Voorwaarden gezinshereniging 'ander familielid' economisch actieve Unieburger

Voorwaarden en documenten

Een 'ander familielid' van een Unieburger kan bv. een oom of nicht zijn, een feitelijke partner enz. Maar ook een 'klassiek' familielid van een Unieburger dat niet voldoet aan de voorwaarden voor gezinshereniging. Bv. een ouder die niet 'ten laste' is van de Unieburger maar wel deel uitmaakte van zijn gezin in het herkomstland. Of een wettelijk geregistreerde partner die niet voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde. Er zijn vier mogelijke categorieën 'andere familieleden' waarvoor telkens specifieke voorwaarden gelden.

Je moet je identiteit bewijzen. Dat doe je normaal met een geldig paspoort of nationale identiteitskaart. Als je visumplichtig bent moet je in principe ook een visum hebben.

Maar je mag het bewijs van je identiteit ook leveren met:

  • een vervallen paspoort
  • een vervallen identiteitskaart
  • een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, afgegeven door een andere lidstaat van de EER
  • een duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, afgegeven door een andere lidstaat van de EER
  • enig ander bewijs van je identiteit

In de praktijk aanvaardt DVZ enkel documenten met biometrische en veiligheidskenmerken (bijv. foto en/of vingerafdrukken). 

Als je bij binnenkomst in België niet in het bezit bent van een geldige identiteitskaart of paspoort en, eventueel, geldig visum, kan DVZ een administratieve geldboete opleggen van 200 euro. 

Je bent een ‘ander familielid’ in één van de volgende vier situaties:

  1. Je hebt een deugdelijk bewezen duurzame relatie met de Unieburger. Bovendien moet je voldoen aan volgende voorwaarden:
    • Je komt niet in aanmerking voor gezinshereniging als ‘wettelijk geregistreerde partner’ (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden);
    • Je bent niet verwant aan je partner. Niet alle familieleden zijn uitgesloten. Alleen de volgende verwante partners komen niet in aanmerking voor gezinshereniging:
      • (schoon)(groot)ouders en (schoon)(klein)kinderen,
      • broers en/of zussen,
      • oom/tante en nicht/neef
    • Je mag géén duurzame partnerrelatie hebben met een ander persoon

      Door te eisen dat je niet verwant mag zijn aan je partner en dat beide partners geen duurzame partnerrelatie mogen hebben met een ander persoon, geeft België een eigen, nationale, invulling aan het begrip ‘ander familielid – duurzame partner’ terwijl dit een exclusieve bevoegdheid is van de Uniewetgever en het Hof van Justitie.

      Je moet bewijzen dat je een relatie hebt en dat de relatie een duurzaam karakter heeft. Je mag het duurzaam karakter van de relatie bewijzen met elk bewijsmiddel. 

      DVZ moet in het bijzonder rekening houden met de intensiteit, duur en stabiele aard van de banden tussen de partners. In de praktijk hanteert DVZ voor de beoordeling van het duurzame en stabiele karakter van de relatie, quasi dezelfde criteria als voor wettelijk geregistreerde partners. D.w.z. het bewijs dat je:
      • gedurende minstens 1 jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken in België of een ander land samenwoonde, of
      • elkaar ten minste 2 jaar kent en bewijst dat je regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhield. Binnen die 2 jaar moet je mekaar minstens driemaal ontmoet hebben en die ontmoetingen moeten in totaal 45 of meer dagen betreffen, of
      • een gemeenschappelijk kind hebt.

        > Deze (rigide) praktijk is betwistbaar omdat zowel de Uniewetgever als de Belgische wetgever bepalen dat het duurzaam karakter van de relatie met elk bewijsmiddel bewezen mag worden. 

  2. Je bent in het herkomstland ten laste van de Unieburger. Het gaat om een financiële afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs van ten laste zijn moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
    • De voorwaarde dat je ‘ten laste’ bent van de Unieburger moet volgens de memorie van toelichting bij de Verblijfswet, geïnterpreteerd worden conform de rechtspraak van het Hof van Justitie. Dat betekent dat je in de periode vóór je aanvraag voor gezinshereniging, afhankelijk was van de financiële of materiële bijstand van de persoon die je komt vervoegen. Dit om minimaal te kunnen overleven in je herkomstland of gewoonlijke verblijfplaats. Lees hier wanneer je 'ten laste' bent.
  3. Je was in het herkomstland deel van het gezin van de Unieburger. Er moet sprake zijn van een een nauwe, duurzame en persoonlijke band ('emotionele afhankelijkheid'). Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs deel uit te maken van het gezin moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
    • Om te bepalen of er sprake is van een nauwe, duurzame en persoonlijke band moet men, volgens het HvJ, rekening houden met de volgende criteria:
      • de graad van verwantschap (tussen de Unieburger en het ander familielid);
      • de hechtheid van de familieband, de reciprociteit en de intensiteit van de band. De band moet van die aard zijn dat, mocht het ander familielid in België niet kunnen inwonen bij de Unieburger, minstens één van beiden daaronder zou lijden;
      • de duur van het samenleven;
      • om 'deel uit te maken van het gezin van de Unieburger in het herkomstland' is het niet nodig dat de Unieburger aan het hoofd van het huishouden staat/stond.
  4. Je hebt vanwege ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de Unieburger strikt nodig. Het gaat om een lichamelijke afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden):
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte)
    • Zowel de ernstige gezondheidsredenen, als de noodzaak van verzorging door de Unieburger, moet bewezen worden. De Verblijfswet preciseert niet hoe je dat moet bewijzen. 

Je moet bewijzen dat de Unieburger bij wie je je wil voegen, een verblijfsrecht heeft in België. Bijvoorbeeld met een kopie van zijn bijlage 19 of van zijn EU kaart. Of een bewijs dat de Unieburger naar België zal komen in de nabije toekomst. 

Je moet je familielid in België begeleiden of je bij hem voegen. Dat betekent dat jullie feitelijk een gezinscel moeten vormen. Samenwonen is strikt genomen geen vereiste om een gezinscel te vormen. Wel dat er affectieve of financiële banden bestaan. Als je samenwoont met je familielid moet je geen bijkomende bewijzen voorleggen. De gezinscel blijkt dan uit de samenwoonst. 

Meer info

Wetgeving