Kort verblijf als derdelands familielid van een Unieburger

In het kort

Sommige derdelands familieleden van een Unieburger hebben recht op een kort verblijf in België, samen met de Unieburger. Visumplichtige familieleden hebben recht op een specifiek C-visum 'familielid van een Unieburger'. De voorwaarden en procedure voor een kort verblijf zijn voor hen soepeler dan voor andere derdelands onderdanen. 

Recht op binnenkomst en kort verblijf

Familieleden van een Unieburger mogen België binnenkomen en er verblijven voor een periode van maximum drie maanden. Dit is een recht, geen gunst en vloeit voort uit het Unierecht. Hierin verschillen derdelands familieleden van een Unieburger van andere derdelands onderdanen. Om van het (automatisch) recht op binnenkomst en kort verblijf te genieten moet het familielid de Unieburger wel begeleiden of zich (later) bij hem voegen.

Welke familieleden komen in aanmerking?

De volgende familieleden van een Unieburger genieten van het (automatisch) recht op binnenkomst en kort verblijf, samen met de Unieburger:

'Andere familieleden' van Unieburgers

'Andere familieleden' van een Unieburger hebben geen (automatisch ) recht op binnenkomst. Wel moet België hun binnenkomst en verblijf 'vergemakkelijken'. In tegenstelling tot gewone familieleden wordt hun visum (type C) niet kosteloos verstrekt en binnen vijftien dagen afgeleverd.

  • De volgende familieleden van een Unieburger worden beschouwd als 'andere familieleden':
    • de duurzame partner;
    • het ander familielid 'ten laste' van de Unieburger;
    • het ander familielid dat deel uitmaakt van het gezin van de Unieburger;
    • het ander familielid dat wegens ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de Unieburger nodig heeft.

Binnenkomstdocumenten

Om België binnen te komen heb je in principe een geldig paspoort nodig, voorzien van een geldig visum als je visumplichtig bent op basis van je nationaliteit. Ga na in bijlage I bij EU-Verordening 2018/1806 of je onderdaan bent van een land dat visumplichtig is.

Heb je één van de volgende documenten? Dan ben je toch vrijgesteld van visumplicht ook al ben je onderdaan van een visumplichtig land:

  • een 'verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie', afgeleverd door België of een andere lidstaat van de Europese Unie
  • een 'duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie', afgeleverd door België of een andere lidstaat van de Europese Unie
  • een geldige verblijfvergunning afgegeven door een lidstaat van de Schengengrenscode

Heb je geen geldig paspoort, zo nodig voorzien van een visum? Dan mag je België toch binnenkomen als je één van de volgende documenten hebt: 

  • een, al dan niet geldig, paspoort of identiteitskaart;
  • een 'verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie', afgeleverd door België of een andere lidstaat van de Europese Unie;
  • een 'duurzame verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie', afgeleverd door België of een andere lidstaat van de Europese Unie;
  • een ander bewijs van je identiteit en nationaliteit dat aantoont dat je als familielid van een Unieburger geniet van het vrij personenverkeer. DVZ zal elk voorgelegd bewijs individueel beoordelen.

Er zijn dan twee mogelijkheden:

  1. Als je vrijgesteld bent van visumplicht krijg je van DVZ Grenscontrole een bijzonder doorlaatbewijs in de vorm van een bijlage 10quater;
  2. Als je visumplichtig bent krijg je een visum (aan de grens). Tenzij je geen geldig paspoort hebt: dan krijg je een visumverklaring. Zowel het visum, als de visumverklaring hebben een geldigheidsduur van drie maanden.

Kan je geen van bovenstaande documenten voorleggen? Dan moet DVZ Grenscontrole je binnen redelijke grenzen de mogelijkheid geven om de vereiste documenten te bekomen of om je ze binnen een redelijke termijn te laten bezorgen. Door je bijvoorbeeld te laten bellen naar iemand die je bovenstaande documenten kan bezorgen aan de grens.

DVZ Grenscontrole moet je die mogelijkheid geven vooraleer je de toegang tot België te weigeren.

Als je België binnenkomt zonder in het bezit te zijn van een geldig paspoort, zo nodig voorzien van een visum, kan DVZ je een administratieve geldboete opleggen van 200 euro. In de praktijk maakt DVZ geen gebruik van deze mogelijkheid.

Bewijs familieband

Je moet het bewijs voorleggen van je familieband met de Unieburger. 

