Internationale bevoegdheid afstamming

In het kort

De internationaalrechtelijke bevoegdheid met betrekking tot afstamming zijn terug te vinden in het Wetboek van internationaal privaatrecht (Wetboek IPR). 

Het Wetboek IPR maakt een onderscheid tussen de bevoegdheid van de Belgische rechters om uitspraak te doen over afstammingsvorderingen en de bevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand om akten van erkenning op te maken. Het is maar als er internationale bevoegdheid van de Belgische ambtenaar is aan de hand van het Wetboek IPR, dat men zich vervolgens kan afvragen wélke ambtenaar dan intern bevoegd is.

Wanneer is de Belgische rechter bevoegd?

De Belgische rechter is bevoegd om over een afstammingskwestie te oordelen als minstens één van de volgende voorwaarden is vervuld:

  • Het kind heeft bij de instelling van de vordering zijn gewone verblijfplaats in België.
  • De persoon ten opzichte van wie de afstammingsband wordt aangevoerd of betwist, heeft bij de instelling van de vordering zijn of haar gewone verblijfplaats in België.
  • Het kind en de persoon ten opzichte van wie de afstammingsband wordt aangevoerd of betwist, zijn bij de instelling van de vordering Belg.
  • De verweerder heeft zijn woonplaats of gewone verblijfplaats in België.
  • In uitzonderlijke gevallen: wanneer de zaak nauwe banden heeft met België en een procedure in het buitenland onmogelijk blijkt of het onredelijk zou zijn te eisen dat de vordering in het buitenland wordt ingesteld. 

Voorbeelden van afstammingsvorderingen zijn:

  • de betwisting van vaderschap als de toepasselijke wet een vermoeden van vaderschap oplegt 
  • de rechterlijke procedure, wanneer de moeder weigert haar toestemming te geven voor de erkenning van haar kind door de vader

Wanneer is de Belgische ambtenaar bevoegd voor erkenning?

De eerste vraag om te weten of je een kind kan erkennen in België, is of er internationale bevoegdheid is van de Belgische ambtenaar van burgerlijke stand. Daarvan is sprake, als minstens één van de volgende aanknopingspunten aanwezig is:

  • Je hebt je gewone woonplaats in België op het moment van de erkenning.
  • Je hebt je gewone verblijfplaats in België op het moment van de erkenning.
  • Je bent Belg op het moment van de erkenning.
  • Je kind is in België geboren.
  • Je kind heeft zijn gewone verblijfplaats in België op het moment van de erkenning.

Er is geen aanknopingspunt voorzien in hoofde van de moeder, of het ongeboren kind. Als het gaat om een prenatale erkenning, dan zal de Belgische ambtenaar dus enkel internationaal bevoegd zijn als de erkenner ofwel de Belgische nationaliteit, ofwel zijn gewone verblijfplaats of woonplaats in België heeft.

Eens het kind in België is geboren of het heeft er zijn gewone verblijfplaats, kan de erkenning in België ongeacht je verblijfsstatuut. 

Vervolgens kan je aangifte doen bij de intern bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat is de ambtenaar van: 

  • de plaats waar jij, het kind of de moeder is ingeschreven
  • de actuele verblijfplaats van jou, het kind of de moeder
  • de plaats waar het kind is geboren. 

     Lees meer over de erkenningsprocedure in België