Verblijf als staatloze
In het kort
Bij Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) kan je een toelating tot verblijf wegens staatloosheid aanvragen. DVZ beslist over je verblijfsaanvraag nadat het van het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) een advies kreeg over je staatloosheid.
Tijdens de procedure krijg je geen verblijfsrecht. Als DVZ je verblijf wegens staatloosheid toekent, krijg je een A kaart van 5 jaar. Na 5 jaar krijg je een verblijfsrecht van onbeperkte duur.
Status als staatloze
Let op: naast deze administratieve verblijfsprocedure wegens staatloosheid, waarbij het CGVS DVZ adviseert over je staatloosheid, blijft ook de gerechtelijke weg bestaan. Een erkenning als staatloze kan je alleen aan de familierechtbank vragen. Je hebt dan nog geen verblijfsrecht; dat moet je aanvragen bij DVZ. Om een status als staatloze te krijgen en dus als 'staatloze' beschouwd te worden in andere domeinen, zoals bijvoorbeeld voor het aanvragen van een paspoort als staatloze, ben je verplicht om de gerechtelijke weg te volgen.
Als je een gerechtelijke beslissing over je staatloosheid hebt, is die bindend voor DVZ in de procedure verblijf wegens staatloosheid. Lees meer over de gerechtelijke procedure tot erkenning als staatloze.
Ontvankelijkheidsvoorwaarden
De aanvraag zal niet in overweging worden genomen in de volgende gevallen:
- De aanvraag werd niet correct ingediend bij DVZ.
- De aanvraag bevat niet het adres van je effectieve verblijfplaats in België.
- De aangehaalde elementen werden al onderzocht in een eerdere aanvraag tot verblijf wegens staatloosheid die werd afgewezen.
- Je voldoet kennelijk niet aan de grondvoorwaarden.
Volgens de MvT gaat het om situaties waar in vorige procedures gebleken is dat de verzoeker wel degelijk een nationaliteit bezit (bijvoorbeeld omdat hij een paspoort voorlegde) of een verblijfsrecht bezit in een andere staat, of de verzoeker geen bewijzen aanbrengt, of bewijzen die incoherent en tegenstrijdig zijn, of vals of weinig geloofwaardig,… - Je hebt al een verblijfsrecht van onbeperkte duur in België
- Je kan niet aantonen dat je al eerder een wettig verblijfsrecht van meer dan drie maanden had of een verzoek om internationale bescherming indiende.
Volgens de MvT is de procedure staatloosheid subsidiair aan de procedure internationale bescherming. Daarom wil men verzekeren dat de procedure internationale bescherming, en dus de Dublin-regels, eerst doorlopen worden.
Grondvoorwaarden
Je moet onder de definitie van staatloze vallen zoals omschreven in artikel 1 van het Staatlozenverdrag van 1954. Daarin staat dat een staatloze de persoon is die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd. Dat kan bewezen worden aan de hand van documenten met betrekking tot herkomst, reisroute, eerdere nationaliteit, leeftijd, de redenen die hebben geleid tot de staatloosheid, ...
Als je door de familierechtbank, of door het hof van beroep, als staatloze werd erkend, heeft deze beslissing gezag van gewijsde. De rechterlijke beslissing moet voorgelegd worden bij de aanvraag. Ook als er een definitieve negatieve beslissing van de familierechtbank of het hof van beroep is, is die bindend (en moet er zelfs geen advies aan het CGVS gevraagd worden).
Je moet je identiteit en herkomst aantonen. Dat kan aan de hand van een paspoort, een identiteitsdocument, een geboorteakte of andere documenten.
Je moet aantonen dat je jouw nationaliteit buiten je wil hebt verloren of nooit een nationaliteit hebt gehad. Bovendien mag je de nationaliteit niet hebben verloren als gevolg van een strafrechtelijke veroordeling.
Je kan geen andere nationaliteit (her)krijgen via een administratieve procedure.
Je mag geen wettige en duurzame verblijfstitel hebben of kunnen verkrijgen in een andere staat waarmee je banden hebt.
Je mag geen gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid.
Over dit criterium moet het CGVS geen advies geven. DVZ onderzoekt dit zelf.
Procedure
Je moet geen retributie betalen voor het indienen van je verblijfsaanvraag wegens staatloosheid bij DVZ.
Je doet je aanvraag bij aangetekende brief aan DVZ:
DVZ - Cel Opvolging internationale bescherming
Pachecolaan 44
1000 Brussel
In je aanvraag moet het adres van je effectieve verblijfplaats in België staan.
Bij meervoudige aanvragen, wordt enkel rekening gehouden met de laatste.
Je verzamelt alle bewijzen om aan te tonen dat je aan de voorwaarden voor een verblijf als staatloze voldoet.
De wet stelt dat DVZ en CGVS moeten samenwerken met jou, de aanvrager, voor de vaststelling van de relevante elementen van de aanvraag: het gaat onder meer over je verklaringen en alle documentatie over zijn identiteit, herkomst, eerdere nationaliteiten(en), leeftijd, achtergrond, ook die van de relevante familieleden, land(en) en plaats(en) van eerder verblijf of waarmee hij een band heeft, reisroutes, identiteits- en reisdocumenten, en de redenen die tot zijn staatloosheid hebben geleid.