In principe moet je je verwantschap of partnerschap bewijzen met officiële documenten. Heb je een buitenlandse akte? Dan moet je die eventueel laten legaliseren of voorzien van een apostille. Ga dit na op de website van de FOD Buitenlandse zaken. Als de akte in een andere taal opgesteld is dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels, moet een beëdigd vertaler de akte vertalen. De Belgische ambassade werkt samen met een aantal beëdigde vertalers. Contacteer de ambassade om te weten op welke vertalers je een beroep kan doen. 

Als je de verwantschap of het partnerschap niet kan bewijzen met officiële documenten kan DVZ rekening houden met 'andere geldige bewijzen'. Meer info hierover vind je in de omzendbrief van 17 juni 2009. Kan je ook geen ‘andere geldige bewijzen’ voorleggen, dan kan DVZ jou en de Unieburger uitnodigen voor een gesprek. DVZ kan ook voorstellen om een DNA-analyse te laten uitvoeren.

Sommige familieleden moeten, naast het bewijs van hun verwantschap of partnerschap met de Unieburger, bijkomende bewijzen voorleggen:

  • (Klein)kinderen vanaf 21 jaar en (groot)ouders moeten bewijzen dat ze in het herkomstland ten laste zijn van de Unieburger en zijn echtgenoot of partner;
  • Het 'ander familielid' dat in het herkomstland ten laste is van de Unieburger moet hiervan het bewijs leveren;
  • Het 'ander familielid' van de Unieburger dat in het herkomstland deel uitmaakt van het gezin van de Unieburger moet hiervan het bewijs leveren;
  • Het 'ander familielid' van de Unieburger dat wegens ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de Unieburger strikt nodig heeft, moet hiervan het bewijs leveren;
  • Het 'ander familielid' van de Unieburger dat een relatie heeft met de Unieburger moet zijn duurzaam partnerschap met die Unieburger bewijzen.

Wil je meer weten over 'andere familieleden' van Unieburgers? En welke bewijzen ze moeten voorleggen?

Je bent een ‘ander familielid’ in één van de volgende vier situaties:

  1. Je hebt een deugdelijk bewezen duurzame relatie met de Unieburger. Bovendien moet je voldoen aan volgende voorwaarden:
    • Je komt niet in aanmerking voor gezinshereniging als ‘wettelijk geregistreerde partner’ (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden);
    • Je bent niet verwant aan je partner. Niet alle familieleden zijn uitgesloten. Alleen de volgende verwante partners komen niet in aanmerking voor gezinshereniging:
      • (schoon)(groot)ouders en (schoon)(klein)kinderen,
      • broers en/of zussen,
      • oom/tante en nicht/neef
    • Je mag géén duurzame partnerrelatie hebben met een ander persoon

      Door te eisen dat je niet verwant mag zijn aan je partner en dat beide partners geen duurzame partnerrelatie mogen hebben met een ander persoon, geeft België een eigen, nationale, invulling aan het begrip ‘ander familielid – duurzame partner’ terwijl dit een exclusieve bevoegdheid is van de Uniewetgever en het Hof van Justitie.

      Je moet bewijzen dat je een relatie hebt en dat de relatie een duurzaam karakter heeft. Je mag het duurzaam karakter van de relatie bewijzen met elk bewijsmiddel. 

      DVZ moet in het bijzonder rekening houden met de intensiteit, duur en stabiele aard van de banden tussen de partners. In de praktijk hanteert DVZ voor de beoordeling van het duurzame en stabiele karakter van de relatie, quasi dezelfde criteria als voor wettelijk geregistreerde partners. D.w.z. het bewijs dat je:

      • gedurende minstens 1 jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken in België of een ander land samenwoonde, of
      • elkaar ten minste 2 jaar kent en bewijst dat je regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhield. Binnen die 2 jaar moet je mekaar minstens driemaal ontmoet hebben en die ontmoetingen moeten in totaal 45 of meer dagen betreffen, of
      • een gemeenschappelijk kind hebt.

        > Deze (rigide) praktijk is betwistbaar omdat zowel de Uniewetgever als de Belgische wetgever bepalen dat het duurzaam karakter van de relatie met elk bewijsmiddel bewezen mag worden. 

