De gewaarborgde gezinsbijslag

Opgelet!

De informatie op deze pagina is enkel nog relevant in overgangssituaties. De huidige regelgeving staat beschreven op de pagina's over de gezinsbijslag in Vlaanderen of Brussel. Je vindt op die pagina's onder 'Veelgestelde vragen' meer informatie over de overgangsmaatregelen. 

Wat?

De gewaarborgde gezinsbijslag is een vangnet voor wie geen kinderbijslag ontvangt op basis van een Belgische, buitenlandse of internationale regeling. Of je recht hebt op gewaarborgde gezinsbijslag hangt onder meer af van jouw verblijfsstatuut. Alleen bepaalde categorieën van vreemdelingen (niet-Belgen) hebben er recht op.

De bevoegde instantie was het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED).

Voorwaarden

Je ontvangt geen gezinsbijslag op basis van een Belgische, buitenlandse of internationale regeling. Je ontvangt een (equivalent) leefloon, een inkomensgarantie voor ouderen of hebt een laag inkomen.

Je moet je in 1 van de volgende situaties bevinden:

  • Jij of je kind zijn Belg.
  • Jij of je kind hebben de nationaliteit van een land waar de Europese verordeningen over sociale zekerheid van toepassing zijn. Dat zijn de lidstaten van de Europese Unie en Ijsland, Zweden, Liechtenstein (EER), en Zwitserland. 
  • Jij en je kind hebben een machtiging tot verblijf of vestiging, en één van jullie heeft de nationaliteit van een land dat het Europees Sociaal Handvest of het Herziene Europees Sociaal Handvest goedgekeurd heeft. Klik op 'Lees verder' voor een opsomming van die landen. 
AlbaniëGeorgiëMontenegroServië
AndorraKroatiëOekraïneTurkije
AzerbeidzjanMacedoniëRusland 
Bosnië en HerzegovinaMoldaviëSan Marino 
  • Jij of je kind hebben de status van erkend vluchteling of erkend staatloze. Het Grondwettelijk Hof besliste op 11 januari 2012 dat als je erkend staatloze bent en geen verblijfsrecht hebt in België, je toch recht hebt op de gewaarborgde gezinsbijslag als je je nationaliteit onvrijwillig verloor. Je moet dan wel aantonen dat je geen wettige en duurzame verblijfstitel kan krijgen in een andere staat waarmee je banden zou hebben.
  • Jij hebt de status van subsidiair beschermde.
  • Jij bent geregulariseerd op basis van de wet van 22 december 1999 of op basis van criteria 2.8.A en 2.8.B van de regularisatieinstructie van 19 juli 2009 (machtiging tot onbeperkt verblijf).
  • Jij bent onderworpen aan de Belgische leerplicht.
  • Jij verblijft al minstens 4 jaar werkelijk en ononderbroken in België en hebt bij de aanvraag een toelating of machtiging tot verblijf of vestiging. Sinds 2014 aanvaardt FAMIFED geen attest van immatriculatie meer als bewijs van de toelating of machtiging tot verblijf (lees meer over de toepassing van de verblijfsvoorwaarde door Famifed en lees ook over de verdeelde rechtspraak daarover). In behartigenswaardige gevallen kan de Minister van Sociale Zaken afwijken van de verblijfsvoorwaarde van 4 jaar. Klik op 'Lees verder' voor meer info.

Vraag eerst de gewaarborgde gezinsbijslag aan bij FAMIFED. Na weigering vraag je binnen 90 dagen een individuele afwijking aan bij de Minister. Als de Minister weigert, dan kan je beroep instellen bij de arbeidsrechtbank. De arbeidsrechtbank mag de weigering alleen vernietigen als de minister de weigering onvoldoende motiveerde (wettigheidscontrole). De arbeidsrechtbank mag niet oordelen of je je in een behartenswaardige toestand bevindt. Dat mag alleen de minister beoordelen in het kader van zijn discretionaire bevoegdheid.

Het kind moet uitsluitend of hoofdzakelijk ten laste zijn van jou. Als het kind officieel bij jou woont en dat blijkt ook uit de registers, is er een vermoeden dat het kind hoofdzakelijk ten laste is van jou. Als het kind niet bij jou woont, moet je aantonen dat je voor meer dan de helft voorziet in het levensonderhoud van het kind.

Het kind moet een bloedverwant zijn tot de 3de graad of een kind van je (ex-) echtgenoot of je partner. Als dat niet het geval is, moet het kind al minstens 5 jaar werkelijk en ononderbroken in België verblijven. Bloedverwanten tot de 3de graad zijn kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, broers en zusters, neven en nichten.

Het kind moet werkelijk in België verblijven. Als het kind geen Belg is, moet het kind een toelating of machtiging tot verblijf of vestiging hebben. De minister kan niet afwijken van deze voorwaarde.

Ook de aanvrager heeft op het moment van de aanvraag een toelating of machtiging tot verblijf of vestiging nodig.

Als jij of je kind niet aan de verblijfsvoorwaarde voldoet en in een ‘behartigenswaardige’ situatie zit, kan je een uitzondering vragen aan de Minister van Sociale Zaken. Dan moet je eerst de gewaarborgde gezinsbijslag aanvragen bij FAMIFED. Na weigering vraag je binnen 90 dagen een individuele afwijking aan bij de minister. Als de minister weigert, dan kan je beroep instellen bij de arbeidsrechtbank. De arbeidsrechtbank mag de weigering alleen vernietigen als de Minister de weigering onvoldoende motiveerde (wettigheidscontrole). De arbeidsrechtbank mag niet oordelen of je je in een behartigenswaardige toestand bevindt. Dat mag alleen de minister beoordelen in het kader van zijn discretionaire bevoegdheid.

Aan wie uitbetaald?

De gezinsbijslag wordt in principe uitbetaald aan de moeder. Als iemand anders instaat voor de daadwerkelijke opvoeding van het kind, wordt de kinderbijslag uitbetaald aan die persoon. Als de moeder onwettig in het land verblijft, kan aan de vader worden uitbetaald.

Geen recht?

Als je geen recht hebt op de gewaarborgde gezinsbijslag, bekijk dan of je recht hebt op de ‘equivalent gewaarborgde gezinsbijslag’. Dat is een verhoging van het bedrag van de financiële steun uitgekeerd door het OCMW als maatschappelijke dienstverlening, tot het bedrag van de gewaarborgde gezinsbijslag. De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn (cumulatief): 

  • Je hebt recht op maatschappelijke dienstverlening.
  • FAMIFED weigerde je aanvraag voor gewaarborgde gezinsbijslag.
  • Je hebt één of meerdere minderjarige kinderen ten laste.
  • De begunstigde van de maatschappelijke dienstverlening is niet je minderjarig kind zelf.