Hoe lang duurt de materiële opvang voor een verzoeker om internationale bescherming?
Asielopvangcrisis
Verzoekers om internationale bescherming hebben tijdens hun asielprocedure recht op materiële opvang. Sinds september 2021 verloopt deze opvang echter gebrekkig. Zowel Fedasil als de Belgische staat zijn hiervoor meermaals veroordeeld geweest door de rechter. In ons dossier asielopvangcrisis geven we je een overzicht van regelgeving, rechtspraak, situaties en gevolgen van dit gebrekkig opvangbeleid met specifieke aandacht voor de 'oneigenlijke' code 207 no show.
Algemeen principe
Vanaf 27 juni 2024 is de koppeling tussen het einde van de opvang en het BGV opgeheven. Verzoekers om internationale bescherming (VIB) die na deze datum een definitieve negatieve beslissing krijgen vallen onder de nieuwe wetgeving. Deze nieuwe wetgeving bepaalt dat de materiële hulp (waaronder opvang) 30 dagen na de kennisgeving van de definitieve negatieve beslissing eindigt. Voor definitieve negatieve asielbeslissingen vóór 27-6-2024 blijft de oude regeling gelden waarbij er naast de beslissing ook een bevel om het grondgebied te verlaten nodig is om de einddatum van het recht op opvang en verplichte vertrek te bepalen.
Basisprincipes recht op opvang
Het recht op materiële opvang tijdens de hele procedure van het VIB betekent dat je opvang hebt:
- Vanaf het doen van een verzoek bij DVZ.
- uitzondering hierop zijn Unieburgers die een VIB indienen of personen die een volgend verzoek indienen (tweede, derde,… verzoek om internationale bescherming)
- Tijdens de behandeling van je VIB door het CGVS
- Tijdens de beroepstermijn en de behandeling van schorsende beroepen bij de RvV tegen de weigeringsbeslissing van het CGVS.
- Tijdens de behandeling van het cassatieberoep bij de RvS eens het toelaatbaar is verklaard.
Het recht op materiële opvang eindigt van zodra je een definitieve negatieve beslissing hebt. Men spreekt van een ‘definitieve’ negatieve beslissing wanneer er tegen de beslissing geen automatisch schorsend beroep meer openstaat en ook wanneer de beroepstermijn verstreken is.
Er ontstaat een nieuw recht op opvang als:
- een beroep ingediend bij de RvV leidt tot een annulatie van de beslissing van DVZ
- een cassatieberoep ingediend bij de RvS tegen een beslissing ten gronde van de RvV toelaatbaar werd verklaard.
- je volgend verzoek ontvankelijk wordt verklard door het CGVS
Einde opvang na een Dublinbeslissing met bijlage 26quater
Termijn einde opvang
Je behoudt je recht op opvang tot de effectieve overdracht naar de verantwoordelijke lidstaat plaatsvond.
Toewijzing OTP
Van zodra je de bijlage 26quater krijgt, zal Fedasil je toewijzen aan een Dublinplaats zodat je de huidige opvangplaats moet verlaten. Dit maakt deel uit van de laatste fase van het terugkeertraject. Dublinplaatsen zijn slechts voorzien in enkele opvangcentra van Fedasil waar ook nog bewoners met een lopend verzoek worden opgevangen. Alle rechten en plichten uit de Opvangwet blijven gelden. Het gaat dus evenzeer om open centra waar uitgeprocedeerde verzoekers samen met verzoekers in procedure worden opgevangen.
- Verblijf je al in een centrum met Dublinplaatsen, dan zal je er geen toegewezen krijgen, maar start de terugkeerbegeleiding van zodra je de bijlage 26quater hebt ontvangen.
- Verblijf je niet in een centrum met Dublinplaatsen en gebeurt er een toewijzing, dan ontvang je deze beslissing binnen de 2 werkdagen. Daarna heb je zelf 5 werkdagen tijd om je aan te melden bij de Dublinplaats. Weiger je de toewijzing, dan krijg je een "code no-show" wat betekent dat je gedurende de resterende periode van materiële opvang enkel nog recht hebt op medische hulp.