  2. Je bent in het herkomstland ten laste van de Unieburger. Het gaat om een financiële afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs van ten laste zijn moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
    • De voorwaarde dat je ‘ten laste’ bent van de Unieburger moet volgens de memorie van toelichting bij de Verblijfswet, geïnterpreteerd worden conform de rechtspraak van het Hof van Justitie. Dat betekent dat je in de periode vóór je aanvraag voor gezinshereniging, afhankelijk was van de financiële of materiële bijstand van de persoon die je komt vervoegen. Dit om minimaal te kunnen overleven in je herkomstland of gewoonlijke verblijfplaats. Lees hier wanneer je 'ten laste' bent.
  3. Je was in het herkomstland deel van het gezin van de Unieburger. Er moet sprake zijn van een een nauwe, duurzame en persoonlijke band ('emotionele afhankelijkheid'). Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs deel uit te maken van het gezin moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
    • Om te bepalen of er sprake is van een nauwe, duurzame en persoonlijke band moet men, volgens het HvJ, rekening houden met de volgende criteria:
      • de graad van verwantschap (tussen de Unieburger en het ander familielid);
      • de hechtheid van de familieband, de reciprociteit en de intensiteit van de band. De band moet van die aard zijn dat, mocht het ander familielid in België niet kunnen inwonen bij de Unieburger, minstens één van beiden daaronder zou lijden;
      • de duur van het samenleven;
      • om 'deel uit te maken van het gezin van de Unieburger in het herkomstland' is het niet nodig dat de Unieburger aan het hoofd van het huishouden staat/stond.
  4. Je hebt vanwege ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de Unieburger strikt nodig. Het gaat om een lichamelijke afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden):
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte)
    • Zowel de ernstige gezondheidsredenen, als de noodzaak van verzorging door de Unieburger, moet bewezen worden. De Verblijfswet preciseert niet hoe je dat moet bewijzen. 

Unieburger begeleiden of vervoegen

Naast het bewijs dat je een familielid bent van een Unieburger, moet je ook bewijzen dat je een Unieburger in België begeleidt of komt vervoegen. 

Door bijvoorbeeld een kopie voor te leggen van zijn paspoort of identiteitskaart en een bewijs dat de Unieburger al in België verblijft. Bijvoorbeeld een kopie van zijn bijlage 19 of EU kaart. Of een bewijs dat de Unieburger naar België zal komen in de nabije toekomst. Bijvoorbeeld een arbeidscontract bij een Belgisch bedrijf op zijn naam.

Procedure

Een derdelands familielid van een Unieburger kan zijn aanvraag indienen bij de diplomatieke post zelf. In plaats van bij een externe dienstverlener. Het visum kort verblijf moet kosteloos en in principe binnen vijftien dagen afgeleverd worden. Dit geldt niet voor 'andere familieleden' van een Unieburger.

Als je visumplichtig bent vraag je een visum C aan als 'familielid van een Unieburger'. Daartoe leg je volgende documenten voor:

  • een geldig paspoort 
  • bewijzen van je familieband
  • eventuele bewijzen van je afhankelijkheid > (klein)kinderen vanaf 21 jaar en (groot)ouders van de Unieburger of zijn echtgenoot of partner; 'ander familielid' ten laste of deel van het gezin van de Unieburger en 'ander familielid' met ernstige gezondheidsredenen dat een persoonlijke verzorging door de Unieburger nodig heeft
  • eventueel bewijs van je duurzaam partnerschap > 'ander familielid' - duurzame partner van de Unieburger

Wil je meer weten over 'andere familieleden' van Unieburgers? En welke bewijzen ze precies moeten voorleggen?

Je bent een ‘ander familielid’ in één van de volgende vier situaties:

  1. Je hebt een deugdelijk bewezen duurzame relatie met de Unieburger. Bovendien moet je voldoen aan volgende voorwaarden:
    • Je komt niet in aanmerking voor gezinshereniging als ‘wettelijk geregistreerde partner’ (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden);
    • Je bent niet verwant aan je partner. Niet alle familieleden zijn uitgesloten. Alleen de volgende verwante partners komen niet in aanmerking voor gezinshereniging:
      • (schoon)(groot)ouders en (schoon)(klein)kinderen,
      • broers en/of zussen,
      • oom/tante en nicht/neef
    • Je mag géén duurzame partnerrelatie hebben met een ander persoon

      Door te eisen dat je niet verwant mag zijn aan je partner en dat beide partners geen duurzame partnerrelatie mogen hebben met een ander persoon, geeft België een eigen, nationale, invulling aan het begrip ‘ander familielid – duurzame partner’ terwijl dit een exclusieve bevoegdheid is van de Uniewetgever en het Hof van Justitie.

