Raad van State - 245.404 - 11-09-2019

Samenvatting

Verzoekers dienen een annulatieberoep in tegen het KB van 16 februari 2015 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Verzoekende partijen voeren onder meer een schending aan van het algemene beginsel van behoorlijk bestuur en het proportionaliteitsbeginsel omdat de bedragen zich niet redelijke verhouden tot de kostprijs van de dienst. Verzoekende partijen redeneren dat het niet tot dubbel zoveel werk kan leiden voor de administratie in het geval een tweede persoon aanwezig is bij eenzelfde aanvraag.
 
Verwerende partijen houden vast aan de stelling dat de bijdrage zich wel redelijk verhoudt tot de kostprijs van de dienst.
 
De Raad van State stelt vast dat de beslissing van verwerende partij niet gebaseerd is op exacte en pertinente informatie om de gemiddelde kostprijs van de verleende dienst te bepalen voor de aanvragen onderworpen aan die vergoeding. Volgens de Raad van State zijn de bedragen in het reglement niet evenredig met de kost van de gepresteerde diensten.
 
De wetgever heeft namelijk uitdrukkelijk bepaald dat de vergoeding in verhouding moet staan tot de administratieve kosten van de behandeling van verblijfsaanvragen.

Meer info