Wijziging RvV-beroep bij asielaanvraag uit veilig land en bij meervoudige asielaanvraag

Op 31 mei 2014 zijn wetswijzigingen in werking getreden inzake het beroep tegen bepaalde asielbeslissingen tot niet-inoverwegingneming van het CGVS. De belangrijkste nieuwigheden zijn:

  • Asielzoekers afkomstig uit een zogenaamd veilig land van herkomst hebben voortaan een schorsend beroep, in "volle rechtsmacht" bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).
  • Ook asielzoekers met een meervoudige asielaanvraag hebben voortaan een schorsend beroep in volle rechtsmacht bij de RvV, behalve bepaalde uitzonderingen.
  • Voor beide beroepen gelden bijzondere, korte beroepstermijnen.
  • Deze wetswijziging heeft ook gevolgen voor het recht op materiële opvang van beide categorieën. Fedasil gaf daarover nieuwe instructies.

Hieronder volgt meer info over deze en andere punten.

Beroep asielzoeker uit veilig land (artikel 57/6/1 Verblijfswet)

De aard van het RvV-beroep (artikel 39/2 Vw is gewijzigd):

  • Het beroep bij de RvV is voortaan schorsend en met volle rechtsmacht, zoals bij andere asielberoepen. De RvV kan in beroep dus bijvoorbeeld de beslissing van het CGVS bevestigen, of hervormen en de vluchtelingenstatus of de subsidiaire bescherming toestaan of weigeren.
  • Daarnaast krijgt de RvV voor deze beroepen een bijzondere annulatiebevoegdheid: de RvV kan de beslissing tot niet-inoverwegingneming wegens veilig land van herkomst vernietigen, omdat er ernstige aanwijzingen bestaan dat de asielzoeker in aanmerking zou kunnen komen voor erkenning als vluchteling of voor subsidiaire bescherming. Het CGVS moet de asielaanvraag dan opnieuw en ditmaal ten gronde onderzoeken.

Korte beroepstermijnen (artikel 39/57, § 1, tweede lid Vw is uitgebreid):

  • De beroepstermijn tegen een beslissing tot niet-inoverwegingneming is 15 dagen.

Snelle behandeling op de griffie van de RvV (nieuw artikel 39/72/1 Vw):

  • Wanneer er een beroep is ingediend tegen een beslissing tot niet-inoverwegingneming, dan zendt de griffie van de RvV binnen 1 werkdag na inschrijving op de rol, een afschrift aan het CGVS. De griffier deelt ook mee dat het administratief dossier binnen 3 werkdagen vanaf zijn kennisgeving, moet worden neergelegd bij de griffie.

Snelle behandeling door RvV (gewijzigd artikel 39/76 Vw):

  • De RvV heeft een termijn van 30 dagen om een arrest te vellen. Dit is een termijn van orde, zonder sanctie op een overschrijding ervan.

Beroep meervoudige asielaanvraag (artikel 57/6/2 Verblijfswet)

UItzondering op de aard van het RvV beroep (gewijzigde artikels 39/2 Vw en 39/70 Vw):

  • Tegen een beslissing tot niet-inoverwegingneming van het CGVS wegens meervoudige asielaanvraag bestaat voortaan in principe een opschortend beroep, met volle rechtsmacht bij de RvV.
  • Uitzondering: het beroep tegen de niet-inoverwegingneming van een meervoudige asielaanvraag is niet opschortend als het CGVS oordeelt dat een terugkeer niet leidt tot direct of indirect refoulement, én:
    • het een derde of volgende asielaanvraag betreft (na definitieve beslissing over een tweede asielaanvraag),
    • of een tweede asielaanvraag die binnen de 48 uur voor de geplande repatriëring wordt ingediend louter om de repatriëring te vertragen of te hinderen.

Uitzondering op de termijn van het RvV beroep (gewijzigd artikel 39/57, § 1, tweede lid Vw)

  • Tegen een beslissing tot niet-inoverwegingneming van het CGVS wegens meervoudige asielaanvraag bestaat voortaan in principe een verkorte termijn van 15 dagen (zoals bij veilig herkomstland).
  • Uitzondering:
    • Voor mensen in detentie is dit 10 dagen, als het gaat om een eerste beslissing tot niet-inoverwegingneming; of 5 dagen als het gaat om een tweede of verdere niet- inoverwegingneming.
    • Opmerking: de formulering in de wet geeft niet duidelijk aan of de 5 dagen termijn alleen geldt voor mensen in detentie met een tweede of volgende niet-inoverwegingneming, of voor alle mensen met een tweede of volgende niet-inoverwegingneming. Volgens de memorie van toelichting van de wet is de termijn van 5 dagen alleen bedoeld voor mensen in detentie.

Motivering waarom er geen refoulement zal zijn (artikel 57/6/2, eerste lid Vw is uitgebreid):

  • Het CGVS moet bij zijn beslissing tot niet-inoverwegingneming ook redenen geven waarom er geen sprake kan zijn van direct of indirect refoulement.

Bijkomende vermelding in beslissing CGVS

Voor de duidelijkheid zal het CGVS bij elke beslissing van weigering van inoverwegingneming van een asielaanvraag:

  • duidelijk vermelden of het beroep voor de RvV opschortend is of niet;
  • de beroepstermijn vermelden;
  • (en bij meervoudige asielaanvraag) uitdrukkelijk motiveren rond het non-refoulement beginsel.

Overgangsbepalingen

  • Voor beslissingen tot niet-inoverwegingneming die betekend zijn voor 31 mei 2014 en waarvan de 30 dagen voor het toenmalige annulatieberoep nog lopen, kan de asielzoeker er voor kiezen om binnen die termijn een nieuw verzoekschrift in te dienen.
  • Voor annulatieberoepen die zijn ingediend tegen een beslissing van niet-inoverwegingneming en die al op de rol van de RvV zijn geplaatst voor 31 mei 2014 en waarvoor nog geen eindarrest is geveld, zal de griffie per aangetekende brief de asielzoeker laten weten dat hij/zij een nieuw verzoekschrift kan indienen.
    • Vanaf de kennisgeving van de aangetekende post heeft de asielzoeker nog 30 dagen om een nieuw verzoekschrift in te dienen. Als de asielzoeker dit inderdaad doet, dan wordt er vanuit gegaan dat hij/zij afstand doet van het oorspronkelijke verzoekschrift.
    • Als de asielzoeker geen nieuw verzoekschrift indient, dan gebruikt de RvV het oorspronkelijke verzoekschrift en wordt dit van rechtswege gelijkgesteld met een beroep in volle rechtsmacht.
  • Voor annulatieberoepen die nog voor 31 mei 2014 werden ingediend en die nog niet op de rol van de RvV zijn geplaatst, zal de griffie de asielzoeker een brief sturen met de mededeling het verzoekschrift te regulariseren, zoals vermeld in art. 39/69, §1 Vw. Tegelijk zal er een aangetekend schrijven worden verstuurd met de mededeling dat het mogelijk is een nieuw verzoekschrift in te dienen.
  • Zolang de bovenstaande procedure en het onderzoek van dit beroep door de RvV nog loopt, kan de asielzoeker niet worden gerepatrieerd.

Voor materiële opvang gaf Fedasil de volgende instructies:

  • Voor asielzoekers uit een veilig land van herkomst is er recht op opvang gedurende de beroepstermijn en het beroep bij de RvV. Dit geldt dus ook voor mensen die nu al weg zijn uit de opvang en die een hangend annulatieberoep hebben: zij kunnen zich opnieuw aanmelden bij de dienst Dispatching.
  • Ook mensen die voor 21 september 2014 een bijzonder beroep indienen op basis van arrest nr. 1/2014 van het Grondwettelijk Hof, kunnen zich wanneer dat beroep effectief hangende is weer aanmelden bij Dispatching.
  • De toewijzing aan open terugkeerplaatsen (OTP’s) is nu voor iedereen gelijk: ook asielzoekers uit een veilig herkomstland krijgen een toewijzing bij negatief RvV arrest.
  • Voor mensen die een meervoudige asielaanvraag indienen, is er enkel recht op opvang tijdens de beroepsprocedure als Fedasil in eerste instantie al opvang had verleend bij de asielaanvraag (en dus geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid een code no show te geven vanaf de tweede asielaanvraag). Fedasil maakt geen onderscheid tussen een tweede en derde asielaanvraag, hetgeen de nieuwe Verblijfswet wel doet (alleen bij de tweede is het beroep nog automatisch schorsend).
Bericht van Kruispunt M-I en Vluchtelingenwerk Vlaanderen