      Je moet bewijzen dat je een relatie hebt en dat de relatie een duurzaam karakter heeft. Je mag het duurzaam karakter van de relatie bewijzen met elk bewijsmiddel. 

      DVZ moet in het bijzonder rekening houden met de intensiteit, duur en stabiele aard van de banden tussen de partners. In de praktijk hanteert DVZ voor de beoordeling van het duurzame en stabiele karakter van de relatie, quasi dezelfde criteria als voor wettelijk geregistreerde partners. D.w.z. het bewijs dat je:

      • gedurende minstens 1 jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken in België of een ander land samenwoonde, of
      • elkaar ten minste 2 jaar kent en bewijst dat je regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhield. Binnen die 2 jaar moet je mekaar minstens driemaal ontmoet hebben en die ontmoetingen moeten in totaal 45 of meer dagen betreffen, of
      • een gemeenschappelijk kind hebt.

        > Deze (rigide) praktijk is betwistbaar omdat zowel de Uniewetgever als de Belgische wetgever bepalen dat het duurzaam karakter van de relatie met elk bewijsmiddel bewezen mag worden. 

  2. Je bent in het herkomstland ten laste van de Unieburger. Het gaat om een financiële afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs van ten laste zijn moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
    • De voorwaarde dat je ‘ten laste’ bent van de Unieburger moet volgens de memorie van toelichting bij de Verblijfswet, geïnterpreteerd worden conform de rechtspraak van het Hof van Justitie. Dat betekent dat je in de periode vóór je aanvraag voor gezinshereniging, afhankelijk was van de financiële of materiële bijstand van de persoon die je komt vervoegen. Dit om minimaal te kunnen overleven in je herkomstland of gewoonlijke verblijfplaats. Lees hier wanneer je 'ten laste' bent.
  3. Je was in het herkomstland deel van het gezin van de Unieburger. Er moet sprake zijn van een een nauwe, duurzame en persoonlijke band ('emotionele afhankelijkheid'). Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden): 
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte). 
    • Het bewijs deel uit te maken van het gezin moet in principe afgegeven worden door de bevoegde overheden van het land van herkomst. Als die overheden geen bewijs afgeven, kan je het bewijs met elk passend middel leveren. 
    • Om te bepalen of er sprake is van een nauwe, duurzame en persoonlijke band moet men, volgens het HvJ, rekening houden met de volgende criteria:
      • de graad van verwantschap (tussen de Unieburger en het ander familielid);
      • de hechtheid van de familieband, de reciprociteit en de intensiteit van de band. De band moet van die aard zijn dat, mocht het ander familielid in België niet kunnen inwonen bij de Unieburger, minstens één van beiden daaronder zou lijden;
      • de duur van het samenleven;
      • om 'deel uit te maken van het gezin van de Unieburger in het herkomstland' is het niet nodig dat de Unieburger aan het hoofd van het huishouden staat/stond.
  4. Je hebt vanwege ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de Unieburger strikt nodig. Het gaat om een lichamelijke afhankelijkheid. Bovendien kom je niet aanmerking voor gezinshereniging als echtgenoot, gelijkgestelde partner, wettelijk geregistreerde partner, (stief)(klein)kind of (schoon)(groot)ouder van de Unieburger (omdat je niet voldoet aan één of meerdere voorwaarden):
    • Het bewijs dat je een familielid bent van de Unieburger (bijvoorbeeld een geboorteakte)
    • Zowel de ernstige gezondheidsredenen, als de noodzaak van verzorging door de Unieburger, moet bewezen worden. De Verblijfswet preciseert niet hoe je dat moet bewijzen. 

De Belgische post, DVZ of de externe dienstverlener mag geen andere documenten vragen zoals een bewijs van huisvesting, een bewijs van voldoende bestaansmiddelen, een uitnodiging of een retourticket (dat wel gevraagd wordt bij de aanvraag van een gewoon Schengenvisum type C). Om die reden moet je als familielid van een Unieburger bepaalde vakken op het visumaanvraagformulier niet invullen. Bijvoorbeeld vragen over je huidig beroep en werkgever; over je verblijfplaats in België; over de persoon die je uitnodigt, enzovoort.

Let op! Als je niet bewijst dat je een familielid bent van een Unieburger (door bovenstaande documenten voor te leggen) zal de diplomatieke post je beschouwen als een gewone derdelander en zal het de regels voor een gewoon Schengenvisum type C toepassen.

