Belg worden: alleen A2 mondelinge taalkennis nodig voor analfabeten

In het kort

Er wordt een nieuw begrip opgenomen in het Wetboek van de Belgische Nationaliteit (WBN): analfabeet. Het nieuwe artikel 1, §2, 5° WBN definieert analfabeten als personen waarvoor aangetoond wordt dat zij wel het mondelinge maar niet het schriftelijke niveau A2 kunnen behalen, ook niet na het volgen van opleidingen. Hiermee komt de wetgever tegemoet aan de ongrondwettigheid die het Grondwettelijk Hof (GwH) vaststelde op 23-3-2023, namelijk dat er geen uitzondering op de taalvoorwaarde was voorzien voor analfabeten. Analfabeten die Belg willen worden, moeten alleen nog het mondelinge niveau A2 van het Europees Referentiekader voor Talen (ERK) bewijzen. En dus niet meer het schriftelijke niveau A2, zoals andere vreemdelingen. De wetswijziging trad in werking op 8-4-2024.

Bewijs taalkennis voor analfabeten  - geen schriftelijk A2 nodig

Om Belg te worden moet je in de meeste gevallen een bewijs van taalkennis voorleggen. Artikel 1 WBN bepaalt dat je een minimale kennis van één van de drie landstalen van niveau A2 ERK moet bewijzen. Dit houdt zowel een mondeling als een schriftelijk luik in. Artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 somt acht mogelijke bewijzen van taalkennis op. 

Dat er voor analfabeten geen uitzondering was voorzien op de voorwaarde van taalkennis is volgens het GwH in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Deze uitzondering wordt dus nu toegevoegd in artikel 1, §2, 5° WBN: ‘Voor een analfabeet in de zin van dit WBN is enkel het bewijs van een mondelinge kennis die gelijk is aan het niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen, vereist’.

Attest Ligo dat A2 schriftelijk niet behaald kan worden

Maar wie is analfabeet? In art. 1, §2, 10° WBN wordt analfabeet beschreven als ‘de persoon die de vereiste mondelinge taalkennis bezit maar niet over de taalkundige basiscompetenties en inzichten beschikt, waardoor hij de schriftelijke kennis gelijk aan niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen niet kan verwerven, zelfs door deel te nemen aan een door de bevoegde gemeenschapsoverheid daartoe ingerichte opleiding. De inachtneming van deze voorwaarden wordt bevestigd door de bevoegde gemeenschapsoverheid.’

Dat wil zeggen dat ‘de bevoegde gemeenschapsoverheid’ moet aantonen dat het voor de betrokkene niet mogelijk is om het schriftelijke niveau A2 te behalen, ook niet na het volgen van opleidingen. Ligo, dit zijn de Centra voor Basiseducatie, is voor de Vlaamse Gemeenschap de bevoegde gemeenschapsoverheid. Zij zijn immers de bevoegde onderwijsinstanties voor alfabetiseringstrajecten van analfabeten. 

In de situaties waarbij een alfacursist, een persoon die een alfabetiseringstraject volgt, onmogelijk het schriftelijke niveau A2 kan behalen, attesteert Ligo dit dus, op vraag van de betrokkene en na onderzoek. In de praktijk doet Ligo dit al sinds het arrest 53/2023 van het GwH op 23 maart 2023. Dit attest van Ligo moet aanvaard worden als bewijs dat een alfacursist het schriftelijke niveau A2 ERK niet kan behalen. 

Welke attesten heeft analfabeet nodig om taalkennis te bewijzen?

Een analfabeet kan zijn talenkennis dus bewijzen door de beide documenten hieronder voor te leggen, cumulatief:

  • één van de twee certificaten van Ligo die aantonen dat het niveau A2 mondeling behaald werd, zijnde:
    • ‘certificaat van de opleiding NT2 Alfa – Mondeling Richtgraad 1 en Schriftelijk Richtgraad 1.1’, of
    • ‘certificaat van de opleiding NT2 Alfa – Mondeling Richtgraad 1’
  • én een attest van Ligo dat het onmogelijk is om schriftelijk het niveau A2 te behalen.

A2 schriftelijk niet mogelijk binnen opleidingsaanbod alfa van Vlaams Gemeenschap

Juridisch:attest van Ligo overbodig  

Binnen het opleidingsaanbod in het leergebied ‘Alfabetisering Nederlands tweede taal’ van de Vlaamse Gemeenschap, aangeboden door Ligo, de Centra voor Basiseducatie, is het onmogelijk om schriftelijk het niveau A2 te volgen. Het hoogste schriftelijke niveau in dat leergebied is het niveau A1. De Vlaamse Overheid heeft dit zo beslist omdat uit de praktijk bleek dat het nagenoeg onmogelijk is voor alfa-cursisten om schriftelijk een hoger niveau dan A1 te behalen. 

