Gaza: bijstand en evacuatie? Verblijf en rechtspositie van personen uit Palestijnse gebieden

De oorlog tussen Israël en Hamas sinds 7 oktober 2023 en het Israëlisch-Palestijns conflict roepen ook vragen op naar mensen die ter plaatse vastzitten en een link met België hebben, en naar de rechtspositie van personen uit de Palestijnse gebieden die zich al in België bevinden. We bundelen hier voorlopige info, en actualiseren dit naargelang de evoluties, over de volgende onderwerpen: 

Visumaanvragen voor personen uit Gaza worden niet soepeler behandeld. De aanvrager moet aantonen dat hij voldoet aan alle gewone voorwaarden en de nodige bewijsstukken overhandigen. Ondanks de conflictsituatie in Gaza worden gelegaliseerde en vertaalde akten van de burgerlijke stand (bv. geboorteakten en huwelijksakten) gevraagd net zoals medische attesten opgemaakt door een erkend arts of gelegaliseerd door de bevoegde autoriteiten.

Naast Belgen, personen met een door België toegekend statuut van vluchteling of staatloze en Unieburgers met Belgen gelijkgesteld die niet worden vertegenwoordigd door hun eigen lidstaat kunnen ook hun partner en minderjarige kinderen met een geldige toegang tot het Belgische grondgebied zich laten registreren op de evacuatielijst. Ondertussen is er ook rechtspraak die de Belgische Staat verplicht om ook de partner en minderjarige kinderen van subsidiair beschermden en houders van een gecombineerde vergunning op deze lijst te plaatsen.

Behandeling verzoeken internationale bescherming Westelijke Jordaanoever opgeschort

Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) behandelt tijdelijk geen dossiers van verzoekers om internationale bescherming afkomstig uit de Westelijke Jordaanoever en die niet geregistreerd zijn bij UNRWA. 

De al geplande persoonlijke onderhouden en onderzoeken gaan wel door. Het CGVS zal beslissingen van erkenning als vluchteling en van niet-ontvankelijkheid wegens beschermingsstatus in een andere EU-lidstaat blijven betekenen. Het CGVS schort tijdelijk de betekening van toekenningen van subsidiaire bescherming, weigeringen van vluchtelingenstatus en subsidiaire bescherming op.

Dit beleid geldt tot het CGVS voldoende objectieve informatie heeft om de algemene situatie in de Westelijke Jordaanoever accuraat te kunnen beoordelen.

 Lees het bericht van het CGVS van 12 maart 2025

Samengevat

In Gaza?

In België? 

  • Asielonderzoeken en beslissingen over de status van vluchteling of over bescherming in een ander land gaan door; beslissingen over subsidiaire bescherming waren sinds 20 oktober opgeschort maar werden hervat op 19 december 2023.
  • Er zijn ook diverse evoluties in de praktijken wat betreft de nationaliteit of staatloosheid van personen uit Palestijnse gebieden.

Evacuatielijst

Het Consulaat-generaal van België in Jeruzalem houdt een evacuatielijst bij van mensen die sinds de oorlog vastzitten in Gaza en die naar België zouden kunnen gebracht worden als het mogelijk wordt om Gaza te verlaten. Ook andere landen die in de regio vertegenwoordigd zijn, houden evacuatielijsten bij. De EU en andere landen werken samen en bepleiten bij de betrokken landen in de regio onder andere om hun onderdanen en rechthebbenden een veilige doorgang uit Gaza te geven en om hen te kunnen repatriëren. Tot nu geven Egypte en Israël maximaal dagelijks voor enkele tientallen mensen uit de diverse evacuatielijsten toestemming om Gaza te verlaten.

U kunt contact opnemen met het crisiscentrum van Buitenlandse Zaken via het e-mailadres: crisiscentrum@diplobel.fed.be of het Belgische consulaat-generaal in Jeruzalem via het e-mailadres: jerusalem@diplobel.fed.be

De volgende personen die momenteel in Gaza vastzitten, kunnen zich laten registreren op de evacuatielijst van het Consulaat-generaal van België in Jeruzalem:

  • Rechthebbenden op consulaire bijstand (artikel 75, 81 en 91 Consulair Wetboek en artikel 1, 28 en 29 van het KB van 22 april 2019)
    • Belgen
    • personen met een door België toegekend statuut van vluchteling of staatloze
    • Unieburgers met Belgen gelijkgesteld die niet worden vertegenwoordigd door hun eigen lidstaat
  • Het Nationaal crisiscentrum bevestigde in december 2023 dat ook de volgende kerngezinsleden van Belgen, erkend vluchtelingen en staatlozen zich kunnen laten registeren:
    • partner en minderjarige kinderen met een geldige toegang tot het Belgische grondgebied met een geldig verblijfsrecht, geldig visum of registratie in het rijksregister
    • geval-per-geval beslissing:
      • meerderjarige kinderen ten laste
      • de ouders en eventueel minderjarige zussen van een niet-begeleide minderjarige die in België erkend werd als vluchteling
      • én als deze in het bezit zijn van een geldig verblijfsrecht of visum voor België.
  • Mogelijk kunnen ook derdelands onderdanen met een Belgische verblijfsvergunning en een sterke link met België (bijvoorbeeld als familielid) vragen om op de evacuatielijst te komen. Dit is eerder een gunst en het is onduidelijk welke categorieën in aanmerking worden genomen. We denken bijvoorbeeld aan mensen met een geldige verblijfskaart in België, of met een geldig visum, of met een positieve visumbeslissing en die hun identiteit, gevaarsituatie en een sterke link met België aantonen.
    • Op 14-8-2024 verplichtte de rechtbank van eerste aanleg te Brussel de Belgische Staat om de echtgenote van een subsidiair beschermde die een visum gezinshereniging had gekregen, te registreren op de evacuatielijst. Het hof van beroep van Brussel bevestigde deze uitspraak op 11-2-2025. 
      • De vordering van de echtgenote in deze zaak steunt niet op artikel 75 Consulair Wetboek maar wel op een wettelijk verankerd subjectief recht om haar recht op gezinshereniging daadwerkelijk uit te oefenen. Om in de Belgische ambassade van Caïro haar visum gezinshereniging feitelijk te kunnen ophalen en daarmee naar België te reizen moet zij immers eerst Gaza kunnen verlaten en op de evacuatielijst worden ingeschreven. Het hof ziet de verplichting om haar in te schrijven op de evacuatielijst als een beperkte, duidelijk afgebakende, vorm van consulaire bijstand die verantwoord is. In dit concreet geval garandeert het immers dat de echtgenote haar recht op gezinshereniging effectief kan uitoefenen.
      • Volgens de Belgische wetgever hebben de status van erkend vluchteling en die van subsidiaire bescherming dezelfde ‘aard’ en daarom wou de wetgever beide categorieën voor gezinshereniging uitdrukkelijk op eenzelfde manier behandelen. Een ongelijke behandeling van deze vergelijkbare categorieën is alleen verantwoord als er een redelijke rechtvaardiging bestaat.
      • De Belgische Staat argumenteert dat mevrouw op de evacuatielijst plaatsen zeer verregaande gevolgen zou hebben en dat dit ‘onbegrensd' en 'onbeperkt’ recht op consulaire bijstand ten koste zou gaan van 'diplomatieke relaties, internationaalrechtelijke principes en openbare belangen van de Staat'. Het Hof verwerpt dat argument omdat de Belgische Staat niet concretiseert waarom dat hier zo zou zijn. Uit niets blijkt dat de afgebakende maatregel tot registratie op de evacuatielijst die ‘verregaande’ gevolgen zou hebben. 
      • Door registratie op de evacuatielijst te verplichten, remedieert het Hof in dit concrete geval de discriminatie tussen een familielid van een subsidiair beschermde, die geen rechthebbende is in de zin van artikel 75 Consulair Wetboek en een familielid van een erkend vluchteling, die wel rechthebbende is in de zin van dat artikel.
  • In het jaarverslag van Myria (p. 12) wordt melding gemaakt van een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg waarbij de rechter oordeelde dat de Belgische staat zijn beoordelingsmarge manifest onredelijk heeft uitgeoefend door te weigeren een Palestijns gezin op de evacuatielijst te zetten. In dit dossier ging het om een een Palestijnse man aan wie een gecombineerde vergunning was toegekend en zijn echtgenote en hun kinderen van wie de aanvraag gezinshereniging was goedgekeurd.

Visumaanvragen

Indiening van de aanvraag

Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) behandelt visumaanvragen van personen uit Gaza voor gezinsherenigingniet soepeler dan anders. De aanvragers moeten (zo goed als mogelijk) aantonen dat ze voldoen aan alle gewone voorwaarden.

Er zijn echter ook praktische moeilijkheden om een aanvraag in te dienen. Het VAC-kantoor in Gaza (waar de visumaanvraag normaal in ontvangst genomen wordt) is gesloten. Door het Hof van Justitie arrest Afrin van 18 april 2023 kunnen gezinsleden die zich onmogelijk of bijzonder moeilijk kunnen verplaatsen naar de bevoegde Belgische post, bijv. omdat ze zich bevinden in een land of regio waar oorlog of conflict heerst, een visum voor gezinshereniging vanop afstand aanvragen. Dat kan per e-mail bij de diplomatieke post in Jerusalem, volgens de procedure beschreven op de website van DVZ. DVZ laat de indiening op afstand toe voor visa gezinshereniging (voor familieleden die recht hebben op gezinshereniging naar België).