Je vraagt je visum aan bij de bevoegde Belgische diplomatieke post. De meeste posten werken samen met een externe dienstverlener, een zogenaamd 'visa application center' (VAC), dat de visumaanvraag voor de post in ontvangst neemt. Als familielid van een Unieburger heb je het recht om je rechtstreeks tot de Belgische post te wenden en daar je aanvraag in te dienen. 

Als de Belgische post werkt met een afsprakensysteem, moet het afzonderlijke telefoonlijnen voorzien voor familieleden van Unieburgers tegen het gewone lokale tarief. De beschikbaarheid van die lijnen moet overeenstemmen met de beschikbaarheid van de lijnen voor andere categorieën van aanvragers tegen verhoogd tarief. Ook moeten afspraken onmiddellijk vastgelegd worden.

In principe moet het familielid de visumaanvraag persoonlijk indienen bij de bevoegde Belgische post. Wanneer het onmogelijk of buitengewoon moeilijk is om zich te verplaatsen naar de post om de aanvraag persoonlijk in te dienen, kan de aanvraag uitzonderlijk via communicatie op afstand gebeuren. Hiervoor moet je eerst de toestemming krijgen van de bevoegde Belgische post: het gezinslid moet een e-mail sturen waarin het motiveert waarom het onmogelijk of buitengewoon moeilijk is om zich te verplaatsen naar de bevoegde post om de aanvraag persoonlijk in te dienen. Het is de post die beslist of de indiening op afstand mogelijk is. Als de post de indiening op afstand aanvaardt, stuurt het de aanvrager een visumaanvraagformulier en instructies voor het betalen van de visumleges. Het familielid kan dan zijn visumaanvraag per email sturen naar de bevoegde post. Als de post de indiening op afstand weigert, zal het de aanvrager hiervan per email op de hoogte brengen. Het familielid moet dan de normale procedure volgen en zich persoonlijk aanbieden bij de bevoegde post. Tegen de weigering van de post om de aanvraag op afstand in te dienen kan je een beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen

Het C-visum moet kosteloos verstrekt worden binnen een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop je bewijst dat richtlijn 2004/38/EG op jou van toepassing is. Enkel in uitzonderlijke gevallen, en mét een behoorlijke motivatie, kan deze termijn verlengd worden. Volgens de Europese Commissie moet de lidstaat het visum ten laatste binnen vier weken na de aanvraag afgeven. Opgelet: deze versnelde procedure geldt niet voor het 'ander familielid'.

Geen van deze termijnen zijn juridisch afdwingbaar. In de praktijk moet je vaak enkele weken tot maanden wachten op de afgifte van je visum.

DVZ kan je C-visum of binnenkomst alleen weigeren in één van de volgende gevallen: 

  1. Je hebt niet bewezen dat je een familielid bent van een Unieburger en dat je geniet van het vrij personenverkeer.
  2. DVZ kan je binnenkomst weigeren als je fraude pleegde die bijdroeg aan het bekomen van je visum.
  3. Je vormt een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid. De beslissing moet uitsluitend gebaseerd zijn op je persoonlijk gedrag. Een strafrechtelijke veroordeling is niet voldoende. Je gedrag moet een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormen voor een fundamenteel belang van de samenleving. Een weigering tot afgifte van het visum om de enkele reden dat je in het Schengen Informatie Systeem (SIS) gesignaleerd staat, is onvoldoende.
  4. Je vormt een gevaar voor de volksgezondheid. Enkel als je lijdt aan een ziekte die vermeld wordt in de lijst bij de Verblijfswet, kan je binnenkomst en kort verblijf geweigerd of beëindigd worden. Het gaat om potentieel epidemische ziekten zoals gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie of andere infectieziekten of besmettelijke parasitaire ziekten. Je vindt de lijst met gevaarlijke ziekten terug in het vak 'Meer informatie'. Bij ernstige aanwijzingen kan DVZ je binnen de drie maanden na je datum van binnenkomst onderwerpen aan een kosteloos medisch onderzoek om aan te tonen dat je (niet) lijdt aan een van die ziekten. DVZ mag deze medische onderzoeken niet systematisch opleggen.