Uitzondering toewijzing OTP
Niet iedereen gaat naar een Dublinplaats: je kan een aanvraag tot uitzondering indienen op grond van:
- Medische redenen: een medisch attest waaruit blijkt dat de verplaatsing naar een Dublinplaats niet haalbaar is. Dit staat dus ook los van medische redenen die een overdracht naar de andere lidstaat verhinderen. De beslissing zal dus enkel gebaseerd worden op de mogelijkheid tot verplaatsing tussen deze twee opvangstructuren binnen België.
- Zwangerschap: een medisch attest met een verwachte bevallingsdatum van minder dan 2 maanden.
- Baby: een geboorteakte of elk ander officieel bewijs van geboorte van een baby van minder dan 2 maanden oud.
Fedasil onderzoekt de ingeroepen uitzondering en indien akkoord wordt de code 207 opnieuw op het initiële opvangcentrum geplaatst. Deze beslissing heeft geen enkele invloed op een beslissing van DVZ: deze kan jou ten allen tijde uitnodigen om de overdracht naar de andere lidstaat uit te voeren. Ga je als bewoner niet in op deze oproepingen, dan kan dit als onderduiken beschouwd worden. Het gebrek aan medewerking kan een impact hebben op de verdere Dublinprocedure alsook het recht op opvang dat kan stopgezet worden.
Gaat Fedasil niet akkoord met de ingeroepen uitzondering, dan blijft de "code 207 Dublinplaats" behouden. Je moet binnen de 3 werkdagen na kennisgeving van de weigeringsbeslissing je aanmelding bij de Dublinplaats, zoniet ontvang je een code 207 no-show met beperking van je recht tot enkel medische hulp.
Er ontstaat een hernieuwd recht op opvang (met een geïndividualiseerde beslissing door de dienst dispatching) in het geval dat België alsnog verantwoordelijk wordt voor het onderzoek van het VIB. Dit kan bijvoorbeeld na verstrijken van de overdrachtstermijn of na een arrest tot vernietiging van de beslissing door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Einde opvang na een negatieve afsluiting van de asielprocedure
Termijn einde opvang
Wanneer je als verzoeker om internationale bescherming een definitieve weigering kreeg, heb je nog 30 kalenderdagen recht op opvang. Je ontvangt een informatiedocument met vermelding van de einddatum van het recht op opvang en het verplichte vertrek. Na ondertekening van dit document, ontvang je hiervan een kopie. Tijdens deze termijn is gedwongen verwijdering niet toegelaten. Weiger je na afloop van de dertig dagen de opvang te verlaten, is een gedwongen verwijdering wel mogelijk.
Toewijzing OTP
Gedurende deze periode van 30 dagen kan Fedasil je bovendien toewijzen aan een open terugkeerplaats (OTP) zodat je de huidige opvangplaats moet verlaten. Dit maakt deel uit van de laatste fase van het terugkeertraject. Terugkeerplaatsen zijn slechts voorzien in enkele opvangcentra van Fedasil waar ook nog bewoners met een lopend verzoek worden opgevangen. Alle rechten en plichten uit de Opvangwet blijven gelden. Het gaat dus evenzeer om open centra waar uitgeprocedeerde verzoekers samen met verzoekers in procedure worden opgevangen.
- Verblijf je al in een centrum met terugkeerplaatsen, dan zal je geen OTP toegewezen krijgen, maar starten de terugkeerbegeleiding en laatste 30 dagen opvang van zodra je de definitieve weigering van je VIB hebt ontvangen.
- Verblijf je niet in een centrum met terugkeerplaatsen en gebeurt er een toewijzing OTP , dan ontvang je deze beslissing binnen de 2 werkdagen. Daarna heb je zelf 5 werkdagen tijd om je aan te melden bij de OTP. Vanaf je jouw aankomst in de OTP start een periode van 30 dagen om het voorgestelde terugkeertraject te volgen. Weiger je de toewijzing aan de OTP, dan krijg je een "code no-show" wat betekent dat je gedurende de resterende periode van materiële opvang enkel nog recht hebt op medische hulp.
Uitzondering toewijzing OTP
Niet iedereen gaat naar een OTP: je kan een aanvraag tot uitzondering OTP-toewijzing indienen op grond van:
- Medische redenen: een medisch attest minder dan 2 maanden oud waaruit blijkt dat de verplaatsing naar een OTP niet haalbaar is.
- Zwangerschap: een medisch attest met een verwachte bevallingsdatum van minder dan 2 maanden.
