In vijf arresten van 12-12-2014 volgt de AV van de RvV de vaste Raad van State rechtspraak: artikel 9ter Verblijfswet (medische regularisatie) is een autonome, nationale norm die een ruimere bescherming biedt dan de Europese norm van artikel 3 EVRM bij een uitwijzing (verbod op onmenselijke behandeling). Ook het Hof van Justitie bevestigde dat op 18-12-2014. De artsen en ambtenaren van DVZ moeten deze unanieme rechtspraak toepassen.
In arresten M’Bodj en Abdida van 18 december 2014 zegt het Hof van Justitie aan welke minimale Europese normen de medische regularisatie en de rechten van betrokkenen moeten voldoen. Deze rechtspraak heeft gevolgen voor de Belgische regelgeving en praktijk.
Sinds 1 januari 2015 moeten meemoeders niet langer een adoptieprocedure doorlopen om de tweede juridische ouder te worden van het kind waarvan hun partner is bevallen. Ook situaties met een internationaal element zijn geregeld.
Het samenwerkingsprotocol tussen DVZ, Fedasil en de Dienst Voogdij, over de registratie van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asiel aanvragen, is vernietigd door Raad van State arrest nr. 229.606 van 18 december 2014.
Zowel Duitsland als België verduidelijkten hun praktijk inzake asieloverdrachten van gezinnen met minderjarige kinderen naar Italië. Dit naar aanleiding van het EHRM arrest Tarakhel van 3 november 2014.
Volgens het Hof van Justitie mag een economisch niet-actieve EU-burger die niet voldoet aan de voorwaarden van zijn recht op vrij verkeer, door de gastlidstaat worden uitgesloten van sociale bijstand. Het ging over een situatie in Duitsland. Het arrest heeft geen rechtstreekse gevolgen voor België.
Er is een wettelijke termijn van drie maanden, die met twee maanden kan verlengd worden. Het Hof van Beroep van Luik preciseert dat die termijn loopt vanaf het ontvangstbewijs van de aanvraag bij het Belgische consulaat.
De FOD Justitie publiceerde op 20 november 2014 een omzendbrief om de draagwijdte van artikel 316bis, 2° van het Burgerlijk Wetboek te verduidelijken. De FOD Justitie gaat daarmee in op een aanbeveling van de Federale Ombudsman.
Volgens het Hof van Justitie arrest van 5 november 2014 is richtlijn 80/987/EEG ook van toepassing op onwettig verblijvende derdelanders, die werknemer zijn in de Europese Unie.
De POD MI verduidelijkt in twee nieuwe FAQ’s op zijn website het recht op financiële steun van vreemdelingen die geen gevolg kunnen geven aan hun uitwijzingsbevel wegens medische overmacht. De POD MI komt hiermee gedeeltelijk terug op een praktijkwijziging van eerder dit jaar.
Het hof van beroep van Brussel besliste dat in een individueel geval, op 17 september 2014. Het hof van beroep verwijst naar arrest nr. 1/2012 van het Grondwettelijk Hof. Het nieuwe federale regeerakkoord belooft werk te maken van een wettelijke regeling.
In arresten van 1 oktober en 12 november 2014 antwoordt het Hof van Justitie op een verzoek om uitlegging van de artikelen 8 en 12, lid 3 van de Brussel IIbis Verordening.
Een Hof van Justitie arrest van 9 oktober 2014 zegt dat een terugkeerverzoek alleen kan worden toegestaan als de gewone verblijfplaats nog in het land van oorsprong is. Maar hoe moet dat beoordeeld worden?
UNHCR roept op om personen uit Irak niet gedwongen terug te sturen. De meeste Irakezen komen in aanmerking voor bescherming. Er is geen voldoende intern vluchtalternatief.