De voorgelegde stukken die niet in een van de landstalen (Nederlands, Frans of Duits) of het Engels zijn opgesteld, moeten vertaald worden. Als er geen vertaling wordt voorgelegd, kan de verzoeker de stukken toelichten tijdens een persoonlijk onderhoud.
De bewijslast ligt bij jou, de aanvrager. Jij moet aantonen dat je voldoet aan de voorwaarden om verblijfsrecht te krijgen wegens staatloosheid. DVZ en het CGVS moeten wel met jou samenwerken om de relevante elementen van de aanvraag vast te stellen.
In de Memorie van Toelichting (MvT) wordt toegelicht dat de bewijslast in eerste instantie wel bij de betrokkene ligt, maar dat de instanties rekening moeten houden met het feit dat het om een negatief bewijs gaat (het niet bezitten van een nationaliteit). Bovendien gaat de wetgever er van uit dat er een verschil is met een verzoeker om internationale bescherming die geen contact mag hebben met de autoriteiten van het land van herkomst, wat een staatloze wel mag. In de MvT wordt daarbij ook verwezen naar het Handboek van UNHCR waarin over een gedeelde bewijslast wordt gesproken en waarbij de instanties en de verzoeker moeten samenwerken. Zo wordt bijvoorbeeld benoemd dat het CGVS wel algemene elementen zoals de verblijfswetgeving van een land, kan aanbrengen. Het CGVS kan ook informatie van de betrokkene waarvan zij al in het bezit zijn, bijvoorbeeld in het kader van een asielaanvraag, delen met DVZ zonder het beroepsgeheim te schenden.
Als er geen redenen zijn voor een niet-inoverwegingname, stuurt DVZ je aanvraag naar het CGVS voor advies over de grondvoorwaarden voor een toelating tot verblijf wegens staatloosheid. Alleen over het al dan niet een gevaar vormen voor de openbare orde of nationale veiligheid moet CGVS geen advies verlenen.
Als je al een gerechtelijke procedure tot erkenning als staatloze doorliep, is de definitieve beslissing van de rechtbank bindend voor het CGVS.
Het CGVS moet binnen 3 maanden na ontvangst van de aanvraag zijn advies aan DVZ geven. Deze termijn wordt herleid tot 15 dagen als jij je in een gesloten centrum bevindt of onderworpen bent aan een veiligheidsmaatregel. Dit zijn termijnen van orde, waaraan geen gevolgen gekoppeld zijn als die niet worden nageleefd.
Na het ontvangen van het advies van het CGVS moet DVZ binnen 3 maanden (of 15 dagen als je je bevindt in een gesloten centrum of onderworpen bent aan een veiligheidsmaatregel) een beslissing nemen.
Als DVZ je een verblijf wegens staatloosheid toekent, krijg je een A kaart van 5 jaar.
Als DVZ je verblijf wegens staatloosheid weigert op basis van het advies van het CGVS of omdat je een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid bent, stuurt DVZ je een gemotiveerde weigering via aangetekende brief.
Tegen een weigeringsbeslissing van een verblijfsrecht wegens staatloosheid kan je in beroep gaan bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het gaat om een annulatieberoep, geen beroep in volle rechtsmacht.
De Raad van State vraagt zich af of dit verschil in behandeling met verzoekers om internationale bescherming, die wel een beroep in volle rechtsmacht kunnen indienen, wel redelijk verantwoord is.
Verblijfsrecht
Verblijfsdocumenten
Tijdens de aanvraagprocedure krijg je geen verblijfsdocument. Tenzij er nog een andere procedure lopende is, ben je dus in onwettig verblijf.
Als DVZ je verblijf wegens staatloosheid toekent, krijg je een A kaart van 5 jaar.
Als je na 5 jaar, te rekenen vanaf de toekenning van het verblijfsrecht, nog steeds staatloos bent, krijg je een verblijfsrecht van onbeperkte duur: een B kaart.
5 jaar voorwaardelijk verblijf
Zolang je een verblijfsrecht van beperkte duur hebt, kan DVZ je verblijf beëindigen wanneer je niet meer voldoet aan de voorwaarden van het verblijf wegens staatloosheid. DVZ kan hiervoor op eigen initiatief je verblijf opnieuw onderzoeken en eventueel een nieuw advies vragen aan het CGVS.
Gevolgen van een verblijf wegens staatloosheid
Wanneer je een verblijfsrecht wegens staatloosheid hebt gekregen, heeft dat bepaalde gevolgen.
Zo zijn op vlak van gezinshereniging de soepelere voorwaarden zoals die ook voor familieleden van erkend vluchtelingen gelden, van toepassing. Lees meer over gezinshereniging met een staatloze.
Andere gevolgen zijn dan weer niet gekoppeld aan het verblijfsrecht als staatloze, maar aan de 'status van staatloze'. Die status kan je enkel krijgen door een gerechtelijke procedure tot erkenning als staatloze. Zo kan je enkel een grijs paspoort als staatloze aanvragen als de familierechtbank (of het hof van beroep) je erkend heeft als staatloze.
Ook al geeft het CGVS advies over je staatloosheid aan DVZ in de verblijfsprocedure, toch is het CGVS niet bevoegd om documenten van burgerlijke stand (geboorteakte,...) af te leveren zolang je niet door de familierechtbank (of het hof van beroep) erkend werd als staatloze.