- Baby: een geboorteakte of elk ander officieel bewijs van geboorte van een baby van minder dan 2 maanden oud.
- Leerplichtige kinderen: bewijs van scholing kinderen tussen 1 april en het einde van het schooljaar.
- Familiale eenheid
- Vrijwillige terugkeer opgestart in de huidige opvangstructuur.
- Ouder van een Belgisch kind (en diens gezinsleden): bewijs van de Belgische nationaliteit van het kind samen met het bewijs van de aanvraag van een verblijfsvergunning op basis van de Belgische nationaliteit van het kind.
Fedasil onderzoekt de ingeroepen uitzondering en indien akkoord wordt de code 207 opnieuw op het initiële opvangcentrum geplaatst. De beslissing vermeldt meteen ook een nieuwe einddatum van het recht op opvang, bijvoorbeeld tot einde schooljaar, in functie van zwangerschap en geboorte, enzovoort.
Gaat Fedasil niet akkoord met de ingeroepen uitzondering, dan blijft de "code 207 OTP" behouden. Is de periode van 30 dagen dan nog niet verstreken, dan kan je enkel nog opvang genieten voor de resterende periode in deze OTP. Is de periode van 30 dagen ondertussen wel verstreken, dan moet je de huidige opvangstructuur verlaten binnen de 4 werkdagen na kennisgeving van de weigeringsbeslissing.
Op het einde van de uitzonderingsperiode volgt geen nieuwe toewijzing aan een OTP. Ben je dan nog steeds niet in staat het opvangcentrum te verlaten, dan kan je enkel terugvallen op de regels voor een verlengd recht op materiële opvang (zie volgende rubriek).
Een verlenging van het recht op opvang is mogelijk onder duidelijke voorwaarden en een bijhorende procedure, maar heeft geen impact op de toewijzing aan een OTP. Deze blijft geldig.
Aan het einde van je recht op opvang kan je een verlenging vragen van de materiële hulp vragen.
Voorwaarden
Hiervoor gelden 3 cumulatieve voorwaarden:
- Je verblijft nog steeds in een opvangstructuur. Als "no show" ben je hierdoor uitgesloten.
- Je definitieve negatieve beslissing in het kader van je VIB werd betekend.
- De termijn van 30 kalenderdagen verder behoud van materiële hulp is nog niet verstreken. Is dat wel het geval, dan kan je enkel op grond van menselijke waardigheid een verlenging aanvragen (zie verder).
Wanneer je een toewijzing kreeg aan een OTP, dan kan je géén verlenging materiële opvang aanvragen voor de huidige opvangstructuur. In dat geval moet je een uitzondering toewijzing OTP aanvragen in de plaats (zie boven).
Aanvraag
Elke aanvraag dient voldoende gemotiveerd te worden. Een aanvraag indienen moet rechtstreeks bij:
- De opvangstructuur in het geval van familiale eenheid of verblijf in een OTP.
- Voor alle andere redenen bij Fedasil.
De aanvraag kan ingediend worden via een vertegenwoordiger, mits de volmacht geregeld werd via een door de bewoner ondertekend standaarddocument.
Uitzondering aanvraag verlengd recht op opvang
Heb je een volgend verzoek ingediend, dan betekent deze wijziging van je administratieve situatie ook meteen dat een aanvraag verlenging opvang van het vorige verzoek zonder voorwerp is.
Kreeg je een beslissing dat een andere EU-lidstaat bevoegd is voor de behandeling van jouw VIB (Dublin-verordening – met een bijlage 26quater), dan blijft je recht op opvang behouden voor de periode die nodig is voor de effectieve transfer naar deze lidstaat. Een aanvraag verlenging indien, is bijgevolg niet nodig.
Onderzoek en beslissing
Zolang je aanvraag in onderzoek is, blijft het recht op opvang behouden.
Voor aanvragen op grond van familiale eenheid of een aanvraag op basis van een reeds ingediend dossier vrijwillige terugkeer, beslist de opvangstructuur zelf.
De beslissing zal steeds een nieuwe einddatum bevatten voor vertrek uit de opvangstructuur.
Situaties van verlengd recht op opvang
Als er meerdere situaties van toepassing zijn, moeten ze allemaal in hetzelfde aanvraagformulier aangeduid worden. De bewoner kan zich nadien niet meer op andere gronden beroepen, tenzij deze gronden nieuw zijn en voordien niet eerder konden worden ingeroepen.
