Voorwaarden voor een beroepskaart in het Vlaams gewest

Voorwaarden voor de zelfstandige activiteit

De zelfstandige activiteit moet:

  • economisch levensvatbaar zijn
  • geen negatieve invloed hebben op de markteconomie en de werkgelegenheid
  • geen bedreiging vormen voor de openbare orde en de veiligheid van het Belgische grondgebied
  • voldoen aan de belastingverplichtingen, de sociale wetgeving en, indien van toepassing, het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de uitvoeringsbesluiten ervan.
  • innovatieve, economische, culturele, artistieke of sportieve meerwaarde bieden voor Vlaanderen

Wat betekent economische, innovatieve, culturele, artistieke en sportieve meerwaarde?

Er is een innovatieve meerwaarde in een van de volgende gevallen:

  • ontwikkelen van nieuwe producten, diensten of processen en die omzetten in toegevoegde waarde
  • toepassen van nieuwe of verbeterde technologieën op bestaande producten, diensten of processen en die omzetten in toegevoegde waarde
  • samenwerken met een accelerator of incubator. In het Ministerieel Besluit van 25 februari 2022 wordt een limitatieve lijst van acceleratoren en incubatoren vastgelegd. 
    • Een accelerator is een entiteit die een zelfstandige beroepsactiviteit met een innovatieve meerwaarde ondersteunt door specifieke programma's met een beperkte duurtijd aan te bieden waarmee ze haar groeitraject verder kan uitwerken.
    • Een incubator is een entiteit die een zelfstandige beroepsactiviteit met een innovatieve meerwaarde gedurende haar eerste levensjaren ondersteunt door fysieke infrastructuur, geïntegreerde bedrijfsondersteunende programma's en netwerken aan te bieden waarmee ze zich kan ontwikkelen.
  • samenwerken met een organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding als vermeld in artikel 2, 83, van verordening (EU) nr. 651/2014

Er is een economische meerwaarde wanneer de volgende cumulatieve voorwaarden voldaan zijn:

  • De buitenlandse zelfstandige beschikt over een startkapitaal van 21.557 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.
  • De activiteit creëert banen. Er kan ook rekening gehouden worden met indirecte jobcreatie indien de onderneming zelf geen aanwervingen kan doen. Van deze voorwaarde kan worden afgeweken wanneer wordt aangetoond dat de zelfstandige beroepsactiviteit een gunstig effect heeft op het bestaande economische weefsel in Vlaanderen.
  • De activiteit brengt investeringen met zich mee. Van deze voorwaarde kan worden afgeweken wanneer wordt aangetoond dat de zelfstandige beroepsactiviteit een gunstig effect heeft op het bestaande economische weefsel in Vlaanderen.

Er is een culturele of artistieke meerwaarde wanneer de volgende cumulatieve voorwaarden voldaan zijn:

  • De buitenlandse onderdaan werkt samen met een organisatie uit de Vlaamse culturele of artistieke sector of toont een toekomstige samenwerking aan.
  • De buitenlandse onderdaan legt een curriculum vitae of een portfolio voor waaruit de bijzondere affiniteit met het culturele of artistieke veld kan worden afgeleid.

Er is een sportieve meerwaarde wanneer de volgende cumulatieve voorwaarden voldaan zijn:

  • Het gaat om een sporttak van de sporttakkenlijst waarvoor een unisportfederatie bestaat die de sporttak in kwestie aanbiedt.
  • De activiteit wordt uitgeoefend in een sportclub die is aangesloten bij een erkende sportfederatie, in een erkende Vlaamse sportfederatie of in een topsportschool.
  • Ze bestaat uit de begeleiding van individuele sporters of groepen van sporters ouder dan achttien jaar, behalve als het gaat over geïdentificeerde topsporttalenten uit de topsportwerking van de Vlaamse topsportfederaties.
  • De begeleiding resulteert in een duurzame verhoging van het sportieve niveau van de sporters.
  • De buitenlandse onderdaan oefent de zelfstandige beroepsactiviteit uit als lesgever, trainer, coach of sportbegeleider en hij beschikt over een kwalificatie van de Vlaamse Trainersschool in de sporttak in kwestie of is daarmee gelijkgesteld. Indien de buitenlandse onderdaan niet over een Vlaamse Trainersschoolkwalificatie beschikt, dan dient betrokkene deze te behalen binnen de twaalf maanden na de aanvraag.
  • Voor de beoogde sporttak zijn er voor de beoogde kwalificatie onvoldoende lesgevers, trainers, coaches of sportbegeleiders met een kwalificatie beschikbaar in Vlaanderen.

