RvV: DVZ moet rekening houden met vrijheidsbeperkingen Afghaanse vrouwen bij aanvraag humanitair visum
In het kort
Dienst Vreemdelingenzaken die een aanvraag van een humanitair visum weigert aan een alleenstaande, Afghaanse vrouw handelt onzorgvuldig en kennelijk onredelijk door de situatie af te schuiven op louter economische omstandigheden en te weinig rekening te houden met de algemene vrijheidsrestricties die de Taliban oplegt aan vrouwen en meisjes. Dat de vrouw geen of onvoldoende begin van persoonlijk bewijs schetst waaruit de precaire humanitaire redenen blijken, doet daar geen afbreuk aan.
DVZ: onvoldoende persoonlijk bewijs precaire humanitaire situatie
Een Afghaanse jonge vrouw vraagt een humanitair visum D aan in Islamabad, Pakistan, omdat ze zich graag zou willen herenigen met haar Belgische broer en gezinshereniging niet mogelijk is in die situatie. Na vijf maanden krijgt ze een negatief antwoord van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ).
De voornaamste reden dat DVZ haar aanvraag weigerde is dat ze geen of onvoldoende begin van persoonlijk bewijs schetste waaruit de precaire humanitaire situatie zou blijken. Volgens DVZ wordt er louter een verwijzing gemaakt naar de algemene situatie in het land van herkomst dat na de machtsovername van de Taliban weliswaar voor moeilijke economische omstandigheden heeft gezorgd voor veel inwoners. Desondanks slaagt betrokkene er niet in om een familiaal isolement, een prangende humanitaire situatie of een zekere financiële afhankelijkheid ten aanzien van haar Belgische broer aan te tonen, allemaal elementen waarmee DVZ rekening houdt bij het eventueel toekennen van een humanitair visum.
De DVZ benadrukt dat de afgifte van een humanitair visum slechts zeer uitzonderlijk is, steeds een gunst en geen recht betreft en zeker geen omzeiling mag inhouden van de gezinsherenigingprocedure. Bovendien beweert DVZ dat de situatie in Afghanistan sinds 2021 drastisch gewijzigd is in die zin dat er een grote daling is van het willekeurig geweld in de regio en dat de incidenten die er wel nog zijn veeleer van doelgerichte aard zijn. Betrokkene kan zich dus niet beroepen op het feit dat haar leven in gevaar is louter op basis van haar aanwezigheid in Afghanistan.
RvV: serieuze inperking persoonlijke vrijheden vrouwen door Talibanregime
Verzoekster licht eerst en vooral toe waarom ze geen gelegaliseerde geboorteakte kon voorleggen. Niet alleen is het uiterst moeilijk of zelfs onmogelijk om nog documenten te verkrijgen uit Afghanistan, daarnaast legaliseert de Belgische ambassade in Islamabad sinds juli 2022 geen Afghaanse documenten meer. Verzoekster blijft, na het vertrek van haar tante en diens zoon en schoondochter naar Canada, helemaal alleen achter in Afghanistan. Ze beargumenteert dat haar banden met België vele malen groter zijn omdat daar haar ouders en broers leven.
Het opzettelijk handelen van het Talibanregime ligt rechtstreeks aan de basis van de huidige humanitaire crisis in Afghanistan. Verzoeksters vrijheid van beweging wordt drastisch ingeperkt, ze kan haar job van leerkracht niet langer uitoefenen en ze is kwetsbaar voor gender gerelateerd geweld. De gedragingen van de Taliban hebben, weliswaar indirect, een enorme impact haar precaire socio-economische en humanitaire omstandigheden. Verzoekster benadrukt dat het regime in haar land niet enkel zorgt voor moeilijke economische omstandigheden, zoals verweerder meent, maar ook voor een drastische inperking van haar rechten als alleenstaande vrouw.
RvV: meer dan louter economische moeilijkheden
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen houdt in zijn beoordeling rekening met de ruime appreciatiemarge die DVZ heeft en benadrukt dat een humanitair visum enkel uitgereikt kan worden als er bijzondere humanitaire elementen zijn. Volgens de Raad is het kennelijk onredelijk van de DVZ, om uit het feit dat verzoekster jaren heeft gewacht om een visum aan te vragen af te leiden dat er geen prangende humanitaire situatie zou zijn. Verzoekster wees uitdrukkelijk naar de persoonlijke gevolgen van de machtsovername door de Taliban, bijvoorbeeld het verlies van haar job, als naar het familiaal isolement ten gevolge van het vertrek van haar tante naar Canada. Ze lichtte met andere woorden concreet toe hoe het komt dat ze ‘nu pas’ een visumaanvraag indiende.
Verder werd er door de DVZ onvoldoende rekening gehouden met alle relevante elementen, zoals het verblijf van haar ouders en haar andere broer in België en het vertrek van de tante naar Canada. Op basis daarvan kan de DVZ niet vaststellen dat de familiale banden met Afghanistan sterker zijn dan de familiale banden met België. DVZ houdt daarnaast geen rekening met de vrijheidsbeperkingen voor verzoekster. De RvV acht het kennelijk onredelijk om heel de situatie af te schuiven op louter economische omstandigheden. Immers, het feit dat ze haar job is verloren, ligt niet aan de economische omstandigheden, maar wel aan de vrijheidsbeperkingen die de Taliban oplegt aan vrouwen en meisjes. De DVZ heeft de visumaanvraag van verzoekster te eng en foutief geïnterpreteerd. De problemen waar zij als vrouw in Afghanistan onder het Talibanregime mee wordt geconfronteerd kunnen niet louter worden afgedaan als socio-economische moeilijkheden. Er is niet afdoende en onzorgvuldig om gegaan met de visumaanvraag. De Raad besluit dat de weigeringsbeslissing van DVZ de materiële motiveringsplicht alsook de zorgvuldigheidsplicht schendt.