 De FOD Buitenlandse Zaken bevestigde eind december 2023 dat de indiening op afstand ook mogelijk is voor gemengde humanitaire visumaanvragen (voor familieleden die net buiten het toepassingsgebied van gezinshereniging vallen). Hierbij wordt een aanvraag voor een humanitair visum samen ingediend met een aanvraag voor een visum gezinshereniging van andere leden binnen je gezin. Volgende voorwaarden moeten vervuld zijn: 

  • Begunstigden en niet-begunstigden van een recht op gezinshereniging vormen een gezinseenheid (wonen samen).
  • Alle visumaanvragen worden tegelijkertijd ingediend. 
  • De aanvragers zijn verwant in de 1e graad.
  • Het meerderjarige kind of de meerderjarige kinderen zijn jonger dan 25 jaar. 
  • Alle leden van de familie-eenheid reizen samen.

De rechtbank van eerste aanleg van Brussel (Franstalig) verplichtte op 2 februari 2024 de Belgische staat om de aanvraag op afstand van humanitair visum voor familieleden in Gaza van erkend vluchtelingen te registreren op straffe van een dwangsom. Tegen dit vonnis tekende de Belgische Staat beroep aan. Op 30-12-2024 deed het hof van beroep te Brussel uitspraak in deze zaak. Het hof van beroep gelaste de Belgische Staat tot het invoeren van passende procedures die het voor familieleden, die geen gebruik kunnen maken van het recht op gezinshereniging, mogelijk maakt om een visumaanvraag in te dienen zonder persoonlijke verschijning. De Belgische Staat moet hierbij rekening houden met de uit artikel 8 EVMR voortvloeiende waarborgen inzake flexibiliteit, snelheid en doeltreffendheid.

Beoordeling van de aanvraag door DVZ

Visumaanvragen van personen uit Gaza worden niet soepeler behandeld. Dit betekent dat de aanvragers (zo goed als mogelijk) moeten aantonen dat ze voldoen aan alle gewone voorwaarden en dat de nodige bewijsstukken moeten worden overhandigd.

  • Documenten

Ondanks de conflictsituatie in Gaza worden nog steeds gelegaliseerde en vertaalde akten van de burgerlijke stand (bv. geboorteakten en huwelijksakten) gevraagd net zoals medische attesten opgemaakt door een erkend arts of gelegaliseerd door de bevoegde autoriteiten.

Uit rechtspraak van het Hof van Justitie blijkt nochtans dat het loutere feit dat geen officiële bewijsstukken kunnen worden overgelegd niet tot gevolg mag hebben dat de aanvraag gezinshereniging wordt geweigerd. Rekening houdend met de situatie ter plaatse en de omstandigheden eigen aan de zaak moet rekening worden gehouden met andere bewijsmiddelen. Het is aan de aanvrager om te verduidelijken waarom ze bepaalde documenten niet, niet tijdig of bijzonder moeilijk kunnen bekomen, legaliseren en/of versturen per post.

Momenteel wordt ook nog steeds van mensen in Gaza verwacht dat ze een medisch attest opsturen naar de betrokken diplomatieke post en dit zowel in het kader van de visumaanvraag als de plaatsing op de evacuatielijst. Momenteel is het niet mogelijk om het medisch attest te laten opmaken nadat de evacuatie heeft plaatsgevonden. 

  • Voorwaarden

Ook de voorwaarde dat de  gezinshereniger over stabiele, toereikende en regelmatige bestaansmiddelen moet beschikken (indien van toepassing), wordt door DVZ strikt geïnterpreteerd. 

In het kader van gezinshereniging met een Unieburger moeten de Palestijnse schoonouders en schoonzus 'ten laste' zijn van de Unieburger. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen herhaalt wat er onder dit begrip van 'ten laste' zijn moet worden verstaan. Het familielid heeft materiële ondersteuning nodig van de Unieburger of zijn echtgenoot/partner om in zijn basisbehoeften te kunnen voorzien in zijn land van herkomst op het moment van de aanvraag voor gezinshereniging. Dit kan met elk middel bewezen worden. DVZ moet in zijn beslissing minstens de materiële onmogelijkheid die er momenteel is om steun te sturen naar Gaza en de noodzaak om te werken via tussenpersonen die het geld cash overhandigen in overweging nemen, wil het zijn motiveringsplicht niet schenden. 
Lees het arrest hier.

Reizen en terugkeer na afwezigheid

Reizen naar de regio worden sterk afgeraden. Het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken raadt alle reizen naar Gaza strikt en formeel af, en raadt alle niet-essentiële reizen naar Israël, Jeruzalem, Palestijns Gebied sterk af.

Om te kunnen (terug)reizen naar België is in principe een erkend reisdocument nodig. Belgen met een dubbele nationaliteit van een visum-vrijgesteld land kunnen naar België reizen met het paspoort van de andere nationaliteit, bijvoorbeeld mocht het Belgisch paspoort vervallen zijn. Zij kunnen consulaire bijstand krijgen behalve wanneer de toestemming van de plaatselijke autoriteiten vereist is .

Onder bepaalde voorwaarden heb je recht op terugkeer naar België na een periode van afwezigheid van meer dan één jaar, bijvoorbeeld in een situatie van overmacht. Lees meer hierover op onze pagina's Terugkeer naar België na afwezigheid

Internationale bescherming

In een bericht 12 maart 2025 meldt het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) dat het tijdelijk geen dossiers behandelt van verzoekers om internationale bescherming afkomstig uit de Westelijke Jordaanoever die niet geregistreerd zijn bij UNRWA tot het voldoende objectieve informatie heeft om de algemene situatie in de Westelijke Jordaanoever accuraat te kunnen beoordelen.

De al geplande persoonlijke onderhouden en onderzoeken gaan wel door. Het CGVS neemt nog wel beslissingen van

  • erkenning als vluchteling en 
  • niet-ontvankelijkheid wegens beschermingsstatus in een andere EU-lidstaat 

Het CGVS schort tijdelijk de volgende beslissingen op: 

  • toekenningen van subsidiaire bescherming, 
  • weigeringen van vluchtelingenstatus en subsidiaire bescherming

In een bericht van 19 december 2023 meldt het CVGS dat het de tijdelijke opschorting van de beslissingen tot toekenning of weigering van de subsidiaire beschermingsstatus in Palestijnse dossiers stopzet. het CGVS behandelt dus terug alle Palestijnse dossiers. De dossiers uit andere gebieden dan Gaza, zoals Zuid-Libanon of de Westelijke Jordaanoever, zijn wel nog gedeeltelijk bevroren. Hier is het enkel mogelijk om positieve beslissingen in te nemen.

 

In een bericht van 20 oktober 2023 communiceerde het CGVS het onderstaande. Dit beleid was van toepassing van 20 oktober tot 18 december 2023:

  • Het CGVS laat geplande persoonlijke onderhouden en onderzoek doorgaan.
  • Het CGVS blijft beslissingen nemen van 1) erkenning van de status van vluchteling, als er duidelijk een individuele gegronde vrees tot vervolging wordt vastgesteld; of 2) niet-ontvankelijkheid voor een persoon met een status van bescherming in een andere lidstaat.
  • Het CGVS schort tijdelijk de betekening op van beslissingen tot toekenning of weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Deze opschorting duurt tot wanneer het CGVS over voldoende objectieve informatie beschikt om de veiligheidssituatie in de Palestijnse gebieden accuraat te kunnen beoordelen.

Nationaliteit en staatloosheid

Er is in de Belgische rechtspraak veel controverse over de vraag of mensen van Palestijnse origine de Palestijnse nationaliteit hebben, en zo ja, onder welke voorwaarden. Onderaan bij ‘meer info’ vind je een overzicht van onze artikelen hierover en de rechtspraak.

Daarnaast voorziet artikel 10 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (WBN) dat kinderen die geboren worden in België en geen andere nationaliteit bezitten, de Belgische nationaliteit krijgen toegekend. Het is daarbij aan de ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente van geboorteplaats van het kind om te onderzoeken of het kind al dan niet een nationaliteit heeft. Dienst Vreemdelingenzaken is in geen geval bevoegd voor de beoordeling van de vraag of een kind al dan niet een nationaliteit heeft in toepassing van artikel 10 WBN. In het najaar van 2023 verstuurde DVZ aan veel gemeenten brieven die neerkwamen op een instructie om de Belgische nationaliteit in te trekken en als Palestiijns te registreren. De staatssecretaris verklaarde dat de brieven van DVZ niet op haar vraag verstuurd zijn, dat DVZ hierover enkel informatie kan delen en geen instructie mag geven. De federale ombudsman publiceerde eind januari 2024 een aanbeveling aan DVZ om onmiddellijk een einde te maken aan het versturen van brieven die overkomen als een instructie, en om de gemeenten aan wie dergelijke brieven verstuurd zijn onmiddellijk te contacteren om dat recht te zetten, en om het verstrekken van informatie hierover slechts te overwegen als dit met het nodige voorbehoud gebeurt en doorverwijst naar de bevoegde adviesorganen. Er is sinds januari 2024 ook een evolutie in de attesteringen van de Palestijnse Missie voor België en Luxemburg bij de EU. 

Lees hierover ons nieuwsbericht ‘Zijn in België geboren kinderen van Palestijnse origine Belg? Gemeenten en rechtbanken zijn bevoegd, niet DVZ’.

Meer info

Evacuatielijst

Visumaanvragen

Internationale bescherming

Staatloosheid en nationaliteit

Wetgeving

Rechtspraak