Rechtspraak

BGV
formele motiveringsplicht
art. 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 inzake de formele motiveringsplicht
art. 74/13 Vw.
rekening houden met hoger belang van het kind, het gezins- en familieleven en gezondheidstoestand
belangenafweging
interne nota in administratief dossier
niet aangetoond dat verzoeker er kennis van had
geen uitdrukkelijke motivering in bestreden beslissing
te beperkte invulling
cassatie
BGV
formele motiveringsplicht
art. 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 inzake de formele motiveringsplicht
art. 74/13 Vw.
rekening houden met hoger belang van het kind, het gezins- en familieleven en gezondheidstoestand
belangenafweging
interne nota in administratief dossier
niet aangetoond dat verzoeker er kennis van had
geen uitdrukkelijke motivering in bestreden beslissing
te beperkte invulling
cassatie
BGV
formele motiveringsplicht
art. 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 inzake de formele motiveringsplicht
art. 74/13 Vw.
rekening houden met hoger belang van het kind, het gezins- en familieleven en gezondheidstoestand
belangenafweging
interne nota in administratief dossier
niet aangetoond dat verzoeker er kennis van had
geen uitdrukkelijke motivering in bestreden beslissing
te beperkte invulling
cassatie
(Dabo t. Zweden) Geen schending artikel 8 (recht op gezinsleven)
Positieve verplichtingen
Weigering van verzoek tot gezinshereniging van vluchteling die niet aan onderhoudsvereiste heeft voldaan en buiten de drie maanden vrijstellingstermijn heeft aangevraagd
Ruime beoordelingsmarge toe te kennen aan lidstaten bij beslissing om een dergelijke voorwaarde in te voeren
Geen problemen in de zaak wat betreft de berekening van de vrijstellingstermijn noch of de toepassing ervan voldoende flexibel was
verzoeker kon te allen tijde een nieuw verzoek tot gezinshereniging indienen en had goede vooruitzichten om in de toekomst aan de onderhoudsvereiste te kunnen voldoen
Geïndividualiseerde beoordeling
Wettelijke wijzigingen die volledige of gedeeltelijke vrijstellingen van de onderhoudsvereiste toestaan op "speciale gronden"
Evenwichtige afweging tussen tegenstrijdige belangen die op het spel staan
Beoordelingsmarge niet overschreden
(Alkhatib e.a. t. Griekenland) Schending artikel 2 EVRM (recht op leven, procedureel aspect)
Gebrek aan daadwerkelijk onderzoek naar vuurschoten van Griekse kustwacht naar een boot
Schending artikel 2 EVRM (recht op leven, materieel aspect)
verplichtingen van de kustwacht
gebruik van geweld niet “absoluut noodzakelijk” bij de uitvoering en organisatie van de toezichtoperatie
Gezinshereniging
familielid van een Unieburger
art. 40bis Vw.
inreisverbod
rechtsgrond
art. 74/11 en 74/12 Vw.
art. 11 richtlijn 2008/115/EG
HvJ 26 juli 2017, nr. C-225/16, Ouhrami
HvJ 8 mei 2018, nr. C-82/16, KA
cassatie
Gezinshereniging
intrekking ambtshalve afgeleverde F kaart
laattijdige betekening weigeringsbeslissing
bijlage 20
onrechtmatige aflevering
beoordeling door RvV omvat beoordeling wettigheid brief en niet bestreden beslissing
beoordeling elementen die dateren van na de bestreden beslissing
art. 39/2, § 2 Vw.
overschrijding bevoegdheid als annulatierechter
cassatie
Gezinshereniging
intrekking ambtshalve afgeleverde F kaart
laattijdige betekening weigeringsbeslissing
bijlage 20
onrechtmatige aflevering
beoordeling door RvV omvat beoordeling wettigheid brief en niet bestreden beslissing
beoordeling elementen die dateren van na de bestreden beslissing
art. 39/2, § 2 Vw.
