Procedure vrij personenverkeer
In het kort
Een Unieburger die langer dan drie maanden in België wil verblijven vraagt een verklaring van inschrijving aan de gemeente van zijn verblijfplaats. De gemeente of DVZ gaat na of de voorwaarden van het Unierecht voldaan zijn. Bij een positieve beslissing of geen enkele beslissing binnen zes maanden, geeft de gemeente een elektronische EU kaart. Voldoe je niet aan de voorwaarden? Dan weigert DVZ je aanvraag.
Hoe verloopt de procedure?
Je vraagt een ‘verklaring van inschrijving’ aan bij de gemeente van je verblijfplaats. Dat moet je doen binnen drie maanden na je aankomst in België.
Je kan maar een aanvraag doen als je bewijst dat je een Unieburger bent. De gemeente geeft je dan een bewijs van je aanvraag: een bijlage 19. Een bijlage 19 is een ‘aanvraag voor een verklaring van inschrijving’.
Kan je niet bewijzen dat je een Unieburger bent? Dan neemt de gemeente een beslissing tot niet-inoverwegingname: een bijlage 19quinquies. Je aanvraag wordt niet behandeld en je krijgt geen bijlage 19. Tegen deze beslissing kan je binnen de 30 dagen een annulatieberoep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het beroep is niet automatisch schorsend.
Als je een aanvraag voor een verklaring van inschrijving indient (bijlage 19) moet de gemeente je onmiddellijk inschrijven in het wachtregister. Daarna doet de gemeente een woonstcontrole. Als uit de controle van de reële verblijfsplaats blijkt dat je daadwerkelijk op het grondgebied van de gemeente woont, schrijft de gemeente je over van het wachtregister naar het vreemdelingenregister.
Bij je aanvraag of ten laatste binnen drie maanden na je aanvraag, moet je aan de gemeente alle documenten overhandigen die bewijzen dat je voldoet aan de voorwaarden van het vrij personenverkeer. Die voorwaarden zijn afhankelijk van de EU-hoedanigheid op grond waarvan je de aanvraag deed. Ben je een EU-familielid van een Unieburger? Dan maak je ook gebruik van het vrij personenverkeer. Je moet dan bewijzen dat je voldoet aan de voorwaarden voor gezinshereniging (met die Unieburger).
Lever je niet alle documenten af binnen drie maanden na je aanvraag? Dan weigert de gemeente je aanvraag en krijg je een bijlage 20, zonder bevel om het grondgebied te verlaten (BGV). Je krijgt één maand extra tijd om alsnog alle documenten voor te leggen aan de gemeente.
Heb je na die bijkomende maand nog altijd niet alle documenten overgemaakt? Dan geeft de gemeente opnieuw eenbijlage 20 af, zonder BGV. Tegen deze beslissing kan je een automatisch schorsend beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen(RvV).
Als je alle vereiste documenten tijdig ingediend hebt, zijn er twee mogelijkheden:
- ofwel kan de gemeente je verblijfsrecht onmiddellijk erkennen;
- ofwel stuurt de gemeente je dossier door naar DVZ die binnen zes maanden na je aanvraag een beslissing moet nemen.
Welke beslissingen zijn mogelijk?
Ben je EU-werknemer, -zelfstandige of -student? Dan mag de gemeente je verblijfsrecht in principe onmiddellijk erkennen als je voldoet aan alle voorwaarden.
Ben je EU-beschikker? Dan mag de gemeente je verblijfsrecht onmiddellijk erkennen als je het bewijs van voldoende bestaansmiddelen levert met:
- een eigen invaliditeitsuitkering
- een eigen vervroegd pensioen
- een eigen ouderdomsuitkering
- een eigen uitkering van de arbeidsongevallen- of beroepsziekteverzekering
Ben je een EU-beschikker die zijn bestaansmiddelen op een andere manier bewijst? Of ben je EU-werkzoekende? Dan mag de gemeente je verblijfsrecht niet zelf erkennen: het maakt je aanvraag over aan DVZ, die een beslissing zal nemen.
Ben je een EU-familielid van een Unieburger? Dan mag de gemeente je verblijfsrecht onmiddellijk erkennen in de volgende gevallen:
- je bent een EU-echtgenoot of gelijkgestelde partner en bewijst je verwantschap met officiële documenten (d.w.z. vertaald door een beëdigd vertaler en desgevallend gelegaliseerd of met apostille)
- je bent een EU-(stief)(klein)kind jonger dan 21 jaar en bewijst je verwantschap en eventueel het recht van bewaring of de toestemming (van de andere houder van het recht van bewaring) bij gedeeld recht van bewaring (bij minderjarigheid) met officiële documenten (d.w.z. vertaald door een beëdigd vertaler en desgevallend gelegaliseerd of met apostille)
Als de gemeente je verblijfsrecht onmiddellijk erkent, krijg je een verklaring van inschrijving in de vorm van een elektronische EU kaart. De gemeente geeft in afwachting van die kaart een papieren bijlage 8ter af. Dat is een voorlopig document als bewijs van je inschrijving. Je hebt dan een onbeperkt verblijfsrecht dat de eerste vijf jaar voorwaardelijk is, te rekenen vanaf de datum op je bijlage 19.
Wil de gemeente je verblijfsrecht niet erkennen? Bijvoorbeeld omdat de gemeente denkt dat je een schijnzelfstandige bent? Of omdat je je verwantschap niet bewijst met officiële documenten?? Dan mag de gemeente je verblijfsrecht niet zelf weigeren. Het moet je aanvraag overmaken aan de DVZ, die een beslissing zal nemen.
Als je aan de voorwaarden voldoet, erkent DVZ je verblijfsrecht. Tenzij je fraude pleegde of een gevaar bent voor de openbare orde, nationale veiligheid of volksgezondheid (zie onder 'DVZ weigert je aanvraag')).
Je krijgt een verklaring van inschrijving in de vorm van een elektronische EU kaart. De gemeente geeft in afwachting van die kaart een papieren bijlage 8ter af. Dat is een voorlopig document als bewijs van je inschrijving. Je hebt dan een onbeperkt verblijfsrecht dat de eerste vijf jaar voorwaardelijk is, te rekenen vanaf de datum op je bijlage 19.
Neemt DVZ géén beslissing binnen zes maanden na de datum van je aanvraag? Geen tijdige beslissing staat gelijk aan een erkenning van je verblijfsrecht (zie boven).
DVZ kan je aanvraag alleen weigeren om één van volgende redenen:
- Je voldoet niet aan de voorwaarden van het vrij personenverkeer;
- Je voldoet als EU-familielid niet aan de voorwaarden voor gezinshereniging met een Unieburger;
- Je pleegde fraude of gebruikte andere onwettige middelen voor het bekomen van een verblijfsrecht;
- Je bent een gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid. Een strafrechtelijke veroordeling is daarvan op zich nog geen bewijs. Het gevaar moet actueel zijn;
- Je bent een gevaar voor de volksgezondheid. Het moet gaan om een ziekte die staat in de bijlage tot de Verblijfswet. Als je ziekte optreedt later dan drie maanden na aankomst in België, kan dat geen reden meer zijn om je verblijfsrecht te weigeren.
Voor DVZ je verblijfsrecht weigert, moet het rekening houden met volgende elementen:
- de duur van je verblijf in België
- je leeftijd
- je gezondheidstoestand
- je gezins- en economische situatie
- je sociale en culturele integratie in België
- je banden met je herkomstland
DVZ weigert je aanvraag met een bijlage 20, zonder een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) Tegen deze beslissing kan je een automatisch schorsend beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).