Voorwaarden voor de aanvrager van de beroepskaart

  • minimaal over een kwalificatie van niveau 4 beschikken. Dit komt overeen met secundair onderwijs.
  • geen bedreiging vormen voor de openbare orde en de veiligheid van het Belgische grondgebied
  • voldoen aan de belastingverplichtingen, de sociale wetgeving en, indien van toepassing, het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de uitvoeringsbesluiten ervan
  • voldoen aan de wettelijke voorschriften en reglementen in geval van de uitoefening van een gereglementeerd beroep (bv. tandartsen, architecten, …)
  • stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen hebben op het ogenblik van de aanvraag. Volgens het Vlaams decreet van 15 oktober 2021 is dat 120% van het leefloon met een gezinslast. Dat bedrag is gekoppeld aan de spilindex van de consumptieprijzen. Momenteel bedraagt dat 2.089,55 euro netto.
    • Volgens de website van het Vlaams gewest dient dit bewezen te worden aan de hand van 'loonfiches en stortingbewijzen op een bankrekening'. 
    • Op een infosessie over het nieuwe beleid die plaatsvond op 16 december 2021 stelde de bevoegde dienst echter dat er pragmatisch zal worden omgegaan met deze voorwaarde wanneer de aanvraag wordt ingediend door bijvoorbeeld schoolverlaters, vanuit een zoekjaar of wanneer iemand beschikt over vastgoed of opgebouwde spaargelden. Ook inkomen uit interimarbeid of tijdelijke arbeidsovereenkomsten en inkomen van een partner zal in aanmerking genomen worden.
    • Deze voorwaarde roept vragen op. In ons nieuwsbriefbericht van 17 december 2021 formuleerden we hierover verschillende kritische bemerkingen.

Weigeringsgronden

In de volgende gevallen wordt de beroepskaart geweigerd:

  • de aanvraag bevat onjuiste, vervalste of onrechtmatig verkregen gegevens, verklaringen of onrechtmatig verrichte aanpassingen
  • de voorwaarden voor het verkrijgen van een beroepskaart zijn niet vervuld
  • de onderneming is opgericht of opereert met als belangrijkste doel om een beroepskaart te verkrijgen of de binnenkomst van buitenlandse werknemers of zelfstandigen te vergemakkelijken
  • de onderneming voert geen economische of maatschappelijke activiteiten uit
  • de buitenlandse onderdaan of de onderneming houdt zich niet aan de verplichtingen die zijn opgelegd door de fiscale of sociaalrechtelijke wetgeving
  • de onderneming verkeert in staat van faillissement of van kennelijk onvermogen, maakt het voorwerp uit van een procedure tot faillietverklaring, of heeft een gerechtelijke reorganisatie aangevraagd of verkregen

In de volgende gevallen kan de beroepskaart geweigerd worden:

  • Als tegen de buitenlandse onderdaan of de onderneming een sanctie uitgesproken is op grond van een van de volgende bepalingen:
    • artikel 12/1, §1, artikel 12/3, §1, of artikel 12/4 van de wet van 30 april 1999
    • artikel 13/5, artikel 13/6, §2, §4, of §5, of artikel 14, tweede lid van het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004;
    • artikel 22 van het decreet van 15 oktober 2021;
    • artikel 175/1, §1, artikel 181, §1, of artikel 181/1 van het Sociaal Strafwetboek.
  • als de kredietwaardigheid van de aanvrager of de onderneming ongunstig is.

Intrekkingsgronden

In de volgende gevallen wordt de beroepskaart ingetrokken:

  • voor de aanvraag zijn bedrieglijke praktijken, onvolledige, onjuiste of vervalste verklaringen gebruikt, of zijn onrechtmatig verkregen gegevens bezorgd of onrechtmatig aanpassingen verricht
  • de onderneming is opgericht of opereert met als belangrijkste doel om een beroepskaart te verkrijgen of de binnenkomst van buitenlandse werknemers of zelfstandigen te vergemakkelijken
  • de onderneming voert geen economische of maatschappelijke activiteiten uit
  • de buitenlandse onderdaan heeft de beroepskaart uitgeleend of afgestaan
  • de buitenlandse onderdaan houdt zich niet aan de voorwaarden die op de beroepskaart vermeld zijn
  • de buitenlandse onderdaan oefent een zelfstandige beroepsactiviteit uit die verschillend is van de activiteiten die vermeld zijn op de beroepskaart
  • de voorwaarden voor een beroepskaart zijn niet vervuld;
  • de buitenlandse onderdaan of de onderneming houdt zich niet aan de verplichtingen die zijn opgelegd door de fiscale of sociaalrechtelijke wetgeving
  • de toelating om het grondgebied te betreden voor meer dan 90 dagen wordt niet verleend aan de buitenlandse onderdaan

In de volgende gevallen kan de beroepskaart worden ingetrokken:

  • de buitenlandse onderdaan heeft een strafrechtelijke veroordeling opgelopen, die in kracht van gewijsde is gegaan. Die veroordeling houdt al dan niet verband met de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteit
  • tegen de buitenlandse onderdaan of de onderneming is een sanctie uitgesproken op grond van een van de volgende bepalingen:
    • artikel 12/1, §1, artikel 12/3, §1, of artikel 12/4 van de wet van 30 april 1999
    • artikel 13/5, artikel 13/6, §2, §4, of §5 of artikel 14, tweede lid van het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004
    • artikel 22 van het decreet van 15 oktober 2021
    • artikel 175/1, §1, artikel 181, §1, of artikel 181/1 van het Sociaal Strafwetboek.
  • de buitenlandse onderdaan heeft zijn zelfstandige beroepsactiviteit onderbroken of stopgezet