Alfa-cursisten hebben overigens verschillende jaren nodig om A1 te behalen. Wanneer tijdens het traject blijkt dat de cursist toch een hoger niveau zou kunnen behalen, haalt Ligo die persoon nog tijdens het alfatraject uit de les en verwijst deze door naar lessen op een hoger niveau. 

Wanneer een cursist een attest behaalt in het alfatraject, stelden de leerkrachten gedurende het hele traject vast dat een hoger niveau niet mogelijk is. Als de cursist een certificaat in een alfa-traject behaalt, betekent dit de facto dus dat een hoger schriftelijk niveau dan A1 niet haalbaar is. Op die manier bewijst het certificaat in het alfatraject dat het gaat om een analfabeet in de zin van het WBN: ‘de persoon die de vereiste mondelinge taalkennis bezit maar niet over de taalkundige basiscompetenties en inzichten beschikt, waardoor hij de schriftelijke kennis gelijk aan niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen niet kan verwerven, zelfs door deel te nemen aan een door de bevoegde gemeenschapsoverheid daartoe ingerichte opleiding.’ 

Aan het einde van het alfabetiseringstraject kunnen twee certificaten worden afgeleverd door Ligo: 

  • certificaat van de opleiding NT2 Alfa – Mondeling Richtgraad 1 en Schriftelijk Richtgraad 1.1 ofwel
  • certificaat van de opleiding NT2 Alfa – Mondeling Richtgraad 1

Eén van beide certificaten is dus voldoende als bewijs van talenkennis voor een analfabeet, want:

  • Het mondelinge A2 niveau is aangetoond: ‘richtgraad 1’ stemt immers overeen met A2 ERK
  • Het is bewezen dat de betrokkene analfabeet is in de zin van het WBN. De leerkracht van Ligo heeft immers geoordeeld dat het alfatraject het juiste traject is voor de cursist en deze onmogelijk een hoger lesniveau kan volgen. Dit wil zeggen dat A2 schriftelijk niet behaald kan worden. 

In de praktijk: attest toch nodig?

In de praktijk raden we aan om, naast het bewijs van A2 mondeling, ook door Ligo te laten attesteren dat A2 schriftelijk niet behaald kan worden, als dat het geval is voor de betrokkene. Dat attest moet voorgelegd worden samen met het certificaat. 

Andere bewijzen taalkennis: bijvoorbeeld werk of beroepsopleiding

Daarnaast is het natuurlijk mogelijk om op een andere van de acht manieren de taalkennis aan te tonen, zoals artikel 1 van het KB van 14 januari 2013 voorziet. Bijvoorbeeld door het bewijzen van vijf jaar onafgebroken (deeltijds) werk, of door het hebben gevolgd van een beroepsopleiding van minimum 400 uur.

Ook alle inburgeringsattesten zouden aanvaard moeten worden als bewijs van taalkennis. Binnen het inburgeringstraject van de Vlaamse Overheid geldt dat inburgeraars voor het trajectonderdeel Nederlands (NT2) het niveau A2 behaald moeten hebben vooraleer ze het inburgeringsattest kunnen krijgen, als ze tenminste ook geslaagd zijn voor de doelstellingen van alle andere trajectonderdelen (maatschappelijke oriëntatie, inschrijving bij VDAB of Actiris, deelname i.k.v. het participatie- en netwerktraject). Voor analfabete inburgeraars geldt een uitzondering voor het trajectonderdeel NT2: zij moeten op mondeling vlak wel niveau A2 behalen, maar schriftelijk moeten zij het ‘zelfredzaamheidsniveau’ behalen (art. 29 van het inburgeringsbesluit van 29/01/2016). Als zij daarin slagen, en ook de doelstellingen van de andere trajectonderdelen van het inburgeringstraject behalen, krijgen zij een inburgeringsattest. Hieruit volgt dat élk inburgeringsattest een bewijs van taalkennis is:

  • Voor ‘gewone’ inburgeraars bewijst het inburgeringsattest dat zij voor NT2 het gehele niveau A2 behaald hebben
  • Voor analfabete inburgeraars bewijst het inburgeringsattest dat zij op mondeling vlak het niveau A2 behaald hebben, en op schriftelijk vlak het zelfredzaamheidsniveau.

In de praktijk aanvaarden de meeste parketten de inburgeringsattesten niet als bewijs van taalkennis: zij willen een apart bewijs, bijvoorbeeld van een Ligo of een CVO, zien.