overschrijding bevoegdheid als annulatierechter
cassatie
(A.E. ea. t. Italië) Schending artikel 3 EVRM (materieel)
Materiële omstandigheden van arrestatie van Soedanese staatsburgers en hun busoverplaatsing naar een migranten-hotspotcentrum en terug, in de context van een poging tot verwijdering naar hun land van herkomst, die neerkomt op vernederende behandeling
Geen dwingende reden waarom verzoekers gedwongen werden zich uit te kleden en naakt werden vastgehouden tijdens de arrestatie
Onvoldoende voedsel en water en klimaat van geweld en dreiging tijdens de busoverplaatsing
Verzuim om verzoekers te informeren over hun bestemming of reden voor de overplaatsing
Schending artikel 3 EVRM (procedureel)
Geen onderzoek naar één van de beschuldigingen van de verzoeker van mishandeling door politieagenten tijdens de poging om hem te verwijderen
Schending artikel 5 §§ 1 (f), 2 en 4
Willekeurige vrijheidsbeneming van drie verzoekers tijdens hun arrestatie en overdracht
Detentie zonder duidelijke en toegankelijke juridische basis
Verzoekers niet geïnformeerd over de juridische redenen van detentie
Onvermogen om de rechtmatigheid van de facto detentie aan te vechten wegens gebrek aan voldoende informatie
(W.A. e.a. tegen Italië) Geen schending artikel 3 EVRM (procedureel)
Uitzetting
Beweerde verwijdering van vijf Soedanese staatsburgers als onderdeel van een groep van veertig migranten die naar het land van herkomst werden uitgezet
Beoordeling door EHRM of verzoekers deel uitmaakten van de verwijderde groep op basis van een expertiserapport voor gezichtsvergelijking door de Belgische politie
Voldoende elementen om te concluderen dat alleen de eerste verzoeker onder de verwijderde personen viel (ontvankelijk), maar niet de overige verzoekers (duidelijk ongegrond)
Effectieve waarborgen voor bescherming van de eerste verzoeker tegen willekeurige refoulement naar Soedan
Verzoek om internationale bescherming
asiel
in overweging nemen van onvertaalde stukken
art. 8 KB 21 december 2006 houdende de rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
Procedurereglement RvV
rechten van verdediging
tegensprekelijk debat
rechter moet partijen vragen naar hun argumenten over al dan niet in overweging nemen van stukken
cassatie
(Memedova en anderen t. Noord-Macedonië) Schending artikel 2 van Protocol Nr. 4 (vrijheid van verplaatsing)
Verbod om Noord-Macedonië te verlaten om irreguliere migratie naar de EU voor te komen
geen individuele veiligheidsredenen
schending artikel 14 EVRM (discriminatieverbod)
grenscontrole op basis van Roma origine
omgekeerde bewijslast
vermoeden niet weerlegd door de autoriteiten
(A.M.A. t. Nederland) Schending artikel 3 EVRM (procedureel)
Uitzetting
Niet-nakoming van procedurele verplichting om in het kader van een "last minute" asielprocedure het vermeende risico op een met artikel 3 EVRM strijdige behandeling naar behoren te beoordelen alvorens de betrokkene naar zijn land van herkomst uit te zette
Verzoek om internationale bescherming
asiel
art. 55/3/1, § 1 Vw.
intrekking vluchtelingenstatus
art. 39/56 Vw.
belang
uit status geputte rechten zijn ruimer dan verblijfsrecht
andere rechten
te beperkte invulling
gegrond
cassatie
Arbeidsmigrant
gecombineerde vergunning
weigering toelating tot arbeid door gewest
UDN
administratief beroep niet uitgeput
groot tijdsbestek
geen maximumtermijn voorzien voor behandeling administratief beroep
art. 9 en 10 wet van 30 april 1999
art. 74 Vlaams Besluit van 7 december 2018
onontvankelijk
verwerping
Arbeidsmigrant
gecombineerde vergunning
weigering toelating tot arbeid door gewest
UDN
administratief beroep niet uitgeput
groot tijdsbestek
geen maximumtermijn voorzien voor behandeling administratief beroep
art. 9 en 10 wet van 30 april 1999
art. 74 Vlaams Besluit van 7 december 2018
onontvankelijk
verwerping
Verzoek om internationale bescherming
asiel
art. 39/56 Vw. –opheffing vluchtelingenstatus
belang
uit status geputte rechten zijn ruimer dan verblijfsrecht
andere rechten
te beperkte invulling
gegrond
cassatie
(Compaoré t. Frankrijk) Schending artikel 3 EVRM (verbod op onmenselijke en vernederende behandeling), procedureel vlak
uitlevering naar Burkina Faso
risico op levenslange gevangenisstraf en slechte detentieomstandigheden
diplomatieke garanties door vorige regering
geen bevestiging door nieuwe transitieregering na staatsgreep in 2022
nood aan ex nunc beoordeling door nationale autoriteiten
(M.A. t. Italië) Schending artikel 3 EVRM (materieel)
Onmenselijke behandeling
Plaatsing van niet-begeleide minderjarige asielzoeker, vermeend slachtoffer van seksueel misbruik, gedurende bijna acht maanden in opvangcentrum voor volwassenen dat niet is uitgerust om haar passende psychologische bijstand te verlenen
Langdurige passiviteit van nationale autoriteiten met betrekking tot haar situatie en behoeften als bijzonder kwetsbare minderjarige
(Camara t. België) Artikel 6 EVRM
burgerlijk recht
toegang tot de rechter
Weigering van de nationale autoriteiten om een onmiddellijk uitvoerbaar bevel ten uitvoer te leggen waarbij de staat wordt gelast onderdak en materiële bijstand te verstrekken aan een persoon die om internationale bescherming verzoekt
Verzoeker pas opgevangen na door het EHRM gelaste voorlopige maatregel
Systemisch verzuim van de nationale autoriteiten om definitieve rechterlijke beslissingen met betrekking tot opvang uit te voeren
Artikel 46
Algemene maatregelen
Verweerder moet het systemisch probleem verhelpen dat de nationale autoriteiten niet in staat zijn het nationale recht inzake het recht op opvang van asielzoekers na te leven, met inbegrip van definitieve rechterlijke beslissingen die de naleving ervan be
(B.F e.a. t. Zwitserland) Artikel 8 EVRM
Positieve verplichtingen
Gezinsleven
Afwijzing van verzoeken om gezinshereniging, omdat niet is voldaan aan voorwaarde van financiële onafhankelijkheid, van voorlopig toegelaten vluchtelingen die vrezen te worden vervolgd wegens hun illegale vertrek uit hun land van herkomst
Lidstaten beschikken over een zekere beoordelingsmarge om te eisen dat dergelijke vluchtelingen niet afhankelijk zijn van sociale bijstand alvorens gezinshereniging toe te staan
Marge aanzienlijk beperkter dan die voor de invoering van wachttijden voor gezinshereniging waarom wordt verzocht, door personen zonder vluchtelingenstatus maar met subsidiaire of tijdelijke beschermingsstatus
Internationale en Europese consensus om geen onderscheid te maken tussen verschillende vluchtelingen uit hoofde van het Verdrag van 1951 wat betreft de vereisten voor gezinshereniging en om vluchtelingen in aanmerking te laten komen voor gunstigere gezins
Beperking van de beoordelingsmarge
Bijzonder kwetsbare situatie van vluchtelingen op de plaats waar zij verblijven moet naar behoren in aanmerking worden genomen bij de toepassing van een vereiste op hun verzoek om gezinshereniging
Onoverkomelijke hinderpalen voor het genieten van een gezinsleven in het land van herkomst die geleidelijk aan belangrijker worden bij de beoordeling van het billijk evenwicht naarmate de tijd verstrijkt
Noodzaak om het vereiste van niet-afhankelijkheid van sociale bijstand met voldoende flexibiliteit toe te passen
Vluchtelingen mogen niet worden verplicht "het onmogelijke te doen" om gezinshereniging te verkrijgen
Billijk evenwicht tussen concurrerende belangen bereikt in één verzoek, maar niet in drie andere verzoeken
(Azzaqui t. Nederland) Schending artikel 8 EVRM (recht op gezins- en privéleven)
uitwijzing en 10 jaar inreisverbod van gevestigde vreemdeling
gepleegde feiten gerelativeerd door beperkte strafrechtelijke aansprakelijkheid (internering)
sterke banden met Nederland
geen rekening gehouden met geestelijke ziekte
onvoldoende belangenafweging door interne rechters
geen schadevergoeding
(Ghadamian t. Zwitserland) Schending artikel 8 EVRM (recht op privé- en familieleven)
wettig verblijf sinds 1969
strafbare feiten
uitwijzingsbeslissing uitvoerbaar sinds 2002
uitwijzing nooit uitgevoerd
54 jaar verblijf waaronder 33 jaar in wettig verblijf
geen ernstige inbreuken sinds 2005
belangenafweging
redenen relevant maar niet voldoende