RvV: ‘Verzoeningsprocedure’ terugkerende Syriërs mogelijk risico voor vervolging of ernstige schade
In het kort
In een arrest van 26-5-2023 uitgesproken door 3 rechters weigert de RvV de vluchtelingenstatus en de status van subsidiaire bescherming aan een Syriër van de ‘Dom’-bevolkingsgroep afkomstig uit de regio Tartus. Deze bevolkingsgroep wordt niet systematisch vervolgd en in deze regio is geen sprake van willekeurig geweld stelt de RvV.
Geen systematische vervolging ‘Dom’-bevolkingsgroep; regio Tartus is veilig gebied
Verzoeker is een man met de Syrische nationaliteit, die in het land aangekomen is in de loop van 2018 en een verzoek tot internationale bescherming indiende op 14 november 2019. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) treedt in haar arrest 289.426 van 26 mei 2023 het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) bij in de beoordeling dat verzoeker niet aannemelijk wist te maken dat hij een gegronde vrees voor vervolging koesterde in de zin van het Vluchtelingenverdrag, noch dat hij een reëel risico liep op ernstige schade zoals bepaald in de Vreemdelingenwet.
De verzoeker behoort tot de ‘Dom’ bevolkingsgroep. Uit de beschikbare landeninformatie niet blijkt dat er sprake is van een systematische vervolging van de Dom-bevolkingsgroep. Er is ook geen aanwijzing van persoonlijke vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Hij verklaarde dat er behalve de oorlog geen andere redenen zijn waarom terugkeer niet mogelijk is. Bovendien waren zijn antwoorden en verklaringen over zijn reisweg en de vervulling van zijn dienstplicht zo vaag en algemeen dat niet voldaan is aan de medewerkingsplicht. De verzoeker diende pas meer dan een jaar na aankomst in België een verzoek internationale bescherming heeft in. Dit doet afbraak aan de geloofwaardigheid van zijn vluchtelingenmotieven. Het CGVS stelt dat de verzoeker geen gegronde vrees heeft in de zin van het Vluchtelingenverdrag. In het licht van eventuele subsidiaire bescherming oordeelt het CGVS dat de regio Tartus waar verzoeker woonachtig was als een veilig gebied kan worden beschouwd. Verzoeker komt dus ook niet in aanmerking voor subsidiaire bescherming.
Behandeling terugkerende Syriërs mogelijk risico op vervolging of ernstige schade
De Raad treedt de CGVS bij in bovenstaande vaststellingen en gaat over tot een onderzoek naar risico’s voor terugkerende Syriërs. De RvV erkent dat terugkerende Syriërs risico lopen op vervolging of op met mensenrechten onverzoenbare behandelingen, net omwille van hun eerder vertrek uit Syrië of het aanvragen van asiel in het buitenland. Dit vertrek hangt vaak samen met politieke dissidentie.
Verzoeker maakt een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade die volgt uit het enkele feit dat hij Syrië verlaten heeft, niet hard.
Mate van willekeurig geweld regionaal sterk verschillend: geen willekeurig geweld in regio Tartus
Uit de beschikbare landeninformatie blijkt dat het aantal incidenten in Syrië sedert de tweede helft van 2018 is afgenomen. Deze trend heeft zich verder doorgezet in de daaropvolgende jaren. De omvang van het geweld, de mate van willekeurig geweld en de gevolgen van het conflict in Syrië verschillen sterk naargelang de regio. Aangezien er grote verschillen bestaan tussen de regio’s is het belangrijk om niet alleen rekening te houden met de huidige situatie in Syrië in het algemeen, maar ook met verzoekers daadwerkelijke bestemming.
De daadwerkelijke bestemming van verzoeker is de regio Tartus. De Raad oordeelt dat voor de regio Tartus geen reëel risico bestaat dat een burger persoonlijk wordt getroffen door willekeurig geweld. Hieruit vloeit voort dat de vraag naar het al dan niet voorhanden zijn van persoonlijke omstandigheden, die het risico op ernstige schade kunnen verhogen niet rijst.