RvV: Uitsluiting vluchtelingenstatus wegens gedwongen kindhuwelijk

In het kort

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen sluit in arresten nrs. 301.614 en 301.615 van 15-2-2024 twee Syrische verzoekers uit van internationale bescherming omwille van ernstige misdrijven: een gedwongen kindhuwelijk in combinatie met verkrachting. 

Het Commissariaat voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) kan een verzoeker om internationale bescherming (VIB) op basis van artikel 1, F (b) van het Vluchtelingenverdrag en artikelen 55/2 en 55/4 van de Vreemdelingenwet uitsluiten van internationale bescherming wanneer deze persoon een ernstig (niet-politiek) misdrijf begaan heeft buiten het land van toevlucht, alvorens het statuut van vluchteling in dat land verkregen te hebben. 

Criteria ernstig misdrijf'

Rekening houdend met het arrest Ahmed van het HvJ, hanteert de RvV voor de kwalificatie als ernstig misdrijf een lijst van niet-exhaustieve criteria: 

  • de aard van de daad, 
  • de werkelijke schade, 
  • de toegepaste (straf)procedure om het misdrijf te vervolgen en te berechten, 
  • (de aard van) de voorziene straf en 
  • de vraag of de meeste rechtssystemen het gepleegde feit ook aanmerken als een ernstig misdrijf. 

Bovendien moet ook rekening worden gehouden met de specifieke feiten van de betrokken zaak. De RvV geeft aan dat het niet nodig is dat het strafbaar feit zowel in het land van herkomst als in het land van toevlucht als misdrijf beschouwd wordt. 

Gedwongen kindhuwelijk als ernstig misdrijf

De RvV oordeelt dat de VIB op de hoogte had moeten zijn van de omschreven schadelijke gevolgen die een huwelijk tussen een meerderjarige man en een meer dan zeven jaar jonger minderjarig meisje met zich teweeg brengt. In het geheel van de omstandigheden eigen aan verzoekers situatie, kan zelfs een eventueel gegeven instemming door de minderjarige niet beschouwd worden als een volwaardige en geïnformeerde instemming. Rekening houdend met verzoekers verklaringen, de landeninformatie en de overige stukken uit het rechtsplegingsdossier kan niet worden besloten dat de minderjarige haar instemming gegeven heeft vrij van fysieke, psychologische, seksuele, financiële of emotionele druk. Volgens de beschikbare landeninformatie is een gedwongen kindhuwelijk een schending van fundamentele mensenrechten. Het misdrijf van gedwongen huwelijk is strafbaar op basis van artikel 391sexies Strafwet.

Verkrachting als ernstig misdrijf

Uit artikel 417/6 Strafwetboek blijkt dat een persoon onder de volle leeftijd van veertien jaar in geen enkel geval geacht wordt uit vrije wil te kunnen instemmen met seksuele betrekkingen. Een persoon boven de volle leeftijd van veertien jaar maar onder de volle leeftijd van zestien jaar wordt alleen geacht daarmee uit vrije wil te kunnen instemmen als het leeftijdsverschil met de andere persoon niet meer dan drie jaar bedraagt. Seksuele betrekkingen met penetratie met iemand onder de volle leeftijd van veertien jaar, of met iemand boven de volle leeftijd van veertien jaar maar onder de volle leeftijd van zestien jaar als het leeftijdsverschil met de andere persoon meer dan drie jaar bedraagt, moet per definitie als verkrachting te worden beschouwd. 

In beide bovenstaande arresten van de RvV gaat het om huwelijken gesloten tussen meerderjarige jongemannen enerzijds en meisjes van 13 jaar anderzijds. In beide huwelijken is er sprake van seksuele betrekkingen, zodoende dat er een onweerlegbaar vermoeden van een gebrek aan instemming en bijgevolg een onweerlegbaar vermoeden van verkrachting is. Dit is strafbaar op basis van artikel 417/11 Strafwetboek.

Gezien de straffen die in België van toepassing zijn op de gepleegde handelingen, zijnde verkrachting en gedwongen kindhuwelijk, de aard van de misdrijven, de strafverzwarende omstandigheden en de aard en de ernst van de veroorzaakte schade concludeert de RvV dat de verzoeker ernstige misdrijven gepleegd heeft, die ook op Europees en internationaal niveau veroordeeld worden. Deze criteria zijn voldoende determinerend om te oordelen dat er sprake is van ernstige misdrijven die, als ook voldaan aan de overige voorwaarden omschreven in de artikelen 55/2 en 55/4 van de Vreemdelingenwet, kunnen leiden tot de uitsluiting van de internationale beschermingsstatus.

Bericht van Vluchtelingenwerk Vlaanderen