Voordat DVZ je visum of binnenkomst weigert in hypotheses 2, 3 of 4 moet het rekening houden met de volgende elementen:

  • de duur van je verblijf in België. Dit kan ook een vroeger verblijf zijn.
  • je leeftijd
  • je gezondheidstoestand
  • je gezins- en economische situatie
  • je sociale en culturele integratie in België
  • je banden met het herkomstland

Tegen een visumweigering of weigering van binnenkomst kan je een annulatieberoep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. 

De Belgische post kan het C-visum ambtshalve afgeven, zonder tussenkomst van DVZ. Alleen als de post het visum wil weigeren of bij twijfel zal het de visumaanvraag doorsturen naar DVZ, die een beslissing zal nemen. Sommige posten maken alle visumaanvragen over aan de DVZ en leveren zelf, ambtshalve, geen visa af. Het visum wordt kosteloos verstrekt, behalve aan de 'andere familieleden': aan hen kan wel een kost aangerekend worden.

Ben je niet visumplichtig? Dan kan je gewoon naar België reizen en je aanmelden bij de Belgische gemeente voor een kort verblijf of een procedure gezinshereniging.

Melding van aanwezigheid

Je moet je aanwezigheid melden bij de gemeente van je verblijfplaats binnen tien werkdagen na je aankomst in België. Op voorlegging van de documenten die bewijzen dat je familielid bent van een Unieburger, geeft de gemeente je een bijlage 3ter af ('melding van aanwezigheid'). Dit document is geen verblijfsdocument en wordt kosteloos verstrekt.

Je bent niet verplicht je aanwezigheid te melden:

  • als je logeert in een logementshuis dat onderworpen is aan de wetgeving betreffende de controle op reizigers
  • als je tijdens je reis in België opgenomen wordt voor behandeling in een ziekenhuis of een soortgelijke verplegingsinrichting
  • als je aangehouden bent en in een strafinrichting of een inrichting tot bescherming van de maatschappij gedetineerd bent

Als je je aanwezigheid niet meldt binnen tien werkdagen kan DVZ je een administratieve geldboete opleggen van 200 euro. In de praktijk maakt DVZ geen gebruik van deze mogelijkheid.

Duur van je kort verblijf

Met een kort verblijf kan je als derdelands familielid van een Unieburger maximum drie maanden in België blijven. 

Als je na drie maanden België verlaat, kan je nadien terugkomen naar België voor een nieuwe periode van maximum drie maanden. Eventueel na het aanvragen en bekomen van een visum (als je visumplichtig bent). Er is géén referentieperiode waarbinnen je telkens een verblijfsrecht hebt van maximum drie maanden, zoals bij gewone derdelanders. Je vorige verblijf moet wel 'daadwerkelijk en effectief' beëindigd zijn, om recht te hebben op een nieuw kort verblijf.

Einde kort verblijf

DVZ kan jekort verblijf alleen beëindigen in de volgende gevallen: 

  • Je bent het familielid van een economisch niet-actieve Unieburger (= EU-beschikker of EU-student) en vormt een onredelijke belasting voor de sociale bijstand;
  • Je vormt een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid. De beslissing moet uitsluitend gebaseerd zijn op je persoonlijk gedrag. Een strafrechtelijke veroordeling is niet voldoende. Je gedrag moet een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormen voor een fundamenteel belang van de samenleving. 
  • Je vormt een gevaar voor de volksgezondheid. Alleen als je lijdt aan een ziekte die vermeld wordt in de lijst bij de Verblijfswet, kan je kort verblijf beëindigd worden. Het gaat om potentieel epidemische ziekten zoals gedefinieerd door de Wereldgezondheidsorganisatie of andere infectieziekten of besmettelijke parasitaire ziekten. Bij ernstige aanwijzingen kan DVZ je binnen drie maanden na je datum van binnenkomst onderwerpen aan een kosteloos medisch onderzoek om aan te tonen dat je (niet) lijdt aan een van die ziekten. De DVZ mag deze medische onderzoeken niet systematisch opleggen.

Daarnaast kan DVZ je kort verblijfsrecht retroactief intrekken als je fraude pleegde die bijgedragen heeft tot de erkenning van je verblijfsrecht.

Vooraleer DVZ je kort verblijfsrecht beëindigt of intrekt moet het altijd rekening houden met de volgende elementen:

  • de duur van je verblijf in België
  • je leeftijd
  • je gezondheidstoestand
  • je gezins- en economische situatie
  • je sociale en culturele integratie in België
  • je banden met het herkomstland

Tegen de beëindiging of intrekking van je kort verblijf kan je een automatisch schorsend beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen