn fundamentele mensenrechten zijn geschonden zoals: het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling (artikel 3 EVRM), het recht op een eerlijk proces en een doeltreffend rechtsmiddel (artikelen 6 en 13 EVRM) en het recht op de eerbiediging van zijn privé- en gezinsleven (artikel 8 EVRM).

EHRM stelt reëel risico op onomkeerbare schade vast en dwingt de Belgische staat om uitspraak arbeidsrechtbank uit te voeren

Het Hof legt een voorlopige maatregel op en verplicht de Belgische Staat de uitspraak de arbeidsrechtbank van Brussel uit te voeren. De maatregel wordt genomen zonder vooruit te lopen op latere beslissingen over de ontvankelijkheid of de grond van de zaak. Het Hof gaat slechts in uitzonderlijke gevallen in op dergelijke verzoeken, alleen als de verzoeker een reëel risico loopt op onomkeerbare schade.