Seizoenarbeiders dienen afhankelijk van het geval een arbeidskaart of een gecombineerde vergunning aan te vragen:

  • Indien de tewerkstelling minder dan 90 dagen duurt, dient een arbeidskaart te worden aangevraagd.
  • Indien de tewerkstelling meer dan 90 dagen duurt, dient een gecombineerde vergunning te worden aangevraagd. Voor seizoenarbeid kan deze maximaal voor vijf maanden worden toegekend per periode van 12 maanden.

De beslissing inzake de arbeidskaart of gecombineerde vergunning dient voor seizoenarbeiders binnen een termijn van 90 dagen vanaf de dag dat de aanvraag door het bevoegde gewest ontvankelijk werd verklaard te worden afgeleverd, in tegenstelling tot de gebruikelijke vier maanden. Ook de kennisgeving van de beslissing moet binnen deze behandelingstermijn gebeuren. Indien het gaat om een seizoenarbeider die in de loop van de voorafgaande vijf jaar minimaal eenmaal als seizoenarbeider op het Belgisch grondgebied werd toegelaten en de voorwaarden van zijn verblijf heeft nageleefd, wordt de beslissingstermijn verkort naar 60 dagen. De beslissing over een vernieuwing of verlenging van een toelating tot arbeid als seizoenarbeider dient bovendien binnen de 30 dagen te worden genomen.

Vlaams gewest

Een seizoenarbeider kan in het Vlaams gewest worden aangeworven in de landbouw-, tuinbouw- of horecasector.

Voor seizoenarbeiders geldt geen vrijstelling van arbeidsmarktonderzoek. De werkgever dient dus aan te tonen dat hij geen geschikte kandidaten kan vinden op de arbeidsmarkt binnen een redelijke termijn. Als afwijking op de algemene regels hierrond, dient de vacature voor een seizoenarbeider gedurende drie weken in de maand voorafgaand aan de aanvraag gepubliceerd te zijn geweest via de platformen van de VDAB en EURES, in tegenstelling tot negen weken bij andere aanvragen in de categorie 'overige'.

Daarnaast gelden voor seizoenarbeiders nog enkele specifieke regels:

  • Seizoenarbeiders kunnen van werkgever via een melding veranderen tijdens de geldigheid van hun toelating tot arbeid (max. 5 maanden per periode van 12 maanden). De nieuwe werkgever moet dat melden aan het Vlaams Gewest en een kopie van de arbeidsovereenkomst toevoegen, maar dient geen nieuwe aanvraag in te dienen. Het gewest kan zich wel tegen de verandering van werkgever verzetten binnen de 30 dagen na ontvangst van de kennisgeving.
  • Als de toelating tot arbeid van een seizoenarbeider wordt ingetrokken omdat de werkgever illegaal werknemers tewerk stelde, failliet gaat of zich niet houdt aan de fiscale, sociaalrechtelijke of vennootschapsrechtelijke regelgeving, moet de werkgever een schadevergoeding betalen aan de seizoenarbeider. Deze dekt alle verplichtingen die de werkgever had moeten nakomen als de toelating niet zou zijn ingetrokken en is gelijk aan het loon dat de seizoenarbeider dan zou ontvangen.

Brussels Hoofdstedelijk gewest

Een seizoenarbeider kan in het Brussels Hoofdstelijk gewest enkel worden aangeworven in de landbouwsector.

Voor seizoenarbeiders geldt geen vrijstelling van arbeidsmarktonderzoek. De werkgever dient dus aan te tonen dat hij geen geschikte kandidaten kan vinden op de arbeidsmarkt.

De werkgever moet voor een seizoenarbeider in het Brussels Hoofdstedelijk gewest ook:

  • de reiskosten voor de heen- en terugreis van de seizoenarbeider te betalen en 
  • een ziekteverzekering af te sluiten voor de seizoenarbeider en de kosten hiervan te betalen.

Daarnaast gelden voor seizoenarbeiders nog enkele specifieke regels:

  • In geval van intrekking van de toelating tot arbeid om als seizoenarbeider te werken, om een reden die aan de werkgever kan worden toegeschreven, is deze laatste verplicht de seizoenarbeider schadeloos te stellen door betaling van een bedrag dat gelijk is aan het loon dat de werknemer zou hebben ontvangen als de toelating niet was ingetrokken, plus, in voorkomend geval, betaling van elk bedrag dat voortvloeit uit een verplichting die de werkgever niet is nagekomen en die hij had moeten nakomen als de toelating tot arbeid om als seizoenarbeider te werken niet was ingetrokken.
  • Indien wordt vastgesteld dat de huisvesting van de seizoenarbeider niet voldoet aan de vereisten van artikel 16 van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 6 december 2018, wordt de toelating om als seizoenarbeider te werken ingetrokken. De werkgever is dan een aanvullende vergoeding verschuldigd ter compensatie van de bijzondere schade die de seizoenarbeider heeft geleden. De vergoeding bedraagt de gemiddelde maandelijkse huurprijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een appartement of een woning, naargelang het geval, vermenigvuldigd met het aantal maanden dat de seizoenarbeider in de huisvesting heeft verbleven.