- Familiale eenheid
Verblijf je in de opvang en heb je een familielid of een persoon die over jou het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent met recht op materiële opvang? Dan heb je automatisch een verlengd recht op opvang, zolang deze persoon recht heeft op materiële opvang.
Deze familieleden komen in aanmerking:
- je echtgenoot of partner waarmee je een duurzame relatie hebt
- je (klein)kinderen: minderjarig of meerderjarig ongehuwd en ten laste
- je (groot)ouders
Je moet met het familielid of de persoon die nog een recht op materiële opvang heeft:
- samenwonen of
- er een effectieve relatie mee hebben (hoederecht, bezoekrecht, huisvestingsrecht)
Ben je een ander familielid dan kan je enkel een aanvraag op grond van menselijke waardigheid indienen.
- Beëindigen schooljaar
Zijn er leerplichtige kinderen binnen het gezin, dan kan je vanaf 1 april verlenging aanvragen opdat ze het schooljaar kunnen beëindigen. Vroeger kon dit enkel indien je simultaan ook bewijs leverde van een aanvraag verlenging bevel om het grondgebied te verlaten bij DVZ, maar dit is niet langer nodig om van Fedasil een verlenging van het recht op opvang te krijgen.
- Onmogelijke terugkeer
Wanneer je intekent op vrijwillige terugkeer, maar dit niet uitvoerbaar blijkt om redenen buiten je wil om, dan kan je een verlenging van opvang aanvragen. Je moet dan wel de onmogelijkheid van de terugkeer aantonen met de bewijzen die je hebt van de overmacht en de stappen die je zelf zetten in een poging de terugkeer mogelijk te maken.
- Ouder van een Belgisch kind
Als je in de opvang verblijft en als ouder van een Belgisch kind (jonger dan 18 jaar) een humanitair verblijf op grond van artikel 9bis of een aanvraag tot gezinshereniging hebt ingediend, kom je in aanmerking voor een verlengd recht op opvang. Het bewijs lever je aan de hand van ofwel een kopie van de aanvraag 9bis met het ontvangstbewijs van de aangetekende zending, ofwel een afschrift van de bijlage 19 of 19ter indien een aanvraag gezinshereniging met daarnaast het bewijs dat je kind de Belgische nationaliteit heeft.
Deze mogelijkheid voor ouders van Belgische kinderen bestaat in de Opvangwet niet voor ouders van kinderen die de nationaliteit van een ander EU-lidstaat hebben. Het Grondwettelijk Hof besliste in een arrest van 19 maart 2015 dat de Opvangwet op dit punt niet discrimineert. Ouders van kinderen met een andere Europese nationaliteit kunnen wel een aanvraag tot uitzonderlijke verlenging op grond van menselijke waardigheid indienen, bijvoorbeeld als zij omstandig motiveren dat de band tussen ouder en kind verbroken dreigt te worden.
- Medische redenen, inclusief zwangerschap - pasgeborene
De Opvangwet voorziet drie mogelijkheden:
- Zwangerschap : 2 maanden voor de geboorte tot 2 maanden erna.
- Medische redenen met aanvraag medische regularisatie 9ter.
- Medische redenen zonder aanvraag medische regularisatie 9ter.
Je moet bij de aanvraag de volgende bewijzen voorleggen:
- Een attest met de vermoedelijke bevallingsdatum of je geboorteakte.
- Een recent medisch attest, dat de onmogelijkheid om de opvang te verlaten aantoont. Fedasil geeft aan bij voorkeur attesten van maximum twee maand oud te ontvangen.
- Als de aanvraag steunt op een aanvraag medische regularisatie 9ter zal Fedasil nagaan of er effectief een medische onmogelijkheid is om de opvang te verlaten. Wordt de 9ter door DVZ ontvankelijk verklaard dan dien je sowieso de opvang te verlaten binnen de twee maanden na de betekening van de beslissing van DVZ omdat er door deze beslissing een recht ontstaat op maatschappelijke dienstverlening via het OCMW. Zie verder hieronder bij “Positieve afsluiting van de asielprocedure”, dezelfde regels zijn dan van toepassing.
