Kwalificatie veilig land kan maar als hele grondgebied veilig is
In het kort
Wanneer een land het recht heeft ingeroepen om af te wijken van de verplichtingen uit het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, betekent dit niet automatisch dat dit land niet langer kan worden aangeduid als veilig land van herkomst. Een land als veilig derde land aanduiden kan niet, wanneer bepaalde delen van dat land niet aan de criteria voldoen van veilig land. Dat antwoordt het Hof van Justitie op 4-10-2024 in arrest C-406/22 in verband met de interpretatie van artikel 36, 37 en 46 van Procedurerichtlijn 2013/32/EU.
Begrip ‘veilig derde land’
Het Hof herinnert eraan dat het begrip ‘veilig derde land van herkomst’ gebaseerd is op het ‘weerlegbare’ vermoeden dat dit land afdoende bescherming biedt.
Een land wordt als veilig land van herkomst beschouwd wanneer kan worden aangetoond dat er algemeen gezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging, noch van foltering of onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, noch van bedreiging door willekeurig geweld in het kader van een internationaal of intern gewapend conflict (zie Annex 1 Richtlijn 2013/32/EU)
Aanvraag afwijking EVRM heeft geen directe impact op duiding veilig land
Verzoeker is een onderdaan van Moldavië wiens asielaanvraag in Tsjechië werd geweigerd omdat Moldavië daar (met uitzondering van Transnistrië) wordt aanschouwd als veilig derde land. Naar aanleiding van de invasie in Oekraïne, verlengde Moldavië zijn recht om af te wijken van verplichtingen voortvloeiend uit de Conventie.
Artikel 15 EVRM biedt de mogelijkheid om van bepaalde rechten af te wijken in tijden van oorlog of in het kader van een publieke noodtoestand. Dit recht kan echter slechts restrictief worden toegepast en in geen geval kan van het volgende worden afgeweken: recht op leven, verbod op foltering, verbod op gedwongen arbeid of slavernij, en ‘geen straf zonder wet’. De toepassing van artikel 15 gebeurt onder toezicht van het Europees Hof voor de Rechten van de mens en heeft bovendien geen betrekking op bovengenoemde rechten. Hieruit volgt dat het niet kan worden aangenomen dat een lidstaat die zijn recht onder artikel 15 inroept, niet langer als veilig derde van herkomst kan worden gezien.
Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Lidstaten moeten op regelmatige basis beoordelen of de lidstaten nog altijd voldoen aan de criteria voor veilig derde land van herkomst. Bij deze beoordeling moet men rekening houden met ‘significante gebeurtenissen’ waaronder de toepassing van artikel 15. Dit laatste kan namelijk een impact hebben op de capaciteit van deze lidstaat om bescherming te bieden.
Begrip ‘veilig derde land’ alleen betrekking op gehele grondgebied
Het Hof stelt onder andere dat het de toepassing van het ‘veilige derde land van herkomst’-criterium, een bepaald procedureel regime met zich meebrengt (zoals de mogelijkheid om een verzoek niet-ontvankelijk de verklaren of versneld te behandelen). Het toepassen van het veilige derde land criterium voor slechts bepaalde delen van een land, zou inhouden dat de toepassing van dit ‘procedureel regime’ wordt uitgebreid zonder dat hier enige basis voorhanden is.
Verder blijkt ook nergens uit de verwoording van Procedurerichtlijn 2013/32/EU dat er een mogelijkheid zou zijn om slechts delen van een land op te nemen in de lijst van veilige derde landen.
Impact op België
De huidige Belgische lijst van veilige derde landen, bevat alleen landen die in hun geheel zijn opgenomen. Moldavië werd opgenomen in het KB van 12 mei 2024. In dat KB zijn geen regionale uitzonderingen gemaakt noch voor Moldavië noch voor andere landen.