- Redenen van menselijke waardigheid
Elke andere situatie die de menselijke waardigheid in het gedrang brengt kan je aan Fedasil voorleggen. Je aanvraag moet met redenen die verband houden met de eerbiediging van de menselijke waardigheid ingediend worden en voorzien zijn van de nodige bewijsstukken. De beslissing blijft de discretionaire bevoegdheid van Fedasil.
Beroep
Tegen een weigering van Fedasil op een aanvraag verlenging kan je binnen de drie maanden vanaf de betekening van de beslissing beroep instellen bij de arbeidsrechtbank. Een beroep is niet schorsend. Pas wanneer er een (voorlopige) veroordeling is, eventueel bij beschikking na een eenzijdig verzoekschrift, kan je weer opvang vragen.
Arbeidsrechters veroordeelden Fedasil bijvoorbeeld omdat na meerdere toekenningen van verlenging om medische redenen er alsnog een weigering kwam, terwijl de medische redenen niet veranderd waren (Arbeidshof Luik, 22 mei 2015; Arbeidsrechtbank Gent, 27 oktober 2015; Arbeidsrechtbank Gent, 19 oktober 2015). Andere voorbeelden zijn situaties waarbij de arbeidsrechters Fedasil veroordeelden omwille van weigeringen van verlenging om redenen van menselijke waardigheid. Zoals bijvoorbeeld in situaties van gezinshereniging met een kind met een Europese nationaliteit (Arbeidsrechtbank Antwerpen, 10 maart 2016) en in situaties van uitgeprocedeerde families met minderjarige kinderen (Arbeidsrechtbank, 16 juni 2016; Arbeidshof Luik, 22 mei 2015).
Einde opvang na een positieve beslissing VIB met verblijfsrecht
In een instructie van 25 juli 2024 legt Fedasil de termijnen en procedures vast over de transitie vanuit collectieve opvang. Bewoners krijgen de keuze tussen twee opties. Ten laatste de derde werkdag na het bekomen van de machtiging tot verblijf moet je aangeven welke optie je voorkeur geniet:
- De opvang op zeer korte termijn te verlaten indien je een eigen oplossing hebt gevonden. In dit geval ontvang je maaltijdcheques.(Zie “hulp bij vervroegd vertrek”)
- Overplaatsing naar een individuele opvangplaats in een Lokaal Opvanginitiatief (LOI), of in geval van een specifieke kwetsbaarheid in opvangplaatsen beheerd door NGO’s zoals Ciré voor een periode van twee maanden (of 6 maanden voor hervestigde vluchtelingen) waar je verdere begeleiding krijgt bij de zoektocht naar geschikte private huisvesting. Wanneer je een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden bekomt, bedraagt deze termijn voor transitie2 maanden. Deze periode kan daarna tot 3 maal toe met 1 maand uitgesteld worden na akkoord door Fedasil.
Wanneer deze termijnen beginnen lopen, hangt af van de keuzes die je maakt als bewoner of de plaats waar je op dat ogenblik opvang krijgt.
- Verblijf je al in een individuele opvangplaats (LOI of door NGO beheerde opvang) bij ontvangst van de beslissing, dan starten deze 2 maanden op dezelfde dag. Voor bewoners in het kader van het hervestigingsprogramma bedraagt de termijn 6 maanden vanaf de toewijzing aan de individuele opvang.
- Verblijf je in een collectieve opvangplaats, dan volg je de bijzondere transitieregels en krijg je een keuze voorgeschoteld die de data van vertrek mee bepalen:
- ofwel de datum van toekenning transfer naar een individuele opvangplaats als startdatum;
- ofwel de datum van weigering toekenning individuele opvangplaats omwille van plaatsgebrek en beslissing tot voortzetting van opvang in de collectieve opvangplaats gedurende de transitie;
Tijdens deze transitie moet de maatschappelijk werker de nodige bijstand bieden in het bekomen van de verblijfsdocumenten, de zoektocht naar een woning (vb. het voorzien van tickets voor openbaar vervoer) en de installatie in de nieuwe woning (ziekenfonds, contact OCMW, verhuis, …initiëren).
Deze instructie is van toepassing op:
- Bewoners in de collectieve centra die een verblijf van meer dan drie maanden bekomen, namelijk:
- een erkenning als vluchteling
- een toekenning van subsidiaire bescherming
- een regularisatie (ten gronde) op basis van medische of humanitaire redenen (artikel 9ter of 9bis Verblijfswet)
- een toekenning van een A, E / EU of F kaart op basis van gezinshereniging
- Bewoners die worden opgevangen in het kader van het hervestigingsprogramma en die minimum 3 tot 8 weken in collectieve opvang hebben verbleven.
De instructie is niet van toepassing op volgende categorieën:
- Niet-begeleide minderjarigen: voor hen is er de afzonderlijke instructie van 23 juli 2015. Lees meer over materiële opvang voor niet-begeleide minderjarigen.
- Begeleide minderjarigen die een verblijfsvergunning van meer dan 3 maanden of de Belgische nationaliteit verkrijgen, en wiens ouders nog geen verblijfsvergunning hebben verkregen. Voor hen is er voorlopig de instructie van 18 oktober 2021. Zie hieronder bij 'positieve afsluiting asielprocedure als begeleide minderjarige met ouders zonder verblijfsvergunning'.
Wie meteen na de ontvangst van de machtiging tot verblijf besluit de collectieve opvang op zeer korte termijn te verlaten (maximum 10 werkdagen) ontvangt maaltijdcheques voor een periode van vier maanden (normale periode transitie + 2 eerste verlengingen ervan). Deze worden in één keer uitbetaald voor een éénmalig bedrag van 1680 euro per volwassene (4 maal 420 euro) en 720 euro per minderjarig kind (4 maal 180 euro).
De POD Maatschappelijke Integratie (POD MI) stelt dat deze maaltijdcheques geen impact mogen hebben op het onderzoek naar 'behoeftigheid' en dus op de toekomstige toekenning van financiële steun of de financiële steun die de persoon bij wie je zal verblijven, ontvangt.
Binnen dedrie werkdagen nadat je de cheques ontvangen hebt, moet je de opvang verlaten en zet Fedasil de materiële steun stop. De maatschappelijk werker heeft de taak je te informeren over de verdere stappen die je moet ondernemen (documenten CGVS, contact OCMW, ziekenfonds, enz.).
Wanneer je deze optie kiest, word je achteraf niet terug opgenomen in het opvangnetwerk. De keuze is dus definitief.
- Wie kiest voor overplaatsing naar een individuele opvangplaats maar een weigering ontvangt wegens plaatsgebrek, mag de transitieperiode in het bestaande collectieve opvangcentrum doorbrengen. Wens je op een later tijdstip alsnog gebruik te maken van de regel 'vervroegd vertrek' uit het collectieve opvangcentrum, dan ontvang je maaltijdcheques in functie van de nog resterende vertrekperiode:
- Vertrek je tijdens de eerste 2 maanden transitieperiode en vraag je geen uitstel van vertrek, dan ontvang je nog 2 maanden aan cheques: 840 euro per volwassene en 360 euro per kind.
- Vertrek je pas na 3 maanden (initiële transitie + uitstel van 1 maand), dan ontvang je nog 1 maand aan cheques: 420 euro per volwassene en 180 euro per kind. (zie ook 'Uitstel van vertrek' verderop)
Kies je voor een overgangsperiode in individuele opvang, dan moet er bij de aanvraag rekening gehouden worden met:
- School kinderen: vanaf 1 april van elk jaar moet de maatschappelijk werker $ in de aanvraag ook aangeven of de ouders wensen dat hun kinderen het schooljaar afwerken in hun huidige school. Fedasil gaat dan op zoek naar een LOI in de buurt van deze school. Wanneer dit voor de ouders niet doorslaggevend is, zal Fedasil wel rekening houden met de lestaal, tenzij de ouders expliciet een andere taalregio verkiezen.
- Medische aspecten zullen mee in rekening gebracht worden aan de hand van een afzonderlijk in te vullen checklist bij de aanvraag.
- Tewerkstelling: als je een arbeidsovereenkomst hebt en ook in orde bent met de bijdrageregeling, dan zal Fedasil hier rekening mee houden in de zoektocht naar een opvangplaats.
- Kwetsbaarheden kunnen door de maatschappelijk werker ook gesignaleerd worden om een toewijzing aan één van de NGO’s te doen.
De aspecten taal, medische problematiek en arbeidscontract zijn imperatief. Dit betekent dat als Fedasil geen plaats vindt die aan deze criteria voldoet, de verhuis niet zal doorgaan en de transitie zal plaatsvinden vanuit het bestaande centrum.
Binnen maximum 5 werkdagen na de aanvraag stuurt Fedasil een beslissing, die binnen één werkdag moet betekend worden aan jou. Binnen maximum 3 werkdagen moet je dan verhuizen naar de toegewezen individuele opvang. Vanaf dan kan je enkel nog opvang genieten op die plaats. Indien je medicatie moet nemen, moet het centrum een voorraad meegeven voor 5 dagen. Het centrum brengt de nieuwe opvangstructuur ook op de hoogte van eventuele medische afspraken en draagt je sociale en medische dossier over.
Wanneer Fedasil geen geschikte individuele opvang vindt, vangt de transitieperiode in het bestaande centrum aan vanaf de beslissing van Fedasil. Bij deze beslissing van onmogelijkheid om individuele plaats toe te wijzen, kan je alsnog de procedure hulp bij vervroegd vertrek starten.
Indien je de toewijzing aan de individuele plaats weigert, wordt dit vermeld op het toewijzingsdocument en moet je dit ondertekenen. Bij weigering kan je geen gebruik meer maken van de procedure hulp bij vervroegd vertrek en moet je het opvangcentrum verlaten. Indien de toewijzing aan de individuele plaats op een vergissing berust (bv. bewoner in een rolstoel, toegewezen aan een verdieping zonder lift) dan neemt de opvangstructuur contact op met de regio. Als deze vergissing wordt bevestigd, dan annuleert men de toewijzing en behandelt de regio de aanvraag opnieuw.
Wanneer het onmogelijk is de opvang te verlaten binnen de voorziene termijn van 2 maanden (of 6 maanden bij hervestiging), dan kan je een aanvraag tot uitstel van vertrek indienen bij Fedasil via een ingevuld aanvraagformulier. Fedasil zal in de praktijk 1 maand uitstel toestaan, tenzij er een specifieke reden is om meteen meer dan 1 maand toe te staan. De aanvraag kan ook door je voogd, advocaat, .. ingediend, maar sowieso rechtstreeks bij het opvangcentrum die de aanvraag overmaakt aan Fedasil.
Je moet de aanvraag anders motiveren naargelang het om een eerste, tweede of derde aanvraag tot uitstel gaat:
- Bij de eerste aanvraag tot uitstel geef je aan welke stappen je ondernam in het kader van de zoektocht naar huisvesting. Deze aanvraag dien je uiterlijk de laatste dag van de oorspronkelijke transitieperiode in.
- Bij de tweede aanvraag tot uitstel toon je op gedetailleerde wijze aan dat je effectief zocht naar een woning (lijst van gecontacteerde eigenaars, data van afspraken, enz.). Deze aanvraag dien je uiterlijk de laatste dag van de eerste toegekende verlenging in.
- Een derde aanvraag tot uitstel kent Fedasil enkel toe bij uitzonderlijke omstandigheden gelinkt aan de menselijke waardigheid. De aanvraag voorzie je dus ook van de nodige bewijsstukken die aantonen dat een transitie vooralsnog niet mogelijk was. Ook deze aanvraag dien je uiterlijk de laatste dag van de tweede toegekende verlenging in.
Op het einde van het verkregen uitstel moet je de opvang verlaten uiterlijk de laatste dag van het toegekende uitstel.
Beroep
Tegen een weigering van uitstel van vertrek kan je binnen de 3 maanden vanaf de betekening van de beslissing beroep instellen bij de arbeidsrechtbank. Een beroep is niet schorsend. Pas wanneer er een (voorlopige) veroordeling is, eventueel bij beschikking na een eenzijdig verzoekschrift, kan je weer opvang vragen.
Fedasil werd in het verleden al veroordeeld omwille van het weigeren van een uitstel van vertrek: Arbeidsrechtbank, 7 januari 2016.
Einde opvang na een positieve beslissing VIB van een begeleide minderjarige met ouders zonder verblijfsrecht
De instructie is van toepassing op families die in het opvangnetwerk verblijven waarvan een of meerdere kinderen een verblijfsvergunning verkrijgen van meer dan 3 maanden. In het kader van deze instructie beschouwt Fedasil ouders (of een andere verantwoordelijke voor het kind) en minderjarige kinderen ten laste als deel van de familie.
Voor families waarvan één van de ouders wel een verblijfsvergunning van meer dan 3 maanden heeft is de instructie ‘transitie van materiële hulp naar maatschappelijke dienstverlening’ van toepassing. De familie kan niet beslissen om in de opvangstructuur te blijven omdat de andere ouder/zus/broer nog geen verblijfsvergunning heeft.
Van zodra de maatschappelijk werker kennis heeft genomen van de verblijfsvergunning of de Belgische nationaliteit van het kind gaat de maatschappelijk werker hierover in gesprek met de familie. Hij informeert de familie over de impact van deze beslissing op het recht op opvang:
- Het kind heeft recht op sociale bijstand van het OCMW, de overige gezinsleden niet.
- Het kind heeft recht op kinderbijslag
Daarnaast moedigt hij het gezin aan om hun situatie te regelen door een aanvraag voor een verblijfsvergunning op te starten op grond van de administratieve situatie van het kind.
Sinds 1 september 2024 kunnen ouders van begeleide minderjarigen met internationale bescherming gezinshereniging aanvragen met dit kind. Lukt dit niet, dan kan er ook een humanitair verblijf op grond van artikel 9bis aangevraagd worden.
Vanaf de beslissing tot toekenning van een verblijfsvergunning aan het kind, heeft de familie 2 maanden de tijd om zelf stappen te zetten een verblijfsrecht te krijgen. Net voor het verstrijken van de termijn van 2 maanden stelt de maatschappelijk werker een stand van zaken op over de reeds ondernomen stappen.
Hierna dient hij een aanvraag tot uitstel van vertrek in naam van het kind in met volgende informatie:
- Onmogelijkheid om het kind te laten vertrekken als gevolg van de verblijfsstatus van de ouders/ verantwoordelijke persoon.
- Alle stappen die de ouders reeds hebben ondernomen met het nodige bewijs hiervan.
Vervolgens neemt Fedasil een beslissing naargelang de staat van de procedure van de ouders:
- Indien de ouders een lopende verblijfsaanvraag hebben, verleent Fedasil uitstel aan het kind tot aan de beslissing van de bevoegde instanties hierover.
- Indien de ouders geen lopende verblijfsaanvraag hebben, verleent Fedasil uitstel aan het kind met een expliciete vermelding van een termijn van 2 maanden. Indien de familie tijdens deze periode de nodige stappen zet om alsnog een verblijfsrecht te regelen, kan een nieuw verzoek tot uitstel ingediend worden met deze elementen.
- Indien de ouders geen stappen ondernemen om hun verblijfsrecht te regelen, kan Fedasil beslissen om geen uitstel te verlenen en moet de familie de opvangstructuur verlaten.
Voor de volledigheid vermeldt de instructie dat het kind met de Belgische nationaliteit enkel in de opvang kan verblijven indien één van de ouders begunstigde van materiële hulp is.
De Belgische nationaliteit geeft het kind recht op sociale bijstand van het OCMW ingediend in diens naam.
Opheffing code 207 om uitzonderlijke redenen
Indien de familie de opvang wenst te verlaten, kan de verblijfsvergunning of de Belgische nationaliteit van het kind op zich een uitzonderlijk element vormen ter rechtvaardiging van de opheffing van de code 207 om uitzonderlijke redenen. Toch moet de familie nog andere indicatoren voorleggen ter ondersteuning van deze aanvraag.
De familie dient deze aanvraag in bij je maatschappelijk werker, samen met alle nodige informatie en bewijzen die de aanvraag ondersteunen. De maatschappelijk werker informeert de familie binnen de 2 werkdagen over de beslissing.
- In geval van een gunstige beslissing heft Fedasil de code 207 op, en beschikt de familie over een periode van 2 maanden vanaf de betekening van deze beslissing om de opvangstructuur te verlaten. Het is niet mogelijk om tijdens deze periode een transferaanvraag naar een LOI in te dienen in het kader van transitie.
Indien het onmogelijk is om de opvangstructuur te verlaten binnen deze termijn, kan de familie een aanvraag tot uitstel van vertrek indienen.
- In geval van een negatieve beslissing kan de familie in de opvangstructuur blijven op basis van je lopende procedure om internationale bescherming.
Meer info
Wetgeving